Studenten programmeren robots voor kinderen in het wilhelmina kinderziekenhuis

“Kunnen we iets voor jullie patiënten betekenen, met sociale robots?” Met die open vraag klopte docent/onderzoeker Matthijs Smakman aan bij het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Het ziekenhuis reageerde enthousiast en een half jaar later hadden studenten tijdens een pilot robots geprogrammeerd die jonge patiënten helpen om in bed te bewegen, afleiden als ze geprikt moeten worden en ook gewoon vermaken.

De minor Social Robotics leert studenten om sociale robots in te zetten in de gezondheidszorg, educatie en hospitality. Sociale Robots zijn robots waar mensen mee kunnen interacteren. Mensen voelen er al snel een band mee.

De studenten spraken met zo’n 100 zorgverleners in het ziekenhuis: artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten, om te vragen waar een robot voor jonge patiënten aan moet voldoen. Ze bedachten programma’s, programmeerden de robots en testten de resultaten op de kinderraad van het WKZ. De kinderraad bestaat uit jongeren die de patiënten in het ziekenhuis vertegenwoordigen en zelf ook ervaringen met het ziekenhuis hebben.

Multidisciplinair
De studenten deden diverse opleidingen: Communication and Multimedia Design, Toegepaste Psychologie en ICT. Smakman: “Het heeft een enorm voordeel dat de minor zulke diverse studenten trekt. De ene student is goed in programmeren, de ander is extravert en legt makkelijk contact met de kinderen, en weer een ander weet alles van ontwerpen en design sprints af. Wat wel jammer was, is dat er geen studenten met een gezondheidszorgopleiding tussen zaten. Misschien dachten ze dat ze moesten kunnen programmeren. Dat hoeft niet, hoewel ze het wel kunnen leren, als ze dat willen.”

HU-Labs denken mee
De studenten konden in het Caretechlab en het HUB-Lab kennis maken met diverse robots. Marleen Nijhuis, van het HUB-Lab: “Studenten kunnen de robots bij ons uitproberen. Dan ervaren ze direct zelf – per robot – wat er nu precies zo aantrekkelijk aan is.”

Medewerkers van het HUB-Lab dachten mee met studenten, toen ze vastliepen in het programmeren van één van de robots. Nijhuis: we hebben veel kennis in huis over allerlei digitale middelen, ook over onze robots. En we denken graag mee met studenten en docenten. Ik vind het belangrijk dat studenten en docenten daarin geen drempel ervaren. Daarom hebben we bijvoorbeeld iedere dinsdag- en donderdagmiddag vrije inloop. Voor collega’s en studenten met vragen, maar ook als mensen gewoon nieuwsgierig zijn en even willen kijken wat we in huis hebben.”

Ook op scholen
De opdracht om robots te programmeren speelde zich af voor de Corona-uitbraak. Sindsdien is de minor opnieuw van start gegaan. Dit keer ook met internationale studenten, namelijk uit Spanje en Estland. De praktijkopdracht van de minor richt zich dit keer op een basisschool: de studenten onderzoeken hoe een online avatar kinderen en studenten kunnen ondersteunen bij het (thuis) leren.

Bron: HUOntwikkelt