De ingrediënten voor succesvol professioneel samenwerken zijn in systematische reviews al vaak benoemd: formuleer gezamenlijke doelen, regel voldoende geld en tijd, denk aan een goede communicatie, werk aan een gedeelde cultuur en werkprocessen, stuur aan door een heldere regie en biedt professionals ruimte en stabiliteit. In de context van de wijk kunnen we netwerkvaardigheden en het bedienen van verschillende belangen nog aan dit rijtje condities en voorwaarden toevoegen.
Voor steeds meer professionals is de wijk een belangrijk schaalniveau. Vaak blijkt dat voor wijkprofessionals de randvoorwaarden voor samenwerken zoals voldoende tijd en geld en professionele ruimte echter gebrekkig zijn. Uit bestaande studies komt naar voren dat knellende wet- en regelgeving de samenwerking tussen wijkprofessionals regelmatig belemmert. Goede communicatie tussen hen staat onder druk, bijvoorbeeld omdat privacygevoelige informatie niet wordt gedeeld. Van professionele stabiliteit is weinig sprake: er is een groot verloop en vacatures zijn moeilijk te vervullen. Verder zijn de werkprocessen tussen partijen niet altijd helder verdeeld. Samenwerking in de wijk c.q. in elkaars nabijheid en bij overlappende kennis over bijvoorbeeld personen met meervoudige problematiek lijkt vooral te leiden tot rol-discussies en rolverwarring, zowel bij het formuleren van een probleemanalyse en een gezamenlijke werkwijze, maar ook als er concreet gehandeld moet worden op straat of in wijkvoorzieningen.
Er bestaan inmiddels vele pilots, initiatieven, werkplaatsen, leernetwerken gericht op het bevorderen van integraal samenwerken tussen wijkprofessionals. Gedurende de looptijd van een project is er vaak een verbetering in de samenwerking, maar wanneer de financiering stopt, vallen opgebouwde netwerken snel weer uiteen. Of het lukt niet of niet voldoende om datgeen wat goed gaat een plek te geven in de bestaande (wijk)structuren van de betrokken organisaties.
Samenwerking in de wijk lijkt onderhand zelf een wicked problem. Op basis van de input van partners van PREVENT en de geconstateerde kennislacunes formuleren we bij dit thema de volgende richtinggevende vragen: