Theater Maken in Sociaal-Artistieke Context

           
beeld uit: ‘What remains’- Ultima Vez / Zoë Demoustier (2023)      beeld uit: ‘For the time being’- Schweigmans& (2017)

‘Theatermaken’ is uitdagend voor allerlei mensen, niet alleen voor professionals en publiek, maar ook voor diverse doelgroepen, die met theater (willen) werken in – wat wij een sociaal-artistieke context noemen. Werken aan dit soort theatrale producties levert rijke en inspirerende ervaringen op, die in de maatschappelijke en sociale omgeving van betekenis zijn. Dit geldt voor de makers, maar ook voor de deelnemers aan – en toeschouwers van dergelijke producties. Zeker in diezelfde sociaal-artistieke context. Theater is immers vaak een afspiegeling van de werkelijkheid. Theater kan echter ook iets aan de werkelijkheid toevoegen. Het kan zelfs lijnrecht tegenover die werkelijkheid staan en daarin toeschouwers (opnieuw) aan het denken zetten. Mensen communiceren namelijk niet alleen in overdrachtelijke zin, maar zijn ook speler, actor.

Meer en meer blijkt, dat bezig zijn met theatrale – en kunstzinnige middelen een plek krijgt op allerlei plaatsen waar mensen met mensen werken. Dit wordt ‘werken binnen een sociaal-artistieke context’ genoemd. De (theatrale) vormen die daarvoor worden ingezet zijn divers en kunnen we verbinden aan wat we ‘podiumkunsten’ noemen. Podiumkunsten in de breedste zin van het woord: van muziektheater tot moderne dans en van beeldtheater tot performance. De keuze voor welke vorm en/of combinaties van vormen hangt sterk samen met context, sector, niveau, interesse en motivatie van makers èn van publiek.

In de loop van de laatste veertig jaar is er binnen deze sociaal-artistieke sector veel ervaring opgedaan met het maken van voorstellingen voor en door leerlingen en studenten op scholen, bewoners van buurten, werknemers in bedrijven, mensen die verblijven in een hulpverleningsinstelling, mensen met beperkingen etc. Deze minor wil die ervaringen bundelen, verdiepen en overdragen.

Het maken van theaterproducties in de sfeer van wat met ook wel ‘community theatre’ noemt heeft een externe gerichtheid (podiumgericht èn publieksgericht) – vaak binnen de al genoemde sociaal-artistieke context – maar ook een interne gerichtheid, op de ontwikkeling van de groep en de individuen waaruit die groep bestaat. Dat maakt deze manier van werken waardevol en uitdagend.

Toelating

Er zijn 3 toelatingseisen voor deze minor. Je hebt:

  • je hbo-propedeuse of eerste jaar wo afgerond;
  • enige ervaring op theatergebied en zin om die ervaring door te ontwikkelen;
  • (ped)agogische – en/of  didactische kwaliteiten (eventueel buitenschools).

De examencommissie van je opleiding stelt van tevoren vast welke HU-minoren geen hbo-niveau en/of een onacceptabele overlap hebben met het verplichte curriculum van je opleiding. Check op de pagina Niet toegestane minoren onder jouw instituut of er minoren zijn die je niet mag volgen. Deze pagina zal vanaf 29 februari geüpdatet zijn voor minoraanbod 2024-2025.

Inhoud

In deze minor maak je kennis met alle facetten die bij het maken van een theatrale productie horen. Je ontwikkelt vaardigheden op inhoudelijk terrein (regisseur, schrijver, acteur begeleider) en op organisatorisch gebied (producent, initiator, scenograaf). Je krijgt bijvoorbeeld trainingen in acteren en improviseren, in dramaturgie en regie. Maar ook scenografie (theatervormgeving) – waaronder decorontwerp, kostumering, licht en geluid – komt aan de orde. Verder krijg je inzicht in de maatschappelijke context èn de geschiedenis van theater, maak je kennis met de verschillende disciplines en speelstijlen én maak je je verschillende stijlen van regisseren eigen. Ook de organisatie en planning van een productie komt aan bod.

