Werkvorm studentarena’s

Doel

Het doel van een studentarena is het échte geluid van studenten/leerlingen te delen en op te halen over bijvoorbeeld een evaluatie, conflict of innovatie. Dat krijgt vorm door studenten ‘te zien’ (het podium te geven en eigenaar van het gesprek te laten zijn) en docenten te laten “horen, zien en zwijgen” zodat ze even niet aan het stuur zitten (zo worden stokpaardjes voorkomen , platgetreden paadjes, onbewuste vooroordelen)

Fysieke opstelling

Op het podium:
– Binnenkring: klein groepje studenten (4 maximaal) zitten centraal in beeld met de stoelen naar elkaar gericht.
– Buitenkring: andere studenten staan eromheen. Zichtbaar voor de tribune.

Op de tribune / in de zaal:
– Toehoorders (docenten, management, ??) zitten als publiek achter een denkbeeldige glazen wand. Ze hebben goed zicht op het podium.
– Muurvlieg: Docent of andere medewerker die ‘ergens in de ruimte’ zit.

Werkwijze:

Vraag bepalen
De vraag zal in de regel uit de organisatie komen en wordt voorafgaande aan de sessie bepaald. Bijvoorbeeld: Wat is mooi onderwijs? Hoe kunnen we een excellente school worden? Hoe kunnen we bijdragen aan een betere maatschappij? Wat kunnen we verbeteren?

Eventueel kan aan de deelnemende studenten gevraagd worden om een voorbereidende opdracht te doen: “Neem een plaatje, gedicht, muziek mee wat voor jou antwoord geeft op de vraag.”

Werkwijze en instructie

Podium:

  • Gesprek: Het gesprek vindt plaats in de binnenkring. Daarbuiten mag men niet reageren door iets te zeggen.
  • Bewegen: Buitenkring beweegt naar voren (EENS!) of achteren (ONEENS!) en geeft daarmee informatie aan het publiek en de gesprekspartners.
  • Aftikken: Wil je een nieuwe invalshoek inbrengen, een nieuw onderwerp aansnijden, een ander argument inbrengen, of een tegenwerping maken: tik dan iemand uit de binnenkring af en meen zijn/haar plaats in. Dan mag je meepraten

Zaal:

  • Luisteren: De zaal mag alleen luisteren, kijken en aantekeningen maken. En vooral NIETS ZEGGEN.
  • Vliegtuigje: Als je een vraag hebt, kun je een vliegtuigje sturen aan de studenten. Let op: GEEN MENINGEN!

Muurvlieg:

  • Geeft na afloop zijn/haar reflectie op wat er tijdens de sessie gebeurt of gezegd wordt. Dat is geheel vormvrij: tekening, gedicht, lied, tekst.

Facilitator:

– Leidt het gesprek en is scherp op het proces, bewaakt de tijd en de gespreksregels:

  • Stel elkaar gerust vragen. De interactie is in de binnenkring.
  • Elkaar overtuigen is niet aan de orde. Meningen en ervaringen bestaan naast elkaar en verrijken elkaar.
  • Voor het publiek zijn al jullie ervaringen en juist de verschillen in beleving uiterst waardevol.
  • Neem zoveel tijd als nodig en ben zo kort als mogelijk

– Is scherp op of wat gezegd is duidelijk en concreet genoeg is (LSD, NIVEA)
– Helpt de studenten af te wisselen tussen binnen-buitenkring
– Kan time-out inbouwen om docenten even de gelegenheid te geven onderling te overleggen en evt. vragen op te stellen: “bespreek even in 2-tallen wat je ziet/hoort en wat jou opvalt. Wil je daar een vraag over stellen, stuur dan een vliegtuigje!”
– Raapt vliegtuigjes op en geeft ze aan binnenkring. Deze bepaalt wat ze ermee doen, zoals beantwoorden, negeren, of iets anders ????

Opzet sessie

Schema-studentarena