Omschrijving | De leraar kiest werkvormen die leerlingen in staat stellen met elkaar een onderwerp te verkennen, af te bakenen en verder uit te diepen. |
Toelichting | Leerlingen verschillen in hun talige en culturele achtergrond. Zij kunnen verschillende denkbeelden hebben over bepaalde onderwerpen als het gezin, man-vrouwverhoudingen, religie, het belang van school en het belang van techniek. Het gaat erom dat je er als docent achterkomt welke denkbeelden leerlingen koesteren. Het is ook belangrijk dat leerlingen van elkaar ontdekken dat ze verschillende denkbeelden hebben, daar met elkaar over kunnen praten en zo nodig hun mening bijstellen.
De leraar kan betekenisonderhandeling organiseren door: -open vragen te stellen -leerlingen op elkaar te laten reageren -ze zelf voorbeelden en omschrijvingen te laten geven |
Zie ook | vragen stellen, vakmatig redeneren; vaktaalwoorden; schooltaalwoorden; pre- en misconcepten; betekenisonderhandeling |
Praktijkvoorbeelden | Begripsontwikkeling:
Mondelinge activiteiten: |