Mappenstructuur en naamgeving in TestVision 1/2

Mappenstructuur en naamgeving in TestVision 1/2

Regelmatig krijgen we vragen over de mappenstructuur en naamgeving in TestVision. Je kunt bij verschillende onderdelen zelf een mappenstructuur maken en je vragen/toetsen een naam geven. Als je hier vooraf goed over nadenkt, voorkomt dat veel problemen. We hebben meerdere blogs van gemaakt. Deze eerste gaat over de opbouw van mappen bij vragen. De tweede blog gaat over mappenstructuur gebruiken bij toetsen, afnames en learning analytics.

Vragen

De opbouw van bij vragen is erg belangrijk. Vaak start deze met het niveau opleiding, leerjaar en/of vak. Daaronder is het logisch om een mappenindeling te maken op onderwerp- , leerdoel- of toetstermniveau. Uit hoeveel subniveaus de mappenstructuur bestaat, bepaal je zelf. Houd de mapnamen bij voorkeur kort. Gebruik de mapomschrijving om langere leerdoelen of toetstermen volledig op te nemen. Zij zijn dan als roll-over zichtbaar.

Voor de overzichtelijkheid is het handig om een nummering en subnummering in de mappenstructuur te gebruiken, zoals in het voorbeeld hiernaast. Binnen een submap kun je subsubmappen aanmaken, met subsubnummers. Laat de code uit de naam van de diepste map terugkomen in de vraagnaam. Daardoor zie je altijd over welk onderwerp de vraag gaat en waar je je bevindt, ook als de mappenstructuur niet (volledig) in beeld is.

 

Voor de duidelijkheid: elke vraag plaats je op één plaats in de mappenstructuur. Maak dus nooit identieke kopieën van vragen, want dat leidt tot verwarring én dubbel onderhoud. Voor het bij elkaar houden van vragen uit verschillende mappen kun je in TestVision gebruik maken van referenties en hulpmappen.

Tip! Het kan ook handig zijn om je mappenstructuur te starten met een algemene indeling in ARCHIEF, HUIDIG/IN GEBRUIK en IN ONTWIKKELING/NIEUW. Via de lijstweergavefunctie kun je in TestVision alle vragen in de geselecteerde map én alle onderliggende submappen in beeld krijgen. Dat is een fijne functie. Als je echter alleen alle huidige vragen wilt zien, is het handig als je bij deze functie in plaats van de Top-map kunt kiezen voor de map HUIDIG/IN GEBRUIK (zodat je niet álle vragen ziet).

Toetsmatrijs
Het is goed om je te realiseren dat je de mappenstructuur uit het onderdeel Vragen terugziet in andere onderdelen van TestVision. Dit geldt bijvoorbeeld voor de toetsmatrijs. TestVision laat zien in welke mappen de geselecteerde vragen zitten die in de vragenset van een toets zijn opgenomen. Je ziet hierbij alleen de namen van de ‘diepste’ mappen waarin de vragen zitten, dus niet de namen van de mappen daarboven. Ook lege mappen zie je niet terug. Voor de toetsmatrijs is het daarom belangrijk dat je vragen in de diepste mappen stopt en bij voorkeur geen vragen opneemt op tussenliggende niveaus. Als je alle vragen uit (een deel van) de mappenstructuur opneemt in de vragenset, zie je bij de toetsmatrijs precies hoeveel vragen er per submap beschikbaar zijn.

Stel dat je over één onderwerp meer vragen wilt stellen, maar je hebt een aantal vragen die veel op elkaar lijken en die je niet in dezelfde toets wilt hebben. Ook daarvoor kun je submappen maken, bijvoorbeeld 01.01.02a en 01.01.02b. In elke submap plaats je de vragen die op elkaar lijken. Vervolgens stel je in de toetsmatrijs in dat je uit elke submap één vraag in de toets wilt opnemen.

Heb je twee (opeenvolgende) vragen die écht bij elkaar horen en in een toets na elkaar gesteld moeten worden? Plaats ze (zonder andere vragen) samen in één submap en stel in dat je de twee vragen uit die map allebei in de toets wilt opnemen. Let er daarbij op dat je de volgorde van de toetsvragen in de toets vastzet óf maak een deelblok met deze twee vragen en zet de vraagvolgorde in dit deelblok vast.