Trainershandleiding

Introductie

Dit is een trainershandleiding voor professionals die een training geven over de leeromgeving BEP voor communicatieprofessionals. In deze leeromgeving leren cursisten talige patronen te herkennen in discussies op sociale media met het risico op issuevorming. Om te beginnen worden de leerdoelen van de training uiteengezet. Daarna volgt een beschrijving van de inhoud en opbouw van de training.

Leerdoelen

Aan het einde van de cursus kunnen de deelnemers de volgende patronen in taalgebruik en de bijbehorende effecten herkennen:

a.
 de hoofdpatronen beschrijvend en betrekkend taalgebruik
b.
 binnen bovengenoemde hoofdpatronen de drie effecten

  • scenario schetsend,
  • identiteits opbouwend en
  • groeps vormend

Aan het einde van de cursus kunnen de deelnemers

c.  gesprekszorgen identificeren en
d.  aan de hand van de categorieën en aandachtsgebieden richting geven aan de reactie van de organisatie in dialoog met het publiek.

 

Inhoud en opbouw van de training

In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat voor de training twee dagdelen van elk twee uur en een kwartier de tijd wordt genomen. Het eerste dagdeel bestaat uit een inleiding en een eerste oefening in analyse. Tijdens het tweede dagdeel volgt een tweede oefening in analyse en wordt er geoefend met het formuleren van een reactie op het gesprek dat op sociale media plaatsvindt.

 

DAGDEEL ÉÉN

Inleiding

Er wordt gestart met een inleiding waarin de leerdoelen en de centrale begrippen “issues” en “discoursanalyse” aan bod komen. Daarna wordt de casus Schoorlse Duinen besproken, om van daaruit de begrippen “beschrijvend taalgebruik” en “betrekkend taalgebruik” uit te leggen. Het dagdeel wordt afgesloten met een oefening waarin de cursisten de begrippen “scenario schetsend”, “identiteits opbouwend,” “groeps vormend,” en  in relatie tot beschrijvend en betrekkend taalgebruik leren herkennen.

Introductie casuïstiek en centrale begrippen
Duur: +/- 30 min

  • Hier wordt om te beginnen een beeld geschetst van het huidige landschap voor communicatieprofessionals die aan issuemanagement doen aan de hand van de pagina “Issues” op de BEP website. Het nut en doel van de tool wordt geïntroduceerd.
  • De trainer legt vervolgens de methode van analyse uit aan de hand van de pagina “discoursanalyse” op de BEP website. Hier wordt aandacht geschonken aan het feit dat taal dingen doet en dat het voor de communicatieprofessional van nut kan zijn om zich hier bewust van te zijn.
  • Ten slotte, worden aan de hand van de Staatsbosbeheer casus “Schoorlse Duinen” beschrijvend taalgebruik en betrekkend taalgebruik geïntroduceerd. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van de theorie die op de website te vinden is, onder “Effecten taalgebruik.”


Oefeningen in Analyse

Tijdens dit onderdeel gaan de deelnemers zelfstandig; in tweetallen; in groepjes; en plenair aan de slag met de BEP.

De eerste oefening is gericht op het leren herkennen van taalgebruik dat bijdraagt aan a) het aannemelijk maken van een bepaald scenario (scenario schetsend), b) de wijze waarop sprekers zichzelf presenteren (identiteits opbouwend), en c) het vormen van groepen (groeps vormend), in relatie tot beschrijvend en betrekkend taalgebruik. Dit wordt geoefend aan de hand van tweets uit de casus “Rijkswaterstaat – sluiting Merwedebrug voor zwaar vrachtverkeer.”

De tweede oefening is erop gericht om het inzicht in gesprekszorgen te vergroten, die van belang zijn om tot een adequate communicatiestrategie te komen – waar tijdens oefening drie op geoefend wordt. In oefening twee en drie oefenen de deelnemers met data die zij zelf meenemen.

Oefening 1. Het leren herkennen van patronen
Duur: +/- 1 uur en 30 min (5 min uitleg, 15+30 min zelfstandig werken, 30 min plenair bespreken, 5 min opgeven huiswerk).

