Begin 2023 wonen circa 2.660 statushouders in Utrecht, 400 meer dan een jaar eerder. In 2022 heeft Utrecht 765 statushouders gehuisvest. Daarmee is de achterstand in de huisvestingsopgave weggewerkt en begint Utrecht de aanzienlijke opgave voor 2023 met een voorsprong van 116 statushouders. Naast de statushouders kwamen er in 2022 ook veel vluchtelingen uit Oekraïne naar Utrecht.
Aantal statushouders in 2022 toegenomen
Mensen die naar Nederland komen om hier asiel aan te vragen, krijgen een voorlopige verblijfsvergunning of een afwijzing. Een asielzoeker die een voorlopige verblijfsvergunning ontvangt krijgt officieel de status van vluchteling, ook wel statushouder genoemd. Op 1 januari 2023 zijn er 2.659 statushouders in de Basisregistratie Personen (BRP) van Utrecht geregistreerd. Dit aantal is exclusief statushouders die inmiddels zijn verhuisd naar een andere gemeente of genaturaliseerd (naturalisatie is mogelijk als iemand vijf jaar in Nederland woont en het inburgeringsexamen heeft gehaald). Begin 2019 en 2020 lag het aantal statushouders boven 3.000 en begin 2021 en 2022 onder 2.300. In het jaar 2022 is het aantal met 400 toegenomen.
Veel vluchtelingen uit Oekraïne
Door de oorlog in Oekraïne kwamen afgelopen jaar veel Oekraïners naar Nederland. Door de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie hoeven Oekraïners geen asielaanvraag in te dienen om in Nederland te mogen verblijven. Zij vallen dus niet onder de groep statushouders. In 2022 hebben ongeveer 1.800 personen met de Oekraïense nationaliteit zich ingeschreven in de BRP van Utrecht (waarvan 96% in Oekraïne woonde voordat zij naar Nederland kwamen). Daarnaast hebben circa 400 personen met de Oekraïense nationaliteit zich in 2022 uitgeschreven uit Utrecht (waarvan 60% is verhuisd naar een andere gemeente in Nederland, 32% naar Oekraïne en de overige 8% naar een ander land, veelal binnen de EU). Het dashboard van de gemeentelijke Oekraïnemonitor geeft een actueel overzicht van het aantal Oekraïners in Utrecht en hun verdeling over opvanglocaties, wijken en leeftijdsklasse.
De registratie van Oekraïners is niet 100% dekkend. De groep kenmerkt zich door een grote mobiliteit met forse in- en uitstroom buiten de regie van de gemeente om. Bovendien is registratie niet verplicht. Een deel van de Oekraïners is niet in beeld, doordat deze mensen eigen onderdak hebben geregeld en zich niet in de BRP hebben geregistreerd. Een ander deel is verhuisd zonder dit door te geven aan de gemeente. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat de helft van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland op 1 november 2022 op een adres woonde dat eerder nog onbewoond was. Het betreft dan bijvoorbeeld snel opgeknapte huizen en slaapplaatsen in opvanglocaties als een sporthal, kantoorruimte, school, opvangboot en ook de Jaarbeurs.
Taakstelling 2023 hoger dan voorgaande jaren
De taakstelling voor 2023 is vastgesteld op 991 statushouders. Dit is aanzienlijk hoger dan de taakstelling van 2022 (478) en 2021 (497), en meer dan het vierdubbele van de taakstelling van 2020 (236) en 2019 (239). Met een verrekening van de voorstand blijft er een opgave over van 875 te huisvesten statushouders in 2023.
Het Rijk bepaalt de landelijke taakstelling voor het huisvesten van statushouders aan de hand van het te verwachten aantal vluchtelingen dat een verblijfsvergunning ontvangt. Daarna verdeelt het Rijk deze taakstelling evenredig over gemeenten op basis van het aantal inwoners per gemeente. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) koppelt de statushouders na de asielprocedure aan gemeenten voor huisvesting. De gemeenten moeten vervolgens passende woonruimte bieden.
Aandeel werkenden neemt toe met verblijfsduur
Van de gevolgde groep statushouders in Utrecht zijn er 2.650 in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Van hen ontvangt 53% een bijstandsuitkering, heeft 37% betaald werk en volgt 14% onderwijs (deels naast uitkering of baan). Dit betreft de situatie op 1 juli 2022. In onderstaande figuur is voor vier afzonderlijke cohortjaren het aandeel werkenden gegeven in de periode 1 januari 2018 tot 1 juli 2022. Hierin komt duidelijk naar voren dat hoe ouder het cohortjaar is (met andere woorden hoe langer de verblijfsduur in Nederland), des te groter het aandeel werkenden. Van de cohortgroep uit 2014 heeft 50% medio 2022 betaald werk, terwijl dit voor het recente cohort uit 2020 slechts 21% is.
Onderzoek van het CBS laat zien dat de arbeidsparticipatie van vluchtelingen uit Oekraïne sneller verloopt dan van andere vluchtelingengroepen. Van de Oekraïense vluchtelingen tussen 15 en 65 jaar die in november 2022 in Nederland verbleven, had bijna de helft betaald werk als werknemer. Oekraïense vluchtelingen die na de Russische invasie naar Nederland kwamen, hebben een uitzonderingspositie ten opzichte van andere migranten van buiten de Europese Unie, omdat zij geen arbeidsvergunning nodig hebben om hier te mogen werken.
Bron: Gemeente Utrecht