Hans van den Ham • 25-12-22, 08:00 • Laatste update: 26-12-22, 12:02
Uit het niets een flits en een luide knal. Op 26 maart van dit jaar raakte Oekraïner Andrey Siromakha (21), tijdelijk woonachtig in Utrecht, bij een Russische aanval een arm en een been kwijt. Toch is hij vrolijk én strijdbaar. ,,Als je als soldaat gaat vechten, kan je dit overkomen.’’
Wat te doen als een vijand je land binnenvalt, zoals in de Oekraïne is gebeurd? Voor de jonge Andrey Siromakha was dat in februari van dit jaar geen vraag. Of het nou jeugdige roekeloosheid was, of enorme heldenmoed, hij koos meteen voor verzet en trok ten aanval. Met grote gevolgen. Dit is zijn verhaal.
Geen rauwe keelklanken
Rambo. Dat is de bijnaam van soldaat Andrey Siromakha. Maar wie een rauwe keelklanken uitstotende ijzervreter zoals Sylvester Stallone verwacht, komt bedrogen uit. Andrey is een sympathiek ogende man, of eigenlijk meer een jongen. Hij verplaatst zich moeizaam in een gewone rolstoel, want hij heeft behalve één been ook nog maar één arm. En dat rolt niet.
Andrey verblijft op de derde verdieping van zorgcentrum Rosendael, diep in de Utrechtse wijk Overvecht. Hier woont tijdelijk een groep van 28 Oekraïners, al weet niemand hoe lang dat ‘tijdelijk’ precies zal duren. De bescheiden kamer bewoont hij met zijn moeder Valentina en broertje Ostap (8). De laatste ligt voor pampus in een van de drie bedden die in de kamer staan. Hij slaapt met open mond, weerloos en onschuldig.
Aan de andere kant van de kamer staat het bed van Andrey. Op de muur bij het hoofdeinde hangt de Oekraïense vlag, met daarop een doodskop met baret, twee mitrailleurs, evenveel tanks, de kreet Slava Ukraini (Glorie aan Oekraïne) en heel veel handtekeningen. Allemaal van vrienden en militairen zal hij later uitleggen, mensen op wie hij trots is.
Naar De Hoogstraat
Het gezin Siromakha bestaat naast de ouders uit zes kinderen. De gewonde Andrey is met moeder en Ostap eind juni naar Utrecht gekomen om in De Hoogstraat te revalideren. De rest van het gezin is met vader in de Oekraïne gebleven. Na de revalidatieperiode is het trio naar Rosendael verhuisd.
Het voorstel om beneden wat te gaan drinken is aanvaard en Andrey gaat aan de slag om T-shirt, broek en overhemd aan te trekken. Met één arm en één been is dat geen abc’tje. Valentina kijkt toe en weet blijkbaar dat haar zoon dat per se zelf wil doen. Om de nek van Andrey bungelt een kogelhuls aan een koord. Daarin zit de as van zijn vriend Daniël, gestorven in de oorlog. Als moeder in actie komt en hem maar één schoen aanreikt, lijkt dat heel vreemd. Tot het besef indaalt: aan één heeft hij voldoende.
och is Andrey verre van neerslachtig. Sterker nog, hij lacht zich later herhaaldelijk een breuk, ook om zijn eigen gebreken. ,,Waarom zou ik niet vrolijk zijn? Ik leef nog, kan nog steeds mensen helpen en mijn doelen nastreven.’’ Over die doelen later meer.
Vechten in het bloed
Andrey Siromakha groeide op in het ruim 200.000 inwoners tellende Bila Tserkva, op 80 kilometer van Kiev. Hij heeft vier broer(tje)s en één zusje. Zijn vader is judocoach en geeft ook training in de vechtsport sambo. Dat vechten zit blijkbaar in de genen, want Andreys specialiteit is boksen, terwijl zijn zeer stevige broer Victor (25) naast boksen ook aan MMA ( Mixed Martial Arts) doet. ,,Haha, als ik een probleem heb, haal ik hem erbij.’’
Als puber bezocht Andrey het lyceum. ,,Iedereen vroeg me wat ik wilde gaan doen met mijn leven, maar er waren zoveel mogelijkheden: sporter, acteur, journalist, kunstenaar, zelfs wiskundige. Ik wist dat wat ik ook zou kiezen, ik daar heel erg goed in kon worden.’’
