Wat voor leeruitkomsten moet ik nastreven?

Het ultieme doel van het beroepsonderwijs is dat studenten leren hun kennis toe te passen in de situaties waar dat nodig is. Hiervoor hebben studenten een bepaalde kennisbasis nodig die bestaat uit relevante concepten, die nodig zijn voor professioneel vakmanschap. Om uiteindelijk dat professioneel vakmanschap te ontwikkelen is het van belang dat studenten leren de beroepstaak (en de kennis die daarvoor nodig is) toe te passen in routinematige situaties, kritische situaties en nieuwe/innovatieve situaties. Daarvoor is stevige conceptuele ontwikkeling nodig.

Het ontwikkelen van conceptueel begrip kan volgens twee niveaus verlopen. Namelijk surface learning en deep learning.

Bij surface learning gaat het vooral om het leren van feiten en het reproduceren. Een “surface” aanpak van leren wordt dan ook vooral gebruikt bij het memoriseren, begrip en toepassen van één of meerdere concepten. Er wordt niet kritisch op de concepten gereflecteerd en concepten worden niet met elkaar in relatie gebracht.

Bij deep learning gaat het om het leren redeneren. Een “deep” aanpak van leren wordt gebruikt bij het analyseren, evalueren en creëren van concepten. De student gaat op zoek naar betekenis, relateert concepten en ideeën met elkaar, relateert deze aan eerdere ervaringen en ervaringen in andere contexten, reflecteert hier kritisch op, ontwikkeld nieuwe ideeën op basis van nieuwe informatie.

SOLO

Solo (Structure of Observed Learning Outcomes) is een taxonomie gebaseerd op surface en deep learning. Het beschrijft de activiteiten en processen die gepaard gaan met de leeraanpakken (surface/deep).

Dit is goed toe te passen op de vragen die jij als docent aan de studenten stelt. Per dag stel je soms wel honderden vragen aan studenten. Het doel is dat studenten aan het denken worden gezet en begrip ontwikkelen. Maar uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de vragen die een docent stelt alleen vragen om feitenkennis te memoriseren, dus vraagt om een surface leeraanpak (Hattie & Brown, 2004). Sommige onderzoeken laten zien dat wel 80% of meer van de vragen die een docent stelt om surface learning vraagt. In idealere gevallen stellen docenten ook geregeld vragen (en geven daarbij opdrachten) die leiden tot deep learning.

Nuttig is om eens na te gaan wat voor soort leeraanpak jij bij jouw studenten stimuleert door middel van de vragen die je stelt en de opdrachten die je geeft? Vraag jij om surface of deep learning? Het artikel van Hattie and Brown (2004) geeft uitgewerkte voorbeelden van de 4 fasen van de SOLO taxonomy en hoe studenten zich tot die fasen ontwikkelen.

SOLO in het HBO

In de tabel hieronder zijn de SOLO-niveaus uitgewerkt naar de kennisbasis en het professioneel vakmanschap van de hbo bachelor (https://score.hva.nl/Bronnen/SOLO%20taxonomie.pdf).

SOLO niveau kennis van concreet naar abstract kennisbasis professioneel vakmanschap
Unistructureel

(Unistructural)

feiten, concepten, procedures onthouden en begrijpen kennis en inzicht in een afzonderlijk kenniselement, zoals een begrip of hoofdlijn uit theorie of praktijk. n.v.t.
Multistructureel

(Multistructural)

feiten, concepten, procedures –> toepassen kennis en inzicht in diverse kenniselementen, zonder deze aan elkaar te relateren. beheerst diverse aspecten van een (complexe) beroepstaak, zonder deze aan elkaar te relateren.
Relationeel

(Relational)

feiten, concepten, procedures –> analyseren en evalueren de synthese van kenniselementen in een goed gestructureerd kennisbestand. de integratie van kennis, vaardigheden en houdingselementen, die nodig zijn om een beroepstaak uit te voeren in kritische beroepssituaties.
Transferabel

(Extended abstract)

feiten, concepten, procedures –> evalueren en creëren toepassing van geleerde modellen en begrippen op nieuwe kennisgebieden en/of kennisdomeinen transfer van de ontwikkelde bekwaamheid naar nieuwe beroepssituaties en naar situaties buiten het eigen beroepsdomein