Horizontaal samenwerken is… aanhaken en doorpakken

Steeds vaker horen we termen als multidisciplinaire teams, netwerkorganisaties en community vorming. Wat daar een onmisbaar onderdeel van is, is horizontale samenwerking. Wat betekent dat via de horizontale as er vanuit HU-instituten en diensten wordt samengewerkt aan eenzelfde thema. De DLO draagt daar hard aan bij, zo ook rondom de implementatie van Canvas.  
 
Onderwijsinnovatie, Expertisecentrum Docent Hbo(EDH), superusers en DLO werken samen aan de adoptie van Canvas in de organisatie. In gesprek met de verschillende expertisegroepen in deze samenwerking is een driedelige serie tot stand gekomen. In deze eerste blog vertellen Wanda Fracheboud, lid van Team Leren van DLO, en Sjirk Zijlstra, superuser en projectleider uitrol Canvas bij het Institute for Life Sciences & Chemistry, over het minder verkokerd opereren en professionele ontwikkeling dankzij horizontale samenwerking.  

Organische totstandkoming 

Met Canvas heeft de DLO een grote nieuwe tool in huis gehaald waarbij goed nagedacht moet worden over hoe dat het beste door docenten gebruikt kan worden. “Het kan echt heel veel en we merkten bij DLO al snel dat het bij docenten prikkelde tot bredere vragen, zoals: “wat kan je er mee, hoe moet je het inzetten, is het ook echt beter?” Dat zijn vragen die we als DLO niet zomaar kunnen beantwoorden en daarom zijn we heel erg de samenwerking met anderen gaan opzoeken”, vertelt Wanda. “Een project als Canvas is in principe succesvol als iedereen in Canvas zit, maar we zien vanuit DLO liever dat het integraal wordt meegenomen door onderwijsinnovatie en professionalisering, zodat het onderdeel van de innovatie en van het standaard proces wordt. We zijn daarom samen gaan zitten met het EDH en met Onderwijsinnovatie om te praten over de mogelijkheden. Daarna heeft de samenwerking zich langzaam als een olievlek verspreid.” Sjirk: “Inderdaad, toen ik dat hoorde ben ik aangehaakt vanuit mijn instituut omdat ik zelf de interesse had om de Canvas-cursus die we hadden gemaakt voor mijn collega’s goed terecht te laten komen en zo kwamen jullie ook weer bij ons terecht.” 

Zo blijkt dat de samenwerking erg vanuit de operationele behoefte tot stand is gekomen. De tooling komt hiermee vanuit DLO, de behoefte vanuit de instituten en superusers en de expertise over professionaliseren en nieuwe werkvormen vanuit EDH en Onderwijsinnovatie. Uiteindelijk zaten ze met elkaar aan tafel en hebben ze twee trainingen opgeleverd: ontwerpen in Canvas (als onderdeel van het EDH aanbod) en een training voor superusers (als onderdeel voor de implementatie). “Het feit dat je elkaar hierin hebt gevonden en gezamenlijke interesses deelt is zeer belangrijk”, meent Sjirk. “Het is een stukje communityvorming waarbij je elkaar probeert op te zoeken en moet blijven voeden.” 

Minder verkokerd opereren 

“Door programma’s als DLO, EDH en Onderwijsinnovatie vergeten we bijna dat zuilen en kokers bestaan en dat het gros van de mensen zich alleen daarbinnen begeven, omdat ze het simpelweg te druk hebben om door de organisatie te kunnen bewegen. De programma’s gaan er juist dwars doorheen en hebben de luxe om overal verbindingen op te zoeken. Maar dan zie ik nog steeds dat twee docenten bij de volgende Canvas activiteit bij elkaar komen en erachter komen dat ze met hetzelfde vraagstuk stoeien terwijl ze normaal bij wijze van twee kamers van elkaar verwijderd zitten,” vertelt Wanda. Sjirk vult aan: “Ja precies, met de adoptie van Canvas loopt iedereen een vergelijkbaar proces door en loopt iedereen ook tegen dezelfde fouten aan, maar als we voor meer uitwisseling zorgen tussen de locaties kunnen we dit al verbeteren. We hebben nu een cursus gemaakt en er komt een Canvas Café met themasessies. Dat gaat al erg helpen om elkaar proberen op te zoeken en even uit je koker te stappen.”  

