Deze twee Oekraïners werken vanuit Utrecht aan de wederopbouw van het verwoeste Marioepol

Rik Kuiper • 26 april 2023 • 05:00


Twee Oekraïners werken sinds vorige zomer als ambtenaar bij gemeente Utrecht. Ze houden zich bezig met Utrechtse projecten, maar dat niet alleen. Ze maken ook plannen voor de toekomst van hun thuisstad, Marioepol. ‘Maar ik moet goed nadenken of ik zelf terug wil.’

Of het niet vreemd is om nu al na te denken over de aanleg van nieuwe kinderopvanglocaties, nieuwe fietspaden en de dienstregeling van nieuwe buslijnen, terwijl het verwoeste Marioepol nog in Russische handen is en er geen zicht is op een eventuele herovering?

Nee, dat vinden Mykyta Biriukov (29) en Mykola Tryfonov (40) niet. De twee mannen werkten vóór de Russische inval bij de gemeente Marioepol, waar de een zich ontfermde over grote bouwprojecten en de ander over vervoer en transport. Sinds vorig jaar zomer zijn ze in dienst van de gemeente Utrecht, waar ze de helft van hun tijd werken aan Utrechtse projecten en de andere helft aan de wederopbouw van Marioepol.

Ach, Marioepol. Het begon er net te bruisen, zeggen ze met weemoed in hun stem. De afgelopen zeven jaar veranderde Marioepol in een ‘Europese stad’: een stad met mooie pleinen, goede scholen en een nieuw netwerk van openbaar vervoer. Een stad waar jongeren niet meer wegtrokken zodra ze de kans kregen, maar bleven studeren op een van de zes universiteiten. ‘Een inspirerende stad’, zegt Tryfonov.

Daar is weinig meer van over. De stad werd beschoten en belegerd. Tienduizenden mensen vonden de dood. Iconische gebouwen, zoals het theater, werden met de grond gelijk gemaakt. De Russen bombardeerden de kraamkliniek. Van de 249 nieuwe trams, bussen en trolleybussen die Biriuko en zijn collega’s voor de oorlog aanschaften, zijn er nog maar tien over.

© Jiri Büller / de Volkskrant
Mykyta Biriukov (29): ‘We hebben een map of destruction. Daarop zien we welke wijken vernietigd zijn en waar nog wel mensen wonen. Zo bepalen we waar we de bussen als eerste weer moeten laten rijden.’

‘Ik herinner me dat ik in mei langs de kinderopvanglocaties liep die jij hebt laten bouwen’, zegt Biriukov tegen Tryfonov. ‘Helemaal kapot.’

‘Heel veel van onze projecten zijn kapot’, zegt Biriukov.

Verjaardag
Sinds de inval van de Russen trok tweederde van de bevolking weg uit Marioepol. Zo ook de mannen hier aan tafel. Ze mogen qua uiterlijk dan niet veel verschillen van de andere ambtenaren op het Stadskantoor, ze hebben een compleet ander jaar achter de rug. Voor het gemak hebben ze hun levensverhaal vooraf op papier gezet.

Tryfonov schrijft dat de oorlog begon op zijn verjaardag. Als cadeau kreeg hij een bomscherf door het raam. Met zijn vrouw en twee zoons moest hij direct weg uit huis. Terwijl de bommen vielen en de Russen de stad omsingelden, sliepen ze steeds bij andere vrienden. Gas, water en licht waren toen allang niet meer vanzelfsprekend, telecommunicatie bleek onmogelijk.

Pas op 16 maart zagen ze kans de stad te ontvluchten. Ze reden zo ver als de benzine hen bracht. In het dorp Urzuf, 50 kilometer verderop, werden ze opgevangen. Daar was voor het eerst weer contact met de buitenwereld mogelijk.

Toen ze nieuwe benzine hadden bemachtigd, reden Tryfonov en zijn familie door naar Berdyansk. Maar al snel begonnen ook daar de bombardementen. Uiteindelijk wisten ze Georgië te bereiken, waar ze hoorden dat het huis van zijn ouders gebombardeerd was. Zijn broer had het niet overleefd. Later volgde meer slecht nieuws. Zijn ouders, die in zijn huis waren gaan wonen, hadden onder dreiging van machinegeweren twee auto’s, een generator en een hoop gereedschap aan de Russen moeten afstaan.

Grootouders
Het verhaal van Biriukov is al even ontluisterend. Hij schrijft dat hij na de invasie zijn moeder, schoonmoeder, schoonzus en zwager in huis nam. De eerste weken ging hij nog gewoon naar zijn werk, in de hoop het openbaar vervoer in de stad zo lang mogelijk gaande te houden. Tussen de luchtaanvallen door hielp zijn afdeling bij de distributie van voedsel en water.

© Jiri Büller / de Volkskrant
Mykola Tryfonov (40): ‘We denken ook na over de lange termijn. Welke economische activiteit moet er plaatsvinden in het nieuwe Marioepol? Want als er geen werk is, komen mensen niet terug.’

Op een dag werd zijn auto door bomscherven geraakt, waardoor de ruiten sneuvelden en de accu in tweeën brak. Met een accu van de buurman lukte het hem uiteindelijk de motor te starten, waardoor ze de stad konden verlaten. Twee dagen later werd hun woning in Marioepol geraakt bij een luchtaanval. Het huis brandde tot de grond af.

Biriukov moest nog een keer terug, want zijn grootouders waren nog in de stad. Met de fiets doorkruiste hij gebied dat met de auto niet toegankelijk was. Bij aankomst hoorde hij dat zijn opa twee weken eerder bij een mortieraanval om het leven was gekomen. De buren hadden hem naast het huis begraven. Met zijn grootmoeder liep Biriukov meer dan 10 kilometer naar veilig gebied.

