Onderwijs & ICT: de blik van…

Onderwijs & ICT; een breed thema met veel perspectieven en smaken! In deze rubriek laten we verschillende betrokkenen aan het woord. Docenten, studenten, medewerkers, beleidsmakers, kortom iedereen die te maken heeft met onderwijs en ICT en zijn blik daarop wil delen. Deze keer de blik van Wanda Fracheboud, medewerker van het programma DLO van de Toekomst en onder andere betrokken bij de inrichting en ingebruikname van Canvas.

Verbouwen aan een rijdende trein

Op de Online Educa Berlin, een van de grootste conferenties over onderwijs & ict wereldwijd, was ik in december in het prettige gezelschap van een aantal HU-collega’s. Docenten en medewerkers van het DLO-programma gingen er af en toe hun eigen, gescheiden wegen, maar kwamen elkaar ook overal weer tegen. En tussendoor werd er gedeeld, nagekauwd en vanuit de verschillende perspectieven beschouwd. Af en toe zaten alle (typen) bezoekers bij elkaar, zoals tijdens de openingskeynote van educational technology expertElliott Masie. Daar werd al gauw duidelijk: de gebeten hond, de risée, de dorpsgek was hier de powerpointgebruiker. Maar men was het ook grotendeels eens: de dorpsgek, die waren we met z’n allen.

Verschil tussen theorie en praktijk (maal 2)

En dat was de toon gedurende de rest van de conferentie, vooral bij de keynotes. Het beeld ontstond van een steeds grotere kloof tussen onze kennis over leren enerzijds – hoe mensen leren en wat ze zouden moeten leren – en ons handelen anderzijds, dat met een beetje fantasie niet al te veel afwijkt van hoe we dat anderhalve eeuw en langer geleden nog deden. “Our high school curriculum is still based on the curriculum designed by some old white men in 1892 in the US. Worldwide,” klaagde journalist Esther Wojcicki. Zelf geeft ze al decennia lang les bij een beroepsopleiding journalistiek. Ze liet mooie voorbeelden zien van tieners die zelf nieuwstijdschriften maken en uitgeven.

Als deelnemer uit het veld van de beroepsopleidingen viel dan ook het grote verschil op (zonder dat het per se verbaast) tussen het beroeps- en het universitair onderwijs. Professoren in de VS die voor 80.000 dollar een MOOC (Massive Open Online Course) mogen laten maken van een reeds bestaande module, terwijl MOOCs een inefficiënte en steeds minder gevraagde onderwijsmethode blijken. De professor die er verder zelf ook geen tijd in wil en kan steken, dus het overlaat aan een onwillige teaching assistant. Los die casus maar eens op, was de opdracht bij een workshop van het educational technologist-team van het Amerikaanse MIT. Nee, dan het Summa College, een mbo in Eindhoven met een practoraat voor activerende didactiek. Daar hebben ze een app laten ontwikkelen waarmee hun studenten hun eigen leerroute kunnen ontwerpen. Daarbij is er ook nog een werkvormenkaartspel dat zowel de docenten als de studenten helpt. Of het nou bij het ontwerpen van een lessenserie is, of een product dat de student wil opleveren.

Duurzame eindtermen en zachte ontwerpdimensies

Maar toch juist de beroepsopleidingen leiden op tot ‘banen die we nog niet kennen’? Hoe moet je curriculum er dán uitzien?

Sjirk Zijlstra, docent bij het Institute for Life Sciences van de HU, maakte de volgende overzichtelijke optekening. “Op het gebied van eindtermen zijn volgens professor in de Economie en publicist Bryan Caplan belangrijk:

  • Kritisch denken
  • Complex problem solving
  • Creativiteit
  • Empathie

En als je dan onderwijs gaat ontwerpen, neem je daarbij als factoren mee, aldus Esther Wojcicki:

  • Respect
  • Onafhankelijkheid
  • Competentie
  • Kindness

Wat betreft de rol van technologie hierin, geeft de volgende figuur een mooie indruk:”

Het SAMR-model van Dr. Ruben Puentedura, gecombineerd met de taxonomie van Bloom. Bron afbeelding: commonsense.org/education.

En hoe gaan we het onderwijs dan veranderen? Zetten we de trein stil, breken we hem af en bouwen we hem helemaal opnieuw, of sleutelen we aan de onderdelen terwijl we boven de voorbijschietende bielzen hangen? Hoe krijgen we docenten mee? Hoe krijgen we studenten mee? (“My students complain: ‘Why don’t you just give us a lecture?’” Aldus een Deense collega.)

Ruimte voor experiment en waardering voor kleine stappen

Tijdens een workshop over hoe wereldwijd instellingen werken aan een ‘transformatie’ van hun onderwijs brachten we de context van onze eigen organisatie in. In de zaal ontstond langzaam de consensus: grote visionaire vergezichten zijn vaag en modegevoelig. Gebruik ze voor inspiratie en discussie, maar faciliteer vooral vernieuwing daar waar die in het veld zelf ontstaat. Geef ruimte aan pioniers en innovatieve ideeën, zet middelen in daar waar good practices opduiken om op te schalen. Neem zoveel mogelijk barrières weg, zoals dichtgetimmerde programma’s, micromanagement, verticale organisatie, doorgeslagen verantwoordingsdrang en angst om te falen. Neem je studenten mee; deel niet alleen mee dat je het onderwijs gaat veranderen, maar maak hen een actieve en kritische klant daarin. En waardeer  kleine, tastbare stappen.

Als ik dan kijk naar de context van mijn organisatie, Hogeschool Utrecht, denk ik dat we met het DLO-programma de goede weg zijn ingeslagen waar het ict en onderwijs betreft. We laten het “waarom” zoveel mogelijk aan het onderwijs, maar willen het wel begrijpen zodat we mee kunnen denken over het “wat” en vooral het “hoe” goed kunnen faciliteren. Dat doen we met kleine maar zo concreet mogelijke stappen in korte ontwikkelcycli. En er is innig contact tussen de ontwikkelaars, beheerders, beleidsmakers en eindgebruikers, namelijk docenten en studenten. Hopelijk voelen docenten bij de HU zich daardoor mede-eigenaar van de digitale leeromgeving en ervaren ze ruimte om nieuwe dingen te proberen.

 

Wil je ook je blik op onderwijs & ict delen met collega’s en studenten, stuur dan een mailtje naar DLO!