Hoe geef je efficiënt en inspirerend feedback binnen programmatisch toetsen?

Door Christina Schouten

Doelen van feedback

Het geven van feedback is een cruciaal onderdeel van programmatisch toetsen. De feedback dient twee doelen:

  1. De feedback is ondersteunend in het leerproces en geeft richting aan het ontwikkelproces van de student.
  2. De highstakebeslissing, oftewel het eindoordeel, is gebaseerd op alle beschikbare informatie over de prestaties van de student. Deze informatie bestaat voornamelijk uit feedback die studenten hebben verkregen.

Problemen bij feedback geven

Deze twee doelen stellen tegenstrijdige eisen aan de vorm waarin feedback gegeven wordt. Voor het tweede doel is het belangrijk dat, wanneer de student op wil gaan voor de highstakebeslissing, de verkregen feedback (en andere vormen van informatie) in het portfolio zijn opgenomen. Dit is essentieel voor het beslismoment. Anders kunnen studenten niet aantonen dat zij de gestelde eindtermen hebben behaald. Voor het eerste doel geldt echter dat feedback in dialoog juist waardevol is, omdat dit meer bijdraagt aan het leren van de student.

Het gegeven dat de feedback inzichtelijk moet zijn in het highstake beslismoment maakt dus dat feedback moet worden genoteerd. Het noteren van feedback kost betrokken opleiders, zoals docenten en praktijkbegeleiders, veel tijd en energie, onder meer omdat opleiders graag volledig willen zijn in hun feedback. Daarnaast formuleren veel opleiders hun woorden zeer zorgvuldig, in de hoop dat studenten de feedback goed begrijpen. Maar uit onderzoek weten we dat schriftelijke feedback niet altijd effectief is. Wanneer je schriftelijk feedback geeft is het lastig om af te stemmen op het niveau van de studenten en je kunt niet checken of en hoe studenten de feedback hebben begrepen. De dialoog ontbreekt, terwijl dit juist nodig is om te leren van feedback (Dochy & Segers, 2022; Winstone & Carless, 2020; Van der Vleuten, Baartman & van Schilt-Mol, 2020).

Een ander nadeel van het geven van schriftelijke feedback is dat het niet alleen docenten maar ook studenten tijd kost: zij moeten wachten op de feedback die zij op schrift terugkrijgen. Daardoor worden studenten uit hun ‘flow’ van leren gehaald.

Er wordt dus veel tijd besteed aan schriftelijke feedback terwijl het waarschijnlijk niet het gewenste leereffect teweeg brengt. En dat allemaal omdat we feedback schriftelijk moeten vastleggen, wanneer er programmatisch wordt getoetst. In de praktijk wordt hier een spagaat ervaren.

Wat werkt er wel goed?

Er is daarom een andere manier van feedback geven nodig. In de lerarenopleidingen van Hogeschool Utrecht heeft de projectgroep Toetsing een aantal tips geformuleerd waarmee we op een