Fietsroutes
Dat de twee mannen uit Marioepol in Utrecht terechtkwamen, was niet geheel toevallig. Ze hadden Nederland al eerder bezocht, in 2021, tijdens een studiereis voor Oekraïense gemeente-ambtenaren. Toen hadden ze stedebouwkundige Fulco Treffers ontmoet, die Oekraïne goed kent. Later kwam Treffers naar Marioepol, waar hij meedacht over onder meer de fietsinfrastructuur.

Biriukov raakte geïnspireerd door het bezoek aan Nederland. Hij vertelt dat hij voor de oorlog werkte aan een plan om de bewoners van Marioepol meer te laten fietsen. Een kaart met mogelijke fietsroutes was bijna klaar. Op 23 februari 2022 spraken ze met inwoners en fietsersorganisaties over de conceptplannen. Een dag later begon de oorlog.

In juni ontving Biriukov een bericht van Fulco Treffers. Hij had samen met een Oekraïense architect het internationale samenwerkingsverband Ro3kvit opgericht. Doel: alvast plannen te maken voor de wederopbouw van het land. Op dit moment werkt Ro3kvit onder andere aan toekomstvisies voor de verwoeste steden Boetsja, Marioepol en Zaporizja. Daarnaast doet de organisatie onder meer onderzoek naar vluchtelingenwoningen.

Treffers vertelde Biriukov dat de gemeente Utrecht graag twee Oekraïense ambtenaren in dienst wilde nemen. Was dat iets voor hem? In dezelfde periode benaderde Treffers ook Tryfonov, die via Georgië in Italië was beland. Op 15 augustus kwamen de twee officieel in dienst bij de gemeente Utrecht, die op deze manier niet alleen solidariteit wil tonen met Oekraïners, maar ook praktische hulp biedt.

In de harten
Biriukov werkt nu aan het ontwerp van fietsroutes en projecten om het openbaar vervoer in Utrecht te verbeteren. Tryfonov houdt zich bezig met projectmanagement.

De andere helft van hun tijd besteden ze aan de wederopbouw. Tryfonov toont op zijn laptop een filmpje van het project Mariupol Reborn, waarbij ze allebei betrokken zijn. Vrolijke beelden van de vooroorlogse stad, dan grimmig oorlogsbeeld en tot slot het hoopvolle verhaal: ‘De ziel van Marioepol leeft nog in de harten van duizenden inwoners’, zegt de voice-over. En daarna: ‘Samen brengen we Marioepol weer tot leven.’

Biriukov en Tryfonov denken met circa vijftig andere experts na over de vraag wat er direct na de eventuele bevrijding van Marioepol moet gebeuren en hoeveel mankracht en materieel daarvoor nodig is. Het gaat dan bijvoorbeeld om het herstellen van netwerken voor elektriciteit en gas, het razendsnel bouwen van woningen, het ophalen van vuilnis en het laten rijden van de eerste bussen.

‘We hebben een map of destruction’, zegt Biriukov. ‘Daarop zien we welke wijken vernietigd zijn en waar nog wel mensen wonen. Zo bepalen we waar we de bussen als eerste weer moeten laten rijden.’

Grote fabrieken
Daarnaast houden ze zich bezig met vragen voor de langere termijn. Wat voor soort stad moet het nieuwe Marioepol worden? Hoe moet die stad eruitzien? En welke economische activiteit vindt er plaats? ‘Want als er geen werk is, komen mensen niet terug naar Marioepol’, zegt Tryfonov. ‘Voor de oorlog had de stad twee grote fabrieken en een grote haven. Veel daarvan is vernietigd.’

Er liggen al prognoses klaar. Dat er in de eerste paar jaar na de bevrijding circa 50 duizend mensen terugkeren naar Marioepol, en dat de stad dan elk jaar doorgroeit, tot er rond 2040 weer een half miljoen mensen wonen.

Het idee is dat Marioepol ‘een betere stad’ wordt, zegt Tryfonov. ‘Een ecologische stad met veel groen, een stad die beter gebruikmaakt van de rivieren en het 19 kilometerlange strand dat er is. Een stad waar je comfortabel kunt leven.’

Fellere kleuren
En hebben ze zelf al plannen voor na de bevrijding? Keren ze direct terug? Het antwoord op die vraag laat nog maar eens zien hoe complex de wederopbouw van een vernietigde stad is, en dat je er niet bent met de bouw van nieuwe woningen, het asfalteren van de wegen en een nieuwe tramlijn. Want zelfs de mannen die nu nadenken over de wederopbouw, zeggen niet volmondig ja.

‘Ik heb heel mooie herinneringen aan de stad’, zegt Tryfonov. ‘We waren allemaal gelukkig. Maar inmiddels hebben we veel vrienden verloren. Mijn broer en mijn moeder zijn overleden. Ik zou best terug willen gaan, met de droom om de stad weer op te bouwen. Maar het zal tijd kosten om te accepteren dat we niet het leven terug zullen krijgen dat we kenden.’

Ook Biriukov wordt nog niet warm van het idee terug te gaan naar een afgebrand huis in een afgebrande stad. ‘Nu leef ik met de droom dat de stad herboren zal worden’, zegt hij, ‘met nog fellere kleuren. Maar tegelijkertijd vind ik het moeilijk te zien dat de stad zo in puin ligt. Ik moet goed nadenken of ik terug wil.’


Bron: Volkskrant