Maarten Venderbosch • 28-01-23, 11:00
Enkele duizenden Oekraïners komen op 24 februari naar Utrecht om in de Jaarbeurs stil te staan bij het begin van de oorlog één jaar geleden. Die herdenking wordt voorafgegaan door een Walk of Hope. Edward Hirschfeld zal daar niet bij aansluiten. Hij vertoeft dan nog in donker Donetsk, waar hij kookt voor Oekraïense frontsoldaten.
Ondoorgrondelijke figuur, Edward. Petje, baardje, brilletje. Sjekkie. De vage geur van een smeulende vuurkorf. Want Edward is pitmaster. Chef-kok op houtvuur. Niet in de weer met een paar worstjes. Nee, bij hem gaat het met halve koeien tegelijk.
Zijn vader is veteraan. Kapitein der genie buiten dienst. Trots op zijn zoon, las ik ergens. Samen hebben ze de Sunset March gelopen over de Waalbrug bij Nijmegen. Elke dag worden daarmee de 48 Amerikanen herdacht die 70 jaar geleden het leven lieten toen ze daar de rivier wilden oversteken.
Edward is geen veteraan. Hij is wel bezig er een te worden. Al vecht hij niet met het geweer, maar met vuur en hete kolen. Waar gas en elektriciteit kapot zijn geschoten, daar graaft Edward een gat in de grond om er op houtvuur 200 kilo vlees in te garen.
Van de week, op de dag dat de Leopards waren toegezegd, spraken we elkaar kort aan de telefoon. Om hem heen vallen elke dag doden, vertelde Edward. Maar hij voelt zich niet per se onveiliger dan in Utrecht. “Thuis schuilt de vijand onder ons, altijd wel érgens. Hier weet je tenminste precies wie de vijand ís: de Russen.”
In maart komt hij terug. Hij wil zijn vriendin en zijn dochter zien. Hij moet ook zijn titel als Nederlands kampioen BBQ verdedigen. Daarna gaat hij weer naar het front, koken voor de jongens die daar ‘zonder klagen leven in een kuil’. Hij lijkt wel gek, zeggen sommigen. Ondoorgrondelijk, wat mij betreft. Maar voor Edward is dit de enig denkbare walk of hope.
Bron: AD