Taalproductie uitlokken – ruimte geven: Coachingsgesprek
Beschrijving Onderwijssituatie
Student José is in gesprek met haar docent-coach. Het gesprek vindt plaats naar aanleiding van José’s kringgesprek over het prentenboek Douwe Das, waar ben je?. Samen kijken ze naar de beelden van het gesprek en bespreken ze in hoeverre het José gelukt is aan haar leerpunten te werken.
Kijkvraag
De coach laat José zelf verwoorden hoe ze het oefenen van haar leerpunt ervaren heeft. Hoe doet José dat?
Videofragment
Klik hier voor het transcript bij het fragment.
Materialen
Uit: Damhuis, R., A. de Blauw en N. Brandenbarg, (2004) CombiList, een instrument voor taalontwikkeling via interactie, Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands
CombiList observatielijst, kopieerblad 3, deel B3a t/m B3e
Opdrachten
- Wissel uit: Bekijk het fragment waarin José het prentenboek van Douwe Das bespreekt nogmaals en bekijk ook het coachinggesprek. Wat zegt José dat ze aanvankelijk moeilijk vond ? En wat heeft ze door te oefenen ervaren? Hoe doet ze het nu, vind jij?
- Discussie: In een gesprek met een aantal kinderen zijn er altijd praters en stille kinderen. Wat zijn manieren om kinderen die niet veel zeggen aan de praat krijgen?
Theorie
Taalproductie uitlokken suggereert de leraar in een actieve rol. Over welke vorm van ‘uitlokken’ praten José en haar coach?
Taalcompetenties
Uit: Paus e.a. (2003) – Dertien doelen in een dozijn.
Doelstelling 1: Gesprekken voeren met leerlingen
De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen als volwaardige gesprekspartners, zowel individueel als in een groep, over onderwerpen die door alle partners aangebracht kunnen worden, en in het bijzonder over leerinhouden. De gesprekken komen de totale ontwikkeling van de leerlingen, en in het bijzonder hun taalontwikkeling, ten goede.
Subdoel 1.1: De leraar kan analyseren welke talige acties van hem (zoals het stellen van vragen en het geven van antwoorden en feedback) aan het gespreksdoel voldoen.
José voert een gesprek waarin ze reflecteert op haar eigen gedrag naar aanleiding van videobeelden. José benoemt haar (talige) acties die ze in het videofragment terugziet en het effect daarvan op de deelname van de leerlingen. Ze kan aangeven waarom die acties van belang zijn voor taalontwikkeling.