De kennis, werkvormen en hulpmiddelen die worden aangeboden in dit element kunnen door onderzoekers naar eigen inzicht ingezet worden voor één of meer van de onderstaande doelstellingen:
- gezamenlijk inzicht krijgen in de manieren waarop de verschillende leden van het samenwerkingsverband vanuit hun eigen perspectief naar de praktijkkwestie kijken
- gezamenlijk nader zicht krijgen op factoren die een rol spelen bij de praktijkkwestie
- gezamenlijk een keuze maken voor afbakening van de kwestie
Wat is een praktijkkwestie?
Het woord praktijkkwestie wordt binnen de CRJO methodiek gebruikt om het probleem of de kans in de praktijk aan te duiden, waar het onderzoek zich op gaat richten. Een praktijkkwestie kan dus een beschrijving zijn van een probleem of een kans. Een probleem is een situatie die als onwenselijk wordt ervaren door betrokkenen. Een kans is een mogelijkheid die wordt gezien om de praktijk te verbeteren. Wanneer een praktijkprobleem centraal staat is het belangrijk dit ook als een probleem te formuleren, dus als een ongewenste situatie. Bijvoorbeeld: “De diagnostiek van …. levert onvoldoende handvatten voor … om tot een passende behandeling te komen”. In de formulering wordt een concrete situatie benoemt bij een gespecificeerde doelgroep en wordt aangegeven wat daar aan schort. Een praktijkkwestie is dus niet: een gewenste uitkomst of verlangen, een doelstelling, een oplossing, een vraag.
Benodigd voorwerk door projectleider en
procesbegeleider
Voor projectleiders is het belangrijk dat zij voldoende kennis hebben van de kwestie en de praktijk waarin deze speelt. Dit betekent kennis van oorzaken en gevolgen en kennis van de verschillende actoren die bij de kwestie een rol spelen en hun belangen en positie. Voor procesbegeleiders is het belangrijk van tevoren iets te weten over de deelnemers en de zaken die zij belangrijk vinden (zie hiervoor ook het element ‘In positie brengen van alle betrokken’ op deze website).
Tips voor de projectleider en procesbegeleider
Onderzoekers hebben veel kennis van het object van onderzoek. Zij hebben dan ook vaak al sterke ideeën over wat de praktijkkwestie is en wat er nodig is om het aan te pakken. Bij praktijkgericht onderzoek is het van belang deze ideeën even te parkeren en open te staan voor de perspectieven van mensen uit de praktijk zelf. Ervaringsdeskundigen, professionals, bedrijven, managers en andere stakeholders kunnen onverwachte aspecten aandragen die voor verdieping kunnen zorgen en die belangrijk zijn voor de impact van het onderzoek in de praktijk.
Tegelijk zijn de analytische vaardigheden van de onderzoeker en de begeleider nodig om structuur aan te brengen in het gesprek. Wees niet bang om het voortouw te nemen bij het maken van een indeling van oorzaken en gevolgen, maar check je ideeën wel altijd bij de praktijkbetrokkenen. Stuur ook toe naar een afbakening van de kwestie. Wat gaan we in het onderzoek wel en niet meenemen, gegeven de voorwaarden voor het project? Maak een samenvatting van de resultaten en toets deze een volgende keer in de projectgroep.
Het is goed je te realiseren dat niet voor iedere praktijkkwestie onderzoek het juiste middel is. Als een praktijkkwestie bij nader inzien niet problematisch blijkt te zijn dan is onderzoek overbodig. Hetzelfde geldt als de benodigde kennis om het probleem aan te pakken al beschikbaar is. Ook kan het zijn dat een onderzoek wel gewenst is maar niet haalbaar of realistisch, of dat de vraag zo ingewikkeld is dat deze niet te beantwoorden is. En het komt ook voor dat een bepaald design gewenst is (zoals een gerandomiseerd experiment) maar dat dit in de betreffende situatie niet haalbaar is. Tijdens het praten of nadenken over ieder onderdeel van het Cirkelen Model kunnen daarom redenen ontstaan om te besluiten geen onderzoek te gaan doen maar iets anders, bijvoorbeeld een verandertraject in zetten of beleid aan passen in de praktijkcontext.
Behulpzame werkvormen
In onderstaande kennisclip wordt uitleg gegeven over de werkvorm “kaartjesmethodiek”:
Kaartjesmethodiek
Om gezamenlijk meer inzicht te krijgen in de manieren waarop de verschillende leden van het samenwerkingsverband vanuit hun eigen perspectief naar de praktijkkwestie kijken kan de kaartjesmethodiek gebruikt worden. Bij deze methode bedenken deelnemers als eerste stap zoveel mogelijk oplossingen voor de praktijkkwestie. Daarna probeert de groep gezamenlijk uit de oplossingen af te leiden welke oorzaken er zijn voor het probleem.
Hulpvragen Praktijkkwestie
Deze hulpvragen kunnen projectleiders en procesbegeleiders voor zichzelf gebruiken om alle facetten van een praktijkkwestie in beeld te krijgen. Deze set vragen kan dienen als checklist.
Contemplatieve dialoog
Deze werkvorm kan helpen bij het gezamenlijk keuzes maken voor afbakening van de praktijkkwestie. De contemplatieve dialoog is een vorm van gesprek waarin schrijven, voorlezen, luisteren en elkaar citeren worden afgewisseld. Het doel is daarbij samen te zoeken naar gemeenschappelijkheden. De laatste stap is een gesprek waarin deelnemers op zoek gaan naar gezamenlijke thema’s in hun bijdragen. Dit kan bijdragen om tot een gezamenlijk gedragen focus binnen de praktijkkwestie te komen.
Meer informatie en handvatten voor het beschrijven van de praktijkkwestie
In de handreiking voor ‘CRJO als compleet 10 stappenproces’ staat op pagina 24 een complete workshop beschreven genaamd ‘Verkennen praktijkkwestie’. In deze workshop worden verschillende werkvormen gecombineerd om met een projectgroep gezamenlijk tot verdieping van en focus binnen de praktijkkwestie te komen. De workshop beslaat een dagdeel en kan zowel online als fysiek georganiseerd worden. De beschrijving van deze workshop kan projectleiders en procesbegeleiders meer inzicht geven in de manier waarop bovengenoemde werkvormen en hulpmiddelen kunnen worden ingezet (al dan niet gecombineerd) en kan als inspiratie dienen voor de manier waarop bijeenkomsten georganiseerd kunnen worden vanuit de basisprincipes van CRJO.
Aanvullende behulpzame bronnen
- Duiveman, R. (2018). Making research relevant to policymaking : from brokering boundaries to drawing on practices. Policy Studies, 0(0), 1–19. https://doi.org/10.1080/01442872.2018.1539226
- Van den Berg, N., & Teurlings, C. (2019). Van probleem naar onderzoeksvraag. Den Haag: Kennisrotonde.
- Van der Velde, M., Munneke, L., Jansen, P., & Dikkers, J. (2020). Onderzoekend vermogen in de praktijk. Hilversum: Concept Uitgeefgroep.
- Vermaak, H. (2009). Plezier beleven aan taaie vraagstukken. Deventer: Kluwer.
- Zegel, J. D. (2016). Van probleem naar prestatie; in 6 stappen naar een praktijkopdracht (2e druk). Hilversum: Op de i.
Website: www.musework.nl