Interactieve Video in je Onderwijs

In een goede online leeromgeving worden vaak video’s in gezet. Op beeld en met ondersteunende tekst kun je voorbeelden laten zien, een stuk stof uitleggen of demonstreren hoe de theorie in de praktijk kan worden toegepast. Ideaal en multi-inzetbaar!

Het simpelweg kijken van een video leidt echter lang niet altijd daadwerkelijk tot leren. Om iets echt tot je te nemen is het belangrijk om actief met de stof bezig te zijn. Een interactieve video kan hiervoor een uitkomst zijn. Je maakt een video interactief door er vragen, opmerkingen en links aan toe te voegen. Door te verwijzen naar extra bronnen of door bijvoorbeeld toepassingsvragen te stellen is de student actief bezig met de inhoud van de video. Daarnaast kan het gebruik van vragen zorgen dat een student meer inzicht krijgt in wat zij wel of niet weten, en kun je als docent de analytische gegevens van een interactieve video gebruiken om je onderwijs meer aan te passen aan de leerbehoefte van je studenten.

Meerkeuze of open?

In een interactieve video kun je zowel open als gesloten vragen stellen. Open vragen helpen vaak om een student echt aan het denken te zetten, maar deze worden niet automatisch nagekeken. Vaak is een open vraag stellen dus handiger als het een mening betreft of als het vooral is om de student aan het denken te zetten. Een meerkeuzevraag daarentegen is vaak makkelijker te gebruiken om te kijken of een student iets goed heeft begrepen. Doordat de software automatisch bepaald of het antwoord juist of onjuist is, krijgt de student inzicht in eigen kunnen.

Voorspellende vragen

Een goede manier om een student actief te laten kijken, is door vragen te stellen waar later in de video antwoord op wordt gegeven. Dit kan heel simpel met vragen als ‘Waar denk je dat deze video over gaat?’, maar ook meer gerichte vragen waarin de student moet voorspellen hoe een instrument gebruikt wordt of hoe een casus opgelost wordt.

Controlevragen

Een ander soort vraag is een controlevraag. Dit betreft vragen waarvan het antwoord al voorbij is gekomen in de video. Hierdoor kan de informatie eenvoudig verwerkt worden. Voorbeelden van dit soort vragen zijn: “Vat in je eigen woorden samen wat werd gezegd over …” of “Wat was volgens de spreker de beste oplossing voor …?”.

Links en opmerkingen

Naast vragen kun je ook links of opmerkingen toevoegen aan een interactieve video. Het is belangrijk dat je een video niet volledig volstopt met allerlei verwijzingen; bedenk goed of de link/opmerking verband houdt met de inhoud van de video en wat de toegevoegde waarde is. Het kan bijvoorbeeld heel handig zijn om een link naar extra uitleg op te nemen, of om juist een verdiepende opdracht toe te voegen.

Structureren of vrijheid bieden

Door het toevoegen van interactieve elementen heb je als docent ook de mogelijkheid om reacties af te dwingen voordat de video verder gaat. Dit kan een handige manier zijn om studenten te wijzen op een belangrijk concept of een concept dat zij nodig hebben voor het vervolg van de video. Het nadeel van deze verplichting is de verminderde autonomie bij de student, wat een belangrijk onderdeel voor de motivatie is. Door het verplicht aan te bieden is de student niet meer in staat te kiezen welke onderdelen hij/zij bekijkt, bijv. omdat alleen dat onderdeel bijgespijkerd moet worden of omdat de andere onderdelen voor (bijv.) het project niet relevant is. Het mooie is dat je docent kan kiezen tussen het bieden van een vaste structuur of het bieden van vrijheid, afhankelijk van bijvoorbeeld de plaats in het curriculum en/of de gevraagde mate van zelfstandigheid van de student.

Meer weten over een Proof of Concept die we op de HU gaan doen met interactieve video? Neem contact op met Lotte van Leengoed of kijk op Digitale.hu!