Complexe schulden

Inleiding: Dit betreft een opdracht die uit casuïstiek met reflectievragen bestaat, ofwel uit een kort stukje theorie met daarbij reflectievragen. De auteur van het hoofdstuk heeft vragen geformuleerd waarmee de lezer wordt uitgenodigd om verder na te denken over de aangeboden stof in het hoofdstuk uit het boek en om daar bijvoorbeeld op de werkvloer of in de klas over in gesprek te kunnen gaan.  De opzet van de opdracht is niet een ‘vraag en antwoordmodel’, maar dient als vertrekpunt om dieper op de materie in te gaan en om de vertaling te maken van de theorie uit het hoofdstuk naar de praktijk.

 Vragen:

1. In het hoofdstuk staat de casus van Dylan omschreven. Als je kijkt naar het verloop van het leven van Dylan, welke vragen zou jij Dylan stellen als jij hem als forensisch sociale professional (of in opleiding) voor het eerst zou spreken?
2. In het hoofdstuk lees je vervolgens ook hoe belemmeringen in de begeleiding van cliënten met schuldenproblematiek vaak worden ervaren en hoe adequate hulpverlening er in de casus van Dylan zou kunnen uitzien.
   a. Welke belemmeringen herken je in de casus van Dylan?
   b. Welke werkzame factoren herken je in de casus van Dylan?
3. Als je kijkt naar jouw rol als forensisch sociale professional (in opleiding), welke rol zie jij voor jezelf in de aanpak van schuldenproblematiek onder delinquenten? En hoe zou dit er in de casus van Dylan concreet kunnen uitzien?
4. Waarop wil jij – gelet op je rol als forensisch sociale professional (in opleiding)- na het lezen van dit hoofdstuk meer alert zijn dan je van tevoren was?
   a. Kun je een voorbeeld noemen van een situatie die je met de kennis uit dit hoofdstuk anders zou aanpakken dan je hebt gedaan en waarom?
   b. Wat heb jij – gelet op jouw rol en expertise- nodig om cliënten beter te begeleiden en hierin adequaat samen te werken met andere professionals?
5. Beschrijf een casus uit je eigen praktijkervaring (dat kan zijn stage of werk) en beantwoord de volgende vragen:
   a. Welke signalen van (mogelijke) schuldenproblematiek zie je in deze casus?
   b. Hoe zou je deze signalen bespreekbaar kunnen maken met de betreffende cliënt?
   c. Wat zou jijzelf kunnen doen om de betreffende cliënt bij de aanwezige schulden en materiële problemen te begeleiden?
   d. Hoe zou je rond deze cliënt kunnen samenwerken met andere professionals in de aanpak van de materiële problemen?

Bespreek de casus en je antwoorden op de vragen met groepsgenoten (dat kan zijn studiegenoten, studenten van andere sociale opleidingen of collega’s) en wissel uit.