Het is zeker geen pleidooi om kokers op te heffen. “Je hebt namelijk mensen nodig die binnen een instituut of dienst de boel goed runnen en juist de koker in stand houden, zodat het een geheel vormt. Alleen je hebt ook mensen nodig die dwarsverbindingen maken en zorgen voor dynamiek”, meent Sjirk. Hij gaat verder: “Als we de horizontale samenwerking opzetten en elkaar weten te vinden is dat ideaal voor ons instituut. Je bent sneller, slagvaardig en daadkrachtig.” Wanda: “Ja, we kunnen veel van elkaar leren en we erkennen dat we een gezamenlijk doel hebben dat we willen bereiken. Maar hierbij heb je ook steun nodig van je lijn. Vanuit DLO maken we dankbaar gebruik van horizontaal samenwerken, maar we realiseren ons terdege dat de tijd die docenten erin stoppen afgaat van andere dingen. Er is een spanningsveld tussen instituut specifieke doelstellingen en investeren in kennis. Beslissingen gaan sneller dan het opdoen van kennis dus als we pas kennis ophalen op het moment van beslissingen resulteert dat altijd in ‘achteraf gezien hadden we beter…’. Doelstellingen zijn wel degelijk nodig om het werk goed en efficiënt uit te kunnen voeren, maar het is ook goed om dat juist een beetje grijs te houden en daar de ruimte te laten voor de werknemers.” 

Professionele vrijheid en ontwikkeling  

Het gaat om het geven van professionele vrijheid, zodat iemand zijn kansen kan benutten zoals Sjirk het zo mooi zegt: “We hebben binnen ons instituut een verticale ontwikkeling richting de beroepspraktijk die vrij vanzelf gaat, maar ook een horizontale ontwikkeling als met de diensten logistiek, marketing etc. en daar moet ruimte en tijd voor vrijgemaakt worden. Daarvoor moet je een durfinvestering doen. Daarbij maak je bijvoorbeeld iemand verantwoordelijk om kennis over Canvas van buiten het instituut naar binnen te halen, maar je weet niet van tevoren of het zich gaat uitbetalen. Daar heb je de professionele vrijheid.” En dat moet ook wel passen bij de ontwikkeling van de persoon meent Sjirk: “De ontwikkeling van kwaliteiten van een persoon speelt hierbij een rol. Dat je elkaar weet te vinden, gezamenlijke interesses hebt en met elkaar optrekt is een eigenschap die in de persoon zit en niet in de functie. We kunnen actief gaan werken aan allerlei vaardigheden die passend zijn voor docenten en het zou mooi zijn als we daar meer aandacht aan gaan besteden, want dat kan een docentengroep ook verder helpen.” 

In die zin heb je in de professionele ontwikkeling van een persoon ook horizontale samenwerking nodig. Wanda: “De ene docent is een super begiftigd spreker en de andere docent kan weer heel goed toetsmatrijzen ontwerpen. Dus die samenwerking heb je ook nodig binnen onderwijsteams, want dan maak je veel beter gebruik van de expertise van mensen. Ik ben ook docent in opleiding en maak ontzettend dankbaar gebruik van het vele contact met docenten. Het vak van docent vergt creativiteit en dat volgt ook uit afkijken van wat anderen doen en dan daar je eigen draai aan geven. Kennis ophalen via deze horizontale samenwerking, wat ook niet al te georganiseerd moet zijn, en hierin ruimte laten voor de toevalligheden is een belangrijk onderdeel van het creatieve proces.” 

Kortom, Sjirk en Wanda zien allebei de mogelijkheid om horizontale samenwerking in de toekomst een goede positie te geven om slagvaardig en daadkrachtig te kunnen werken en hierbij jezelf verder te professionaliseren. “Deze samenwerking van nu zal dan ook niet snel ophouden. Als Canvas geadopteerd is zal er vast en zeker weer ergens anders een organisch geheel ontstaan waar wij verder op kunnen gaan, omdat we elkaar dus weten te vinden.”