Mensen leven samen en delen lief en leed met elkaar. Soms in goede harmonie, soms met gedoe. In ons leven worden we geconfronteerd met pech en ziekte en met mazzel en successen. Dit delen we met de mensen om ons heen. Daar hebben we ook behoefte aan: we willen tot een groep behoren, erkenning krijgen en liefde delen. De mensen waar we contact mee hebben en die belangrijk voor ons zijn vormen ons sociale netwerk. Dit sociale netwerk staat in beleid het afgelopen decennium weer volop in de schijnwerpers, samengevat onder de noemer participatiesamenleving. Juist bij mensen die leven in complexe situaties vanwege dementie, een licht verstandelijke beperking (LVB) of een Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) speelt de verschraling van hun sociale netwerk een belangrijke rol. In dit artikel beschrijven we hoe de kracht van een netwerk bepaald kan worden, de dynamiek binnen netwerken en enkele aandachtspunten bij netwerkgericht werken.