Casus
Een student komt naar je toe met vragen over een verslag of andere schrijfopdracht. De student geeft aan overweldigd te zijn door alle informatie en weet niet hoe te beginnen met het schrijven. Je reageert inhoudelijk op de vragen, maar je merkt dat de student meer hulp goed kan gebruiken. Als docent weet je hoe jouw verslag, of schrijfopdracht, vormgegeven moet worden, maar hoe zorg je ervoor dat deze student bij een ander vak niet weer tegen hetzelfde probleem aanloopt?
Het is belangrijk om er eerst achter te komen waar de student écht tegenaan loopt.
Heeft een student problemen met schrijfopdrachten? Dat kan verschillende oorzaken hebben:
- De student heeft niet alle benodigde kennis
– De eisen zijn onduidelijk.
– De (deel-)taken zijn onduidelijk.
– De functie van de (deel-)taken is onduidelijk.
– Het is onduidelijk uit welke stappen de (deel-)taken bestaan. - De student beschikt niet over de benodigde studievaardigheden
– De student kan niet (goed) doelgericht werken.
– De student kan tijd niet (goed) managen.
– De student kan zich niet (goed) concentreren. - De student beschikt niet over de benodigde schrijfvaardigheden
– De student kan niet (goed) structureren.
– De student kan geen (goede) probleemstelling formuleren.
– De student kan niet (goed) gericht schrijven.
– De student kan niet goed bronnen gebruiken in de tekst.
– De student kan niet (goed) onderbouwen/argumenteren.
– De student heeft Nederlands niet als moedertaal. - De student heeft niet de juiste attitude
– De student wil niet voldoen aan de eisen.
– De student kan het niet opbrengen om te voldoen aan de eisen.
– De student is niet gemotiveerd voor het onderwerp en/of de opdracht. - De student bevindt zich in omstandigheden die het moeilijk of onmogelijk maken om aan de eisen te voldoen.
– De student komt in tijdnood door drukte met andere studieonderdelen, werk of andere bezigheden.
– De student heeft fysieke of psychische problemen.
– De student heeft beperkte mogelijkheden om een computer, printer, of boek te gebruiken.
Hoe kan je als begeleider de student hierbij ondersteunen?
Verschillende oorzaken vragen om verschillende oplossingen. HU Helpt biedt verschillende voorzieningen en begeleiding aan. Per oplossing wordt kort toegelicht wat je als begeleider zelf kan doen, en waar je de student kan doorverwijzen.
- Heeft de student niet alle benodigde kennis? Dan is het belangrijk om door te vragen welke kennis de student precies mist. Je kan de student helpen door zelf de missende informatie te verstrekken. Of adviseer de student waar hij/zij de benodigde informatie kan vinden.
- Mist een student studievaardigheden voor het schrijven van een verslag/opdracht? De student kan daarvoor terecht bij het Student Support Centre. Hier worden het hele jaar door trainingen, workshops en masterclasses gegeven voor verschillende vaardigheden die voor de studie nodig zijn. Denk aan werkwoordspelling, ‘Leren moet je Leren’ en tentamentraining.
- Mist een student specifiek schrijfvaardigheden, of wil deze extra leren, dan kan je de student wijzen op de website Taalwinkel met veel informatie en voorbeelden. Ook kan de student doorverwezen worden naar Taalsupport. Daar kan de student gekoppeld worden aan een ervaren schrijfcoach voor een coachingsgesprek. Taalsupport kijkt niet naar spelling en grammatica, maar helpt bij het verbeteren van de schrijfvaardigheid van de student. De focus ligt op argumentatie, structuur en samenhang in de tekst. De student kan daarnaast workshops volgen, zoals “Hoe begin je met je tekst”, Literatuur zoeken en gebruiken, werkwoordspelling, etc. In overleg kunnen deze workshops ook binnen een vak voor alle studenten aangeboden worden. Heeft de student Nederlands niet als moedertaal en is dat de voornaamste reden dat het schrijven moeizaam gaat, dan kun je een student verwijzen naar HUHome. HU HOME is een studenteninitiatief voor en door anderstalige studenten. Het is opgericht om studenten met een migratieachtergrond en/of een vluchtverleden bij de HU een warm welkom te bieden. HU Home biedt een wekelijks taallokaal aan waar anderstalige studenten hulp kunnen krijgen bij het schrijven in Nederlands als tweede taal. Ook is er een mentorprogramma beschikbaar.
- Heeft een student niet de juiste attitude? Of bevindt de student zich in bijzondere omstandigheden? Voor een student die zich in een moeilijke (persoonlijke) situatie bevindt, zijn er verschillende instanties. Denk aan de decaan, vertrouwenspersonen en studentpsychologen waar je de student naar kunt verwijzen.
Geraadpleegde bron
Bron: © Joy de Jong. hand-outs Tutortraining Writing Center Utrecht