Auteur: Lous Krechtig
Cliënten komen binnen een gedwongen kader terecht vanwege hun gedrag: zij hebben bijvoorbeeld een delict gepleegd, op straat overlast veroorzaakt, hun kinderen verwaarloosd. Maar het gedrag staat niet op zich. Gedrag komt vaak voort uit of wordt gevoed door opvattingen, overtuigingen, waarden of zelfs ideologieën. Hoofdstuk 20 gaat over dat aspect van het werken in gedwongen kader: wat te doen met de opvattingen die achter het gedrag schuilgaan of die het gedrag aandrijven en voor de cliënt rechtvaardigen. Daarin is ook specifiek aandacht voor ideologisch aangedreven delicten.
Hieronder vind je materiaal aanvullend op het hoofdstuk.