Van de hoeveelheid verschillende soorten vragen word ik enthousiast. Vooral wat je met plaatjes kan doen. En de brainstormfunctie (lijkt op post-its) was een uitkomst in het online-lesgeef tijdperk. En er komen steeds nieuwe vraagvormen bij. Bij deze mogelijkheden steken de andere gratis vormen mager af.
Het aanmaken van een nieuw evenement (=quiz) is duidelijk, volg de blauwe plusjes en de potloodjes en je hebt een quiz.
De ins en outs leren kennen
In eerste instantie miste ik de mogelijkheid om te zien welke studenten deelnamen. Wooclap telt de hoeveelheid antwoorden en niet de hoeveelheid studenten die meedoen. Maar daar heeft Renee van de Berg een leuke workaround voor gevonden. In een extra tabblad kan je het rooster weergeven en dan kan je vanuit huis meekijken wie welke vragen heeft ingevuld.
Namen kan je ook laten opgeven. Dan kan je de competitiebeker gebruiken, na één vraag of na meerdere vragen kan je showen wie de meeste vragen goed heeft. Het heeft geen indringend muziekje á la Kahoot. Over dat muziekje zijn de meningen toch al verdeeld.
Gebruikersvriendelijk
Je merkt dat het een tool is dat in eerste instantie is ontworpen om af en toe een vraag aan een groot publiek te stellen. Het duurde even voordat ik technisch door had hoe je een reeks vragen door een student in eigen tempo en tijdstip kan laten invullen. Het kan wel (deelnemerstempo) en dat werkt lekker. Met ‘de berichtenmuur’ heb ik niet veel geëxperimenteerd.
Het delen van een gemaakte quiz met collega’s gaat gemakkelijk. Het behelst niet meer dat een code doorgeven, een instelling aanvinken en importeren maar. Voordat je een quiz start met een nieuwe groep, eerst even resetten.
En niet onbelangrijk, de integratie met PowerPoint werkt goed. In één dia kan je een vooraf gemaakte vraag uploaden. Dat scheelt weer klikwerk. Het kan ook andersom, dat je de PowerPoint in de Wooclap omgeving hangt.
Vanuit het AVG-oogpunt geldt het als veilig, wel zo’n lekker gevoel.