Onderzoek en professionalisering: interview met Lisette Munneke

Onderzoek en professionalisering: interview met Lisette Munneke

De coronacrisis heeft gevolgen voor onderzoek binnen de hogeschool. Samenwerking met partners uit praktijk en onderwijs lijkt op afstand moeilijker te organiseren. Maar online hulpmiddelen kunnen onderzoekers ook grote voordelen bieden. Je moet alleen wel leren hoe je ze het beste kan inzetten. Lisette Munneke bepleit professionalisering aan de hand van herkenbare thema’s: ‘Hoe zorg je dat je onderzoek doorwerking heeft?’

Blended en praktijkgericht

Net als in het onderwijs is online voor onderzoek een blijvertje. Wat houdt blended praktijkgericht onderzoek precies in? Lisette: ‘Blended PGO is een mix van online en offline onderzoek.’ Online heeft daarbij een aantal grote voordelen. ‘Stakeholders melden zich bijvoorbeeld makkelijker aan voor online evenementen. Deelname aan onderzoek is daardoor laagdrempeliger.’ Daarnaast zijn er de vele tools of hulpmiddelen die het leven van een onderzoeker vergemakkelijken: ‘Je kan beter aan een kwalitatieve analyse werken als je tools samen deelt en gegevens in beeld hebt.’

Offline én online

Om blended PGO een impuls te geven is er inmiddels het Actieplan blended PGO.  Dit actieplan komt voort uit de NWO-subsidie ‘Impuls 2020,’ bedoeld om de infrastructuur voor onderzoek binnen de hogeschool te versterken. Welke stappen zijn nu aan het eerst aan de orde? ‘We willen komen tot een toolbox voor onderzoekers om in te zetten,’ legt Lisette uit. ‘Daarnaast richten we ons op professionalisering.’ Voor dat onderdeel werken onderzoekers uit de groep Blended Research nauw samen met medewerkers van het Teaching & Learning Network.

Professionalisering van onderzoekers

Onderzoek is inmiddels een expertisegebied binnen het Teaching & Learning Network (TLN). ‘Er is aandacht voor professionalisering van onderzoekers en voor ontwikkeling van onderzoekend vermogen van onderzoekers, docenten en studenten,’ vertelt Lisette. TLN biedt bijvoorbeeld het traject Efficiënt datamanagement met SPSS. Een mooie ontwikkeling is daarnaast te zien bij lerende communities, zoals de supportgroep kwalitatieve analyse: ‘Dat is echt een lerend netwerk, waarin onderzoekers elkaar ondersteunen,’ benadrukt Lisette. ‘We willen ook netwerken vormen waarin onderzoekers gezamenlijk onderwerpen oppakken.’

Brede thema’s

Belangrijk bij professionalisering is om uit te gaan van brede voor onderzoekers herkenbare thema’s, stelt Lisette. Waar moet je dan aan denken? ‘Bijvoorbeeld aan vraagstukken als: hoe betrek je de stakeholders bij verschillende gradaties van participatie? En in verband met vraagarticulatie: hoe herken je als onderzoeker de relevante onderwerpen?’ Dat soort vragen zijn niet alleen interessant voor onderzoekers die van de universiteit komen, maar voor alle docenten binnen het hbo die met onderzoek aan de slag willen.

Tools voor onderzoekers

Vanuit die brede thema’s kan je dan bekijken welke online tools je wil gebruiken. Lisette noemt als eerste het programma Mural: ‘Dat is een hele belangrijke, ook als de coronacrisis straks voorbij is.’ Maar ze waakt voor teveel nadruk op digitale vaardigheden. ‘Online kan je een prima introductie op Mural volgen, zodat je de basisvaardigheden mee krijgt. Maar hoe ga je als professional om met mensen die niet zo digitaal vaardig zijn? Wat is er nodig om mensen goed voor te bereiden? Of om bijvoorbeeld slechtzienden mee te krijgen?’

Bekendheid vergroten

Voor de verdere ontwikkeling van onderzoek binnen de hogeschool is er nog wel werk aan de winkel. Wat moet er als eerste gebeuren? Lisette: ‘Het is zaak om de bekendheid van onderzoek te vergroten. Als nieuwkomer is het best lastig om daarin je weg te vinden.’ Het zou al schelen als instituten en kenniscentra de werving van docenten gezamenlijk op gaan pakken. En als onderzoek binnen het profiel van de hbo docent een prominentere plek krijgt. Haar ideaalbeeld? ‘Iedere docent met een been in het onderwijs en het andere been in een lectoraat.’

HU-onderzoek: leren en innoveren