  • Aan de hand van Zelf Beppen, worden kort de aandachtsgebieden scenario schetsend, identiteits opbouwend en groepsvormend toegelicht.
  • De deelnemers krijgen vervolgens 15 min de mogelijkheid om Zelf Beppen te exploreren.
  • Daarna wordt de casus “Rijkswaterstaat – sluiting Merwedebrug voor zwaar vrachtverkeer” geïntroduceerd en worden door de deelnemers de drie aandachtsgebieden verkend aan de hand van enkele tweets.
    – De deelnemers gaan daarbij in groepen aan de slag met het analyseren van drie tweets – één van elk aandachtsgebied. De docent mag kiezen of zij de groepen indeelt op betrekkend taalgebruik en beschrijvend taalgebruik, of dat ze de tweets willekeurig uitdeelt.
    – Ten slotte worden de observaties plenair gedeeld. Eén persoon per groep mag de uitkomsten presenteren, waarop de andere deelnemers en de docent mogen reageren. Handig is, om de uitkomsten te noteren op een whiteboard – maar de docent is vrij om hier zelf vorm aan te geven.
  • Na afloop van de oefening presenteert de docent de uitkomsten van het Merwede onderzoek en wordt er een korte samenvatting van de dag gegeven.
  • Ten slotte, wordt het huiswerk opgegeven. In voorbereiding op de volgende oefening, mogen de deelnemers het onderdeel gesprekszorgen lezen. Ook krijgen deelnemers de opdracht om een voor hen relevant draadje te zoeken en deze mee te nemen naar het tweede dagdeel van deze training. Het draadje moet ten minste één A4tje lang zijn. Als het draadje korter is, mogen er ook meerdere draadjes worden meegenomen. Hiermee wordt de focus gelegd op het nuttig maken van de BEP voor de betreffende professional.

Voor de docent: het is wellicht handig, om enkele dagen voor DAGDEEL TWEE de deelnemers per e-mail een herinnering aan de opdracht te sturen.

DAGDEEL TWEE

  • Om te beginnen, worden de in het vorige dagdeel besproken begrippen kort herhaald.

Oefening 2. Het identificeren van gesprekszorgen
(Duur: 5 min bespreken begrip gesprekszorgen, 35 min zelfstandig werken, 20 min nabespreken)

  • Er wordt aan de deelnemers gevraagd om het begrip “gesprekszorgen” plenair uit te leggen aan de hand van wat zij gelezen hebben op de BEP website. De docent kan hier zo nodig aanvullen of bijsturen.
  • De deelnemers gaan nu aan de slag met het draadje dat zij zelf hebben meegenomen. Notitie voor de docent: het is wellicht handig om zelf ook wat draadjes mee te nemen, in het geval dat de deelnemers de opdracht vergeten zijn.
    – Hierbij krijgen zij de opdracht om aan de hand van het tabblad “Gesprekszorgen” individueel de gesprekszorgen in hun draadjes te identificeren.
    – Ten slotte, krijgen de iedere deelnemer +/- 2 minuten om hen/haar/zijn observaties te presenteren.
  • Na afloop presenteert de docent enkele gesprekszorgen uit de Staatsbosbeheer casus om te laten zien hoe deze bijdroegen aan beschrijvend en betrekkend taalgebruik.


Oefening 3. Het formuleren van een reactie

Implicaties voor de communicatie

Door de cursusdeelnemers inzicht te bieden in de gesprekszorgen van sprekers en de oplossingen die ze daarvoor inzetten (de wijze waarop sprekers zich presenteren), kan ook een begin worden gemaakt met het formuleren van communicatiestrategieën voor de professionals (leerdoel d). Als het goed is, zijn nu immers de centrale gesprekszorgen en het specifieke taalgebruik dat hierbij wordt ingezet om die zorgen weg te nemen, inzichtelijk geworden.

  • Aansluitend aan de laatste stap van de vorige opdracht, geeft de docent enkele voorbeelden van een reactie uit de Staatsbosbeheer case. Ook wordt uitgelegd dat de BEP ingrediënten voor het formuleren van een reactie biedt en geen standaardantwoorden.
  • De deelnemers worden vervolgens gevraagd om één of meerdere reacties te formuleren op de geïdentificeerde gesprekszorgen in een draadje dat zij zelf hebben meegenomen.
    – Hiertoe gaan de deelnemers in vier groepen aan de slag met één draadje, dat zij zelf mogen kiezen. In de vorige opdracht zijn zij al bekend geraakt met alle draadjes.
    – Ten slotte, bespreken de groepjes plenair de bevindingen, waarbij door de docent de vraag wordt gesteld welke afwegingen hebben geleid tot deze formulering.

Afsluiting en korte evaluatie van de training
Duur: +/- 15 min.

G-JRLGWV62TG