Leesinstructie bij maatschappijleer
Tweedejaars student Khalid bespreekt zijn instructie bij een leestekst in 3 vmbo-kader met zijn docent van de lerarenopleiding.
Beschrijving onderwijssituatie
Khalid is tweedejaars student aan een tweedegraads lerarenopleiding maatschappijleer. Hij bespreekt een les maatschappijleer in 3 vmbo-kader na met een docent van de lerarenopleiding, Anne. Het gesprek gaat over de instructie die Khalid heeft gegeven bij het lezen van een tekst over democratie. Deze les was een onderdeel van een lessenreeks over politiek.
Je ziet eerst een kort gedeelte uit het reflectiegesprek tussen Khalid en Anne. Dan zie je het lesfragment en vervolgens gaat het gesprek tussen Khalid en de docent weer verder.
Kijkvragen
- Welke instructie geeft Khalid aan de leerlingen?
- Waarom laat Khalid de leerlingen op de “dikgedrukte” woorden letten?
- Wat vindt Anne van de instructie van Khalid? Waaruit maak je dat op?
- In hoeverre maken de leerlingen gebruik van de inhoud van de leestekst als ze de betekenis van de begrippen moeten uitleggen?
- Welk alternatief voor de instructie noemt Khalid aan het einde van het gesprek met zijn docent?
Opdrachten
- Wat vind je van de manier waarop Khalid instructie geeft?
- Bedenk hoe je zelf instructie geeft bij het lezen van een tekst. Welke suggesties zou je Khalid geven op grond van je eigen aanpak?
Theorie
- Khalid geeft de instructie Let goed op de dikgedrukte woorden. Hij hoopt dat de leerlingen de omschrijving voor of na het betreffende woord lezen. Hier is sprake van een woordleerstrategie. Zie je nog meer voorbeelden van woordleerstrategieën? Wat vind je van die voorbeelden?
- In hoeverre is het alternatief dat Khalid aan het einde van het gesprek noemt, een manier om de tekst toegankelijk te maken?
- Een goede manier om een leestekst toegankelijk te maken voor leerlingen is hardop voordoen van leesstrategieën. Deze vaardigheid kun je ook toepassen om woordleerstrategieën onder de aandacht te brengen. Wat zou jij precies zeggen om de leerlingen bewust te maken van de context bij het achterhalen van de betekenis van begrippen?
Taalcompetenties
De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken.
Subdoelen:
2.2. (2) Dit veronderstelt dat de leraar tijdens het gebruik mondelinge ingrepen kan doen op het vlak van taal: relevante begrippen verduidelijken, betekenisonderhandeling, herformulering
Khalid maakt de tekst over democratie niet toegankelijker door de instructie: “Let op de dikgedrukte woorden”. Het is van belang concreter te verwoorden wat leerlingen met de vetgedrukte begrippen moeten doen; “kijken naar” of “letten op” bieden te weinig houvast. Als Khalid de tekst toegankelijker wilde maken, had hij de kernbegrippen voor het lezen kunnen uitleggen. Als Khalid leerlingen gebruik wilde laten maken van de context om de betekenis van het begrip te achterhalen, had hij daar vooraf aandacht aan kunnen besteden.