Na het examen weet hij het: hij wil iets doen voor zijn land en waar mogelijk zelfs voor de hele wereld. Andrey wil de politiek in. Dat de huidige president Zelenski een voorbeeld voor hem is, mag geen verrassing heten. ,,Ik ben erg ambitieus. Ik wil president van de Oekraïne worden en de wereld een beetje beter maken. En dat is geen droom, het is het doel dat ik nastreef. Ik heb verwachtingen van het leven en ben niet bang om te falen.’’
Helder van geest
Dat hij een arm en een been is kwijt geraakt, hoeft die ambitie niet in de weg te zitten. Lachend: ,,Ja, dat is niet goed hè. Maar ik ben een optimist. Tuurlijk, sporten is lastig, maar ik beweeg als een slang zo snel, haha. Mijn geest is helder en mijn doelen staan vast.’’
Op 24 februari van dit jaar keert een gezonde en fitte Andrey terug uit Odessa, de kustplaats aan de Zwarte Zee. Hij is naar een wetenschappelijke conferentie geweest, want hij studeert inmiddels bestuurskunde in zijn woonplaats en internationale betrekkingen in Kiev. ,,Ik werkte al aan mijn doelen.’’
Die nacht wordt hij wakker van Russische raketten die neerkomen in de stad. Op tv ziet hij dat dit in veel meer steden van Oekraïne gebeurt. ,,Dat was echt geen ‘speciale operatie’, bullshit, het was oorlog.’’
Naar een vriend, maar niet echt
Andrey besluit dat hij in actie moet komen voor zijn land en om zijn familie te beschermen. ,,Ik vertelde mijn ouders dat ik naar een vriend in de stad ging. Mijn broer Victor vroeg me een paar keer of ik dat echt ging doen. Ik geloof dat hij me door had.’’
In plaats van naar een vriend, gaat hij linea recta naar het wervingsbureau van het Oekraïense leger. Daar staat hij uren in de rij. Bang is hij niet meer. ,,Meteen nadat ik mijn besluit had genomen, was de angst weg.’’
Na lang wachten volgt een kort gesprek met een medewerker. Andrey vertelt hem dat hij militaire training heeft gehad, maar geen rang heeft gekregen. ,,De man vroeg hoe oud ik was en wat ik studeerde. Uiteindelijk liet hij me weten dat hij geen plek had voor soldaten, maar wel voor een kok of een hoofd van de administratie. Ik denk dat hij me in bescherming wilde nemen.’’
De Russen tegenhouden
Maar hij wil niet van wijken weten. ,,Iedereen had drie mogelijkheden: naar het buitenland vertrekken, op God vertrouwen of ons land verdedigen. Ik koos voor het laatste. Ik moest wat doen om de Russen tegen te houden.’’
Hij neemt de bus en stapt uit als de toekomstige soldaten die hij in het wervingsbureau is tegengekomen dat ook doen. In de licht chaotische situatie net na de Russische inval papt hij aan met de commandant van de compagnie. Die vraagt hem om alle verse soldaten bij elkaar te harken die net als hij geen peloton hebben. ,,Ik vond er 28 en voordat ik het wist was ik de bevelvoerder van het peloton, met assistentie van een militair met de nodige gevechtservaring.’’
Later komt hij de man van het wervingsbureau die een kok van hem wilde maken weer tegen. ,,Hij begreep me wel en zei dat hij al had gedacht dat ik zoiets zou doen. Hij vroeg me nadrukkelijk om voorzichtig te zijn.’’
Soldaten sneuvelen, nieuwe sluiten aan
De Russen trekken zijn land binnen en commandant Andrey en zijn peloton komen elke dag in actie. Soms is er veel direct contact met de vijand, andere dagen minder. Soldaten raken gewond of sneuvelen, nieuwe sluiten aan.
Dat blijft zo als zijn peloton wordt aangewezen om verkenningen uit te gaan voeren. Veel wil hij er niet over zeggen, bang om geheime informatie te delen, want de oorlog is nog niet ten einde. ,,We opereerden vooral ten noorden van Kiev. Onze opdracht was om Russen op te sporen en waar mogelijk te vernietigen, soms met hulp van andere pelotons.’’
