BKE-cursus: wat kun je verwachten?

Door Michel Coenders en Masja Meier, IVS

 In het kader van de Basiskwalificatie Examineren hebben wij de vernieuwde didactiekcursus BKE gevolgd via TLN. De BKE richt zich vanaf dit studiejaar op vier nieuwe leeruitkomsten. Graag delen wij onze ervaringen met het werken hieraan in dit blog. Wij werken beide voor het Instituut voor Verpleegkundige Studies (IVS), bij de bacheloropleidingen Verpleegkunde (BVK) en de opleiding Medische Hulpverlening (BMH).

Eigen toetsen en eigen vragen

Nog onervaren in de wereld van de toetsing zijn wij gestart aan de cursus. Naast het leren kennen van de onderdelen van toetsing waren wij vooral gericht op het leren kennen van ons instituutsbeleid, toetsvormen en de inhoud daarvan. We hadden vragen als: wat is onze rol binnen toetsing? Hoe zit onze toetscyclus in elkaar? Hoe is dit voor onze opleidingen gedocumenteerd? En hoe wordt deze toetsing gewaarborgd en up-to-date gehouden?

Je eigen leerproces ten aanzien van de toetsing vormt de rode draad door de bijeenkomsten heen. Je neemt zelf een  toets, of onderdeel daarvan, waarvan jij van denkt dat verbetering mogelijk is mee naar de bijeenkomsten. Dit is jouw ‘persoonlijke opdracht’. Deze  is ook gericht op het verzamelen van bewijsmateriaal voor je uiteindelijke portfolio en assessment.

Vier bijeenkomsten

De lessen waren gericht op twee aspecten; het opdoen van theoretische kennis ten aanzien van toetsing en het delen van kennis met deelnemers van andere instituten. Gedurende het traject is er toegewerkt naar de vier nieuwe kwaliteiten van de toetsbekwame HBO-docent, gebaseerd op de herijkte leeruitkomsten. Dit werd heel praktisch ingevuld waarbij de deelnemers werd gestimuleerd om leervragen te ontwikkelen en deze ook mee te nemen naar de bijeenkomsten. Er was een prettige afwisseling tussen werken in groepsverband, maar ook de mogelijkheid tot individuele inbreng.

De lessen zijn onderverdeeld in vier onderwerpen, passend bij de vier kwaliteiten. De eerste les richt zich vooral op ‘Toetsbeleid en -organisatie’. Hier wordt gekeken naar onze eigen rol in het proces van de toetsing en de visie/het beleid vanuit het instituut waar je werkzaam bent. Tijdens de tweede bijeenkomst (‘Toets- en onderwijsprogramma’)  staat het toetsprogramma centraal en de plaats van de toetsing daarbinnen. Verschillende vormen worden besproken en toegelicht. Bij de derde les (‘Herontwerp van de toets’) wordt aandacht besteed aan het herontwerpen van toetsing, waarbij gebruik wordt gemaakt van de toetscyclus. De les is gericht op jouw eigen vaardigheden als docent en het verbeteren van de materialen die daarvoor nodig zijn. Bijeenkomst 4 (‘Duurzame toetsbekwaamheid’) staat in het kader van het toetsbekwaam blijven en is gericht op reflecteren op je eigen handelen en hoe jouw rol gerelateerd is aan de verantwoordelijkheden bij  toetsing.

Tip: werk samen!

Wij hebben de gehele didactiekcyclus met ons tweeën  doorlopen en hebben dit als zeer prettig en inspirerend ervaren, omdat we met deze opdrachten ook direct samen de verdieping konden zoeken. Het was ook erg behulpzaam om gezamenlijk toe te werken naar het assessment omdat we vanuit hetzelfde startpunt konden vertrekken en ervaringen konden uitwisselen. Wij willen nieuwe deelnemers dan ook adviseren om deze cursussen met een directe collega te volgen.

Wendy (Peeters, red.) en Liesbeth (Nederlof, red.): veel dank voor jullie inspirerende bijeenkomsten. We hebben veel geleerd en zijn erg blij met jullie begeleiding en feed forward. Wij kunnen aan de slag en hebben alle vertrouwen in het assessment.