In dit blok zoomen we specifiek in op moeilijk bereikbare groepen. Veel PREVENT praktijkpartners zoeken naar manieren om in de wijk preventie te optimaliseren om voor risicogroepen de kwaliteit van leven te bevorderen, gezondheidsverschillen te verkleinen en efficiency te bevorderen. Nu meer mensen ‘afhaken’ (minder vertrouwen hebben in instituties) en tegelijkertijd de behoeften aan welzijn en zorg toenemen, is een terugkerende praktijkvraag hoe risicogroepen die nu vaak niet bereikt worden, voortaan toch goed bereikt en integraal bediend kunnen worden.
Kanttekening daarbij is dat er kritisch gekeken moet worden naar de term ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’, en de vraag voor wie deze moeilijk bereikbaar zijn. Door doelgroepen te benoemen als moeilijk bereikbaar, wordt het probleem (deels) bij hen gelegd, terwijl het wellicht (ook) bij de communicerende partij ligt. Let wel: veel van deze doelgroepen zijn wel degelijk goed bereikbaar voor de personen en instanties die zij vertrouwen.
Veel huishoudens en mensen in kwetsbare posities hebben weinig sociaal kapitaal, veel stress en zijn vooral druk in de weer met het overleven van dag tot dag. Ze hebben weinig mogelijkheden om verder vooruit te kijken en kennen lang niet alle wegen naar hulp. Onderzoek laat zien dat gestructureerde informatie en gestructureerde werkwijzen mensen stap voor stap kunnen helpen weer zelf ‘de weg te vinden’ en vertrouwen te krijgen in instellingen. Zowel in welzijn (bv. mobility mentoring voor mensen met schulden), als in de zorg zien we deze navigatiehulp vaak effectief is. Voorwaarde is vaak wel dat deze navigatiehulp zo laagdrempelig mogelijk in de wijk georganiseerd moet worden, met een zeer heldere en begrijpelijke communicatie.
Heldere communicatie wordt soms ten onrechte opgevat als een inhoudelijke versimpelde voorstelling van zaken. Door te veel versimpeling slaat men de plank echter vaak mis. Niet alleen voor professionals maar ook voor onderzoekers is het vinden van de juiste toon en taal lastig. Bij interviews en surveys is het bijvoorbeeld nodig om zo laagdrempelig mogelijke toestemming te vragen voor gebruik van de data. Door een geringe taalbeheersing blijft dit voor sommige mensen echter een moeilijke opgave. Dit leidt vaak tot een lagere respons en participatie bij deze groep.
Voor mensen met een lagere taalbeheersing geldt daarnaast dat zij moeizaam te bereiken zijn via schriftelijke communicatie. In het algemeen lijkt het van belang om het contact face to face te laten verlopen, zeker ook als het gaat om zorg en ondersteuning. Voortdurend wordt immers benadrukt dat bij de ondersteuning van mensen met meervoudige problemen het nodig is dat formele en informele ondersteuners nabij zijn. Termen als ‘relationeel werken’, ‘presentie’ en ‘empathie’ zijn gekende werkwijzen bij mensen die in een overlevingsstand zitten, veel stress kennen en een afstand ervaren tot instanties. Zo’n persoonlijke aanpak is echter tijdsintensief en staat ook vanwege de hoge kosten en het personeelstekort sterk onder druk.
In veel gevallen gaat het om het ondersteunen van mensen met een migratieachtergrond. Sommige onderzoeken laten zien dat werken volgens principes van relationele nabijheid en persoonsgerichte aandacht vanzelf al zorgt voor sensitiviteit naar de achtergrond van bewoners. Anderen benadrukken de extra toegevoegde waarde van cultuursensitief werken.
De kennis wat nu precies effectief preventief werken is bij doelgroepen in kwetsbare posities en/ of met een migratieachtergrond, staat vaak nog in de kinderschoenen. Vandaar dat we in PREVENT de volgende richtinggevende kennisvragen hebben geformuleerd: