Begrippenlijst

Discoursanalyse

Een analyse van de wijze waarop mensen met elkaar in gesprek zijn.

Discursieve activiteiten

Activiteiten die mensen met taal inzetten om al pratende hun geloofwaardigheid te versterken, een houding te verwoorden of betekenis aan iets te geven.

Discoursanalytisch onderzoek

Onderzoek waarbij je inzicht verwerft in de wijze waarop mensen hun ideeën en gedragingen verwoorden.

Discursief perspectief

Een onderzoeksbenadering waarbij gefocust wordt op de wijze waarop uitingen worden gedaan.

Discursieve psychologie

Vindt zijn oorsprong in de sociale psychologie en kijkt naar hoe mensen de werkelijkheid en zichzelf construeren door middel van taal.

Emotioneel taalgebruik

Tonen van betrokkenheid, uitingen van hoop en vrees.

Groepsvormend

Benadrukken van bepaalde gedragingen en eigenschappen van de eigen of de andere groep. Bijvoorbeeld beschuldigen van een groep (“de bevolking” heeft het af laten weten), labels toekennen aan groepen (Wappies).

Gesprekszorgen

Gebruikers van sociale media proberen beschuldigingen te voorkomen of te weerleggen door bepaalde zaken te benadrukken. Hoe dat er precies uitziet, is afhankelijk van wat er in een specifieke interactionele context op het spel staat.

Identiteitsopbouwend

De manier waarop taalgebruikers taal en interactie gebruiken om zichzelf te presenteren.

Issuevorming

Als een situatie aandacht en zorg van invloedrijke publieken en stakeholders krijgt omdat zij bepaalde risico’s lopen en veiligheid, vrijheid of welzijn in het geding zijn.

Noticing

Het vermogen tot het kunnen inspelen op onbekende aspecten zodat snel gereageerd kan worden op issuevorming.

On the spot taalgebruik

Er wordt nadrukkelijk een beeld geschetst van de situatie ter plekke, alsof men de reporter is ter plaatse, suggestie wordt gewerkt dat men er zelf bij is/toegang heeft tot de scene. Het claimen van toegang tot de situatie.

Publieke domein

De (denkbeeldige) (digitale) openbare ruimte tussen burgers en overheid.

Scenario schetsend

Speculeren over een bepaald verloop van gebeurtenissen, zinspelen op een bepaalde uitkomst.

Taalgebruik

De taal die mensen gebruiken in verschillende situaties en waarmee verschillende effecten worden opgeroepen.

Verifiëren

Bijvoorbeeld door het plaatsen van vraagtekens bij wat men leest, door te vragen naar “betrouwbare bronnen” en “meer nieuws” laten taalgebruikers zien dat het geschetste scenario zijn oorsprong vindt in de beweringen van anderen, de schrijver van de post is dus niet meer zelf de bron van informatie, maar er wordt afstand gecreëerd). Hierdoor kan men er niet zelf voor verantwoordelijk worden gehouden als het scenario niet zou blijken te kloppen.

G-JRLGWV62TG