Persoonlijke voornaamwoorden: waarom het tijd is voor inclusieve communicatie!

Persoonlijke voornaamwoorden: waarom het tijd is voor inclusieve communicatie!

Tegenwoordig zie je in de media steeds vaker aandacht voor pronouns, oftewel persoonlijke voornaamwoorden. Wat zijn pronouns precies, waarom zijn ze belangrijk en voor wie, hoe gebruik je ze correct en waarom moeten we zo wennen aan genderneutrale voornaamwoorden?

Wat zijn pronouns?

Pronouns (persoonlijke voornaamwoorden) zijn functiewoorden die je gebruikt om te verwijzen naar personen. In het Nederlands kennen we bijvoorbeeld van oudsher ‘ik/mij/mijn’ om te verwijzen naar jezelf, ‘jij/jou/jouw/u/uw’ om te verwijzen naar je gesprekspartner en ‘hij/hem/zijn/zij/haar’ om te verwijzen naar een derde persoon. De voornaamwoorden ‘hij/hem/zijn’ worden normaliter gebruikt om te verwijzen naar personen die zich identificeren als man en ‘zij/haar’ voor personen die zich identificeren als vrouw. Recentelijk zijn daar genderneutrale pronouns bijgekomen, zoals ‘die/diens’ en ‘hen/hun’. Naast deze meest gebruikte voornaamwoorden, bestaan er ook neopronouns, zoals ‘xij’, ‘fij’ en ‘ey’.

Wie hebben en gebruiken pronouns?

Simpel: iedereen. Elk mens heeft een voorkeur voor een set (of meerdere sets) voornaamwoorden voor zichzelf. Zo vinden de meeste (maar niet alle) vrouwen het prettig als anderen naar hen verwijzen met ‘zij/haar’ en de meeste (maar niet alle) mannen als men naar hen verwijst met ‘hij/hem/zijn’. Voor mensen die buiten de binaire genderindeling vallen (bijvoorbeeld non-binaire, genderqueer en genderfluïde personen), geldt dat zij de voorkeur kunnen geven aan ‘hij/hem/zijn’, ‘zij/haar’, ‘die/diens’, ‘hen/hun’, een combinatie van de voorgaande of nog andere voornaamwoorden (de eerdergenoemde neopronouns).

Normaliter verwijzen mensen niet naar zichzelf in de derde persoon. Het gebruiken van persoonlijke voornaamwoorden als je spreekt of schrijft, doe je dus voornamelijk als je het over anderen hebt.

Waarom zijn pronouns en correct gebruik ervan belangrijk?

Het is daarbij belangrijk dat je aan anderen vraagt wat hun voorkeur is qua pronouns en dat je deze voorkeur respecteert door naar diegene te verwijzen met de juiste voornaamwoorden.

Het is een misvatting dat je aan iemands fysieke toestand of uiterlijk/expressie kunt zien welke voornaamwoorden iemand heeft. Vaak (maar niet altijd) is dit wel het geval bij personen die cisgender zijn, dat wil zeggen dat hun geboortegeslacht overeenkomt met hun gender. Veel (maar niet alle) mensen die bij de geboorte het label ‘vrouw’ of ‘man’ krijgen en zich daar hun hele leven comfortabel bij voelen, presenteren zich qua lichaam, kleding en kapsel op een bepaalde manier, waardoor anderen er veelal automatisch vanuit gaan dat zij graag ‘zij/haar’ respectievelijk ‘hij/hem/zijn’ willen worden genoemd. Voor sommige transgender personen (waarbij het geboortegeslacht niet overeenkomt met iemands gender) en voor de meeste mensen die buiten de binaire genderindeling vallen, is dit minder vanzelfsprekend. Voor hen is het daarom prettig als anderen naar hun voornaamwoorden vragen en deze correct gebruiken. Op die manier laat je zien dat je hun (gender)identiteit erkent en respecteert.

Wennen aan genderneutrale pronouns

Het gebruik van genderneutrale pronouns is relatief nieuw en deze taalverandering vraagt ook een omschakeling in de mindset van mensen. Dat is voor sommigen lastig. Je bent je hele leven al gewend om alle mensen die je ontmoet op basis van hun uiterlijk in te delen in ‘hij’ en ‘zij’ en het vergt oefening om dat los te laten. Dat is logisch. Het is daarom ook niet erg om je soms te vergissen, als je maar je best doet, open staat voor feedback en prettig reageert als iemand je corrigeert over hun eigen of andermans voornaamwoorden.

  • Ook dit toegankelijke artikel van Quest magazine legt genderneutrale pronouns nog een keer op een laagdrempelige manier uit.
  • Voor de taligen onder ons die vooral taalkundig ongemak ervaren door genderneutrale voornaamwoorden is dit een mooi artikel om te lezen, geschreven voor een Neerlandicus.

Pronouns delen om inclusiviteit en veiligheid te vergroten

Om er samen voor te zorgen dat de Hogeschool Utrecht een inclusieve en veilige plek is voor álle studenten en medewerkers, helpt het als we het proces van het delen van je eigen voornaamwoorden normaliseren. Als namelijk ook cisgender personen hun eigen voornaamwoorden actief delen, dragen zij bij aan de notie dat je niet aan iemand kunt zien welke pronouns iemands voorkeur hebben. Daarmee wordt het normaler en dus ook makkelijker voor iedereen (inclusief transgender personen) om hún voornaamwoorden te delen.

Het delen van je voornaamwoorden kan bijvoorbeeld op de volgende manieren:

  • Zet je voornaamwoorden in de handtekening van je e-mail, bijvoorbeeld tussen haakjes achter je naam.
  • Schrijf je voornaamwoorden achter/onder je naam op naamstickers en naambordjes.
  • Noem tijdens kennismakingsrondes niet alleen je naam, maar ook je voornaamwoorden.

Als je kennismakingsrondes leidt of evenementen organiseert, kun je anderen hierin ook actief stimuleren door dit te faciliteren en door zelf het juiste voorbeeld te geven.

Meer informatie of vragen?

Wil je meer leren over persoonlijke voornaamwoorden? Bekijk dan onderstaande links.

www.mijnvoornaamwoorden.nl (NL)
www.mypronouns.com (Engels)
https://pronounsday.org (Engels)

Heb je vragen, twijfels of wil je advies of een training voor jouw team over het correct gebruik van ieders pronouns? Neem dan contact op met de Gender & Sexuality Alliance (GSA) van de Hogeschool Utrecht, onderdeel van het netwerk Diversiteit & Inclusie: gsa@hu.nl

 

 

Vond jij dit interessant? Bekijk wat het Netwerk D&I nog meer te bieden heeft via actueel.

Heb je aan-of-opmerkingen, wil je jouw verhaal kwijt of wil je eens kennismaken? Neem dan contact met ons op via het contactformulier. We blijven graag in gesprek.

enEnglish