Didactiek en pedagogiek

Duurzaam onderwijs vraagt ook iets van de didactische en pedagogische aanpak. In de literatuur en in beleidsstukken van organisaties als UNESCO komen een aantal zaken herhaaldelijk terug:

  • De manier waarop onderwijs wordt gegeven bepaalt in hoeverre echt duurzaam onderwijs mogelijk is. Zo is het geven van hoorcolleges niet geschikt voor het aanleren van de meeste duurzame competenties (Orlovic, 2019).
  • Het integreren van duurzaamheid in het onderwijs betekent meer dan alleen het opnemen van bepaalde onderwerpen en inhoud in curricula. Het raakt de kern van het onderwijs (Tilbury and Ryan, 2014).  Het vraagt ook om ’een actiegerichte, transformatieve pedagogiek, die zelfgestuurd leren, participatie en samenwerking, probleemgerichtheid, inter- en trans-disciplinariteit en de koppeling van formeel en informeel leren ondersteunt’ (UNESCO 2017, p. 7).

De didactische visie van de HU sluit hier goed op aan. Onderwijsvernieuwingen als programmatisch toetsen en meer gepersonaliseerd leren, versterken de mogelijkheid tot duurzame verandering.

Duurzame educatie@300x-8

Wat doet een change agent?

Een duurzame transitie is een systeemverandering, een maatschappelijke omwenteling, waarin we andere waarden hanteren. Om daar als Hogeschool Utrecht een bijdrage aan te kunnen leveren leiden wij onze studenten op als change agents en geven als docenten zelf ook invulling aan die rol.

Een change agent wordt niet alleen opgeleid om te voldoen aan de noden en wensen uit het werkveld, maar neemt ook een bredere verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een duurzame samenleving (van adaptieve professional naar normatieve reflectieve professional).

Een change agent werkt vanuit een set aan waarden. De HU-waarden met betrekking tot duurzaamheid zijn onder meer:

  • Erkenning voor een systeembenadering van ecologie, samenleving en economie. Dit impliceert een bewustzijn dat een gezonde economie afhankelijk is van een gezonde samenleving. En dat beide weer afhankelijk zijn van een bloeiend ecosysteem. Dit bewustzijn vertaalt zich voor de change agent naar een ordening van belangen. Economische belangen zijn dus ondergeschikt aan sociaalmaatschappelijke en ecologische.
  • Erkenning voor het belang van betrokkenheid. Dit impliceert dat change agents hun werk doen vanuit een bredere betrokkenheid met een (lokale) gemeenschap of met de natuur. Deze betrokkenheid vraagt om een bewustzijn van de eigen rol in het grotere geheel en om de capaciteit om op een respectvolle doch actieve en weerbare manier deel te nemen aan de maatschappelijke dialoog over duurzame vraagstukken.
  • Erkenning voor het belang van toekomstige generaties. Dit impliceert dat change agents werken vanuit hoop, het besef dat sommige dingen goed zijn om te doen ongeacht of ze een specifiek resultaat boeken, en dat ze het belang van toekomstige generaties meewegen in de keuzes die ze maken.

Het opleiden vanuit deze waarden vraagt ook om aandacht voor didactische en pedagogische keuzes. Het HUis voor duurzaam onderwijs kan daarbij helpen. Om de student als change agent op te kunnen leiden is het belangrijk dat de docent een voorbeeldrol pakt en zelf ook een change agent wordt.