Ze vechten man tegen man, of meer op afstand met geavanceerde wapens. Op 26 maart gaat het mis. ,,We stonden te wachten op onze orders. Er was een flits en een harde knal. Het ging allemaal heel snel. En paar dagen ervoor was er nog gezegd dat we een medische training gingen doen. Op een of andere manier dacht ik dat dit het begin was daarvan. Ik had de ogen dicht, maar voelde dat ze op me bezig waren met verbandmiddelen.’’
Roepen dat het erg pijn doet
Of hij na de explosie pijn had, staat hem niet meer bij. ,,Ik voelde mijn been niet en bedacht nog dat ik er een echte medische training van moest maken voor mijn mannen. En dus ging ik acteren en roepen dat het zo ontzettend pijn deed.’’
De getroffen Andrey begrijpt er niks meer van als zijn scherpschutter roept dat hij moet blijven leven en dat een andere soldaat belooft dat hij dan voor altijd zijn zware munitie zal dragen. ,,Ik dacht: Dat is bijna een heilige belofte, er moet meer aan de hand zijn.’’
Langzaam begint het bij hem in te dalen: hij is echt geraakt. ,,Ik wilde een gebaar maken en zeggen dat ze zich geen zorgen moesten maken, maar mijn hand was er niet meer en mijn arm hing er als een worst bij. Ik hoorde de commandant van de divisie zeggen dat hij verzuimd had om goed op me te letten. Mijn mannen riepen nog dat ik zelfs in een rolstoel hun commandant mocht zijn. Toen werd ik geëvacueerd.’’
Onduidelijk of hij het zal halen
Meer mannen zijn die dag bij de explosie gewond geraakt, maar niemand zo ernstig als Andrey. Wekenlang is het onduidelijk of hij het zal halen. In overleg met de arts neemt hij zelf het besluit om zijn rechterbeen te laten amputeren. ,,Anders had ik maar 5 of 10 procent kans om het te overleven. Boos over wat me is overkomen? Dat ben ik nooit geweest. Als je als soldaat gaat vechten, kan je dit overkomen. Dat heb ik geaccepteerd.’’
Tussen neus en lippen door vertelt hij ook nog even dat hij niet alleen arm en been mist, maar dat ook zijn ruggengraat op twee plaatsen is gebroken. Hij zal daardoor nooit meer lopen, ook niet met een prothese. Maar zelfs de ergste Russische bommen kunnen hem door zijn positieve instelling niet raken. ,,Ik kan misschien niet meer lopen, toch wil ik terug naar de Oekraïne om te helpen.’’
Natuurlijk, het is het klote wat hem is overkomen, geeft hij even later toe. ,,Maar ik ben gelukkig en blij dat ik nog leef. Elke dag is een cadeau. En ik kan nog steeds mensen helpen en ook ooit president worden. Eigenlijk dacht ik binnen korte tijd alweer met protheses en al bij mijn soldaten te zijn, maar dat gaat toch wat langer duren.’’
5 seconden verdrietig
Is hij dan wel verdrietig geweest? Weer lachend: ,,Ja, 5 seconden. Dat was genoeg om het te accepteren. Ik wil alles uit mijn leven halen en geen spijt hebben van de dingen die ik niet heb gedaan. Niemand heeft er iets aan als ik boos of verdrietig ben.’’
Hij is klaar met zijn revalidatie in De Hoogstraat en hem rest niets anders dan in Utrecht te wachten op de protheses die hij wel of niet gaat krijgen. ,,Dat is een verzekeringskwestie. Zo gauw het kan, ga ik terug naar het leger. Ik ben slim, heb ervaring en kan als stafmedewerker van dienst zijn. En ook mijn politieke ambities blijven. Ik heb geen tijd om verdrietig te zijn.’’
En hij gelooft heilig in de overwinning, omdat Oekraïners met hun hart vechten. ,,We kunnen niet anders. Als we de strijd verliezen, verliezen we alles. De beste en moedigste mensen van ons land sterven in deze oorlog. Ik hoop dat de volgende generaties beseffen welk offer er voor hen is gebracht.’’
Andrey Siromakha is op diverse social media te vinden, zoals op Insta: andrew_unstoppable
Bron: AD