Gedurende deze minor bezoek je zelf (vaak samen met anderen van de minorgroep) diverse voorstellingen en je maakt kennis met het werk van theatermakers, die werken in een sociaal-artistieke context. Je maakt samen met medestudenten een sociaal-artistieke productie voor een specifieke doelgroep.

    
beeld uit: ‘Jabber’ – Jeugdtheater Kwatta (2019)                       beeld uit: ‘Sjeekspier for dummies – Theater Totaal (2018)
Enkele citaten van de website van het sociaal-artistiek kenniscentrum Demos (België):“Het sociaal-artistieke is meer dan kunst met niet-professionelen, of meer dan werken met materialen uit de stad. Het is meer dan een bepaalde vorm van theater, van kunst. Het is een andere manier van denken over mens, maatschappij en het artistieke, die zich uit in een andere manier van werken. Het zoekt een nieuw kader om met kunst om te gaan, het zoekt nieuwe speelkaders tout court.
“Het sociaal-artistieke beweegt zich onwennig en zoekend door een braakland waar het, net als de kunsten, flirt met het artistieke paradigma dat het voorbije decennium opgeld maakte, maar waar het iets aan wil toevoegen: een visie op waar het met de samenleving heen kan, een verzet tegen onrechtvaardigheid, een verlangen naar een meer solidaire, open en creatieve samenleving en een basisdemocratische upgrade, een boeiende en productieve interculturaliteit, een ecologisch engagement, een praktijk die uitnodigt tot bewust burgerschap, die beweging boven verstarring zet en de kracht van gedeelde creativiteit boven de romantische mythe van de individuele kunstenaar, een praktijk die zoekt naar een herformulering van het artistieke en maatschappelijke werkkader.”  https://demos.be/kenniscentrum/artikel/daar-en-dan-gedachten-rond-sociaal-artistiek-werk-en-het-kunstencentrum

Leerdoelen

Na deze minor beheers je een groot deel van het theatrale productieproces;

  • kun je met jouw kennis en vaardigheden een theatraal (sociaal-artistiek) product ontwerpen en produceren;
  • heb je je op vormgevingsgebied, inhoudelijk en organisatorisch gebied ontwikkeld en eventueel gespecialiseerd;
  • kun je theater verbinden aan de contexten van ‘sociaal artistieke projecten’ en ‘community theatre’.

Cursussen

(note: wijziging in Cursussen doorgevoerd op 26 februari)
De minor bestaat uit een viertal cursussen:
Deze cursussen worden aangeboden in de vorm van practica, trainingen, workshops en werkcolleges. Daarnaast is er sprake van zelfstudie, excursies, te bezoeken voorstellingen en het maken van een sociaal-artistieke productie (minorgroep).
Er is een wisselwerking tussen de verschillende cursussen. Ze volgen elkaar niet chronologisch op, maar staan in veel gevallen parallel geprogrammeerd.
De toetsing heeft per cursus een ander karakter.

1. Spelontwikkeling & regieontwikkeling [5 EC]
De cursus werkt aan de theatrale (spel)vaardigheden van de student: acteren, improviseren, stem, rolopbouw, rolinleving, werken met teksten en thema’s. Daarnaast wordt je rol als regisseur ontwikkeld: regie, mise-en-scène, dynamiek, compositie & choreografie. Er is specifieke aandacht voor muziektheater.

2. Scenografie [5 EC]
De vormgeving van de theatrale ruimte speelt binnen de minor een belangrijke rol. Leren denken in vormgevingsstijlen, maar ook ontwerp-capaciteiten op het terrein van decor, soundscapes, projectie & film, kostumering, grime, techniek (licht, geluid, video) komen binnen deze cursus aan bod.

3. Sociaal-artistieke productie [15 EC]
In drie of vier groepen werken studenten aan een interne productie en realiseren deze in een zelfgekozen setting en stijl. In de productie wordt door alle studenten gespeeld, maar ook de rollen van regisseur, vormgever, technicus en producent komen aan bod. De producties worden getoond aan elkaar en aan een extern publiek (live en/of via livestream).

4. Dramaturgie [5 EC]
Binnen de cursus dramaturgie staat de maatschappelijke en kritische functie van theater centraal. Dit doen we via theatergeschiedenis, (regie)stijlen en genres, repertoire en (te bezoeken) voorstellingen. Daarnaast zijn er gastlessen van theatermakers, die met bijzondere doelgroepen theater maken, b.v. Theater Totaal (mensen met beperkingen), STUT Theater (buurtbewoners en jongeren) en DOX (jonge makers). Ook scenario-schrijven komt aan bod in een tweedaagse, einde periode A.

   
beeld uit: ‘role Model’ – Nicole Beutler & DOX (2019)              beeld uit: Pentamerone / LAIKA, theater der zinnen & Theater FrouFrou (2015)

Toetsing

(note: wijziging in Toetsing doorgevoerd op 26 februari)
Je voert veelal praktische opdrachten uit en geeft veel presentaties: samen met andere studenten of individueel. Onderbouwing vindt (deels) schriftelijk plaats en je houdt een logboek bij over je ontwikkeling binnen de minor. Korte weergave van toetsen per cursus.

1.     Spel- en regieontwikkeling (5 EC); presentatieopdrachten, regie, muziektheater, logboek
2.     Scenografie (vormgeving) (5 EC); participatie & vaardigheid, vormgevingsopdrachten
3.     Sociaal-artistieke productie (15 EC); voorstelling: spel, regie, vormgeving, techniek en productie 
4.     Dramaturgie (5 EC) scenarioschrijven, recensie-presentatie, gesproken recensie (lezing)

Literatuur

  • Twijnstra, van den Hurk, Verspaget | Dramatiseren | Uitgeverij IT&FB | 2008 | ISBN 13-9789064031854
  • Jeroen Steenbeek | Dit is acteren | Uitgeverij IT&FB | 2016 | ISBN 13-9789064038372
  • Kees Deenink, Bart Dieho, Emile Schra | Speloefeningen | Uitgeverij ABC | 6e druk |2013 | ISBN 13-9789064037894
  • Eugene van Aarschot en Hugo Meert | Theater, handboek voor toneelmakers & toeschouwers | Garant | 2015 | ISBN 13-9789044113495
  • Reader: Theater Maken | Samenstelling: Stanske Lomans, Matijs de Roo & Adrie Mesch (deze wordt in de loop van de minor opgebouwd met artikelen etc.)
  • Daarnaast is er een uitgebreide lijst ‘aanbevolen literatuur’ en is in de kleedkamer van de theaterzaal PL99 een kast met boeken aanwezig, die studenten kunnen inzien en/of lenen.

beeld uit: ‘Stille heldinnen Disco XL’- Women connected/Rotterdams Wijktheater/Theater Rotterdam (2020)

Rooster

De lesdagen zijn in principe nog niet bekend, in de afgelopen jaren waren de lesdagen op maandag, dinsdag en donderdag. De lessen worden gegeven binnen de drama-/muzieklokalen van ISW (Padualaan 101) en de intieme theaterzaal (Padualaan 99). Sommige extra lessen/trainingen zijn op locatie.

De les- en toetsroosters worden, met uitzondering van de eerste onderwijsperiode van het studiejaar (start september), altijd vier weken voor de start van iedere onderwijsperiode op Mijn Rooster geplaatst. Het rooster voor de eerste onderwijsperiode van het studiejaar is drie weken voor de start vindbaar op de site. Op Mijn Rooster is altijd het meest actuele rooster zichtbaar.
Op de HU mag voltijdonderwijs geroosterd worden tussen 08.30 en 19.00 uur.

Extra kosten

€ 50,- voor het bezoeken van voorstellingen.

 

Deze minor is door de Green Office HU aangemerkt als een duurzame minor. Dit betekent dat je door het volgen van deze minor kan bijdragen aan één of meerdere van de Sustainable Development Goals van de UN.

 

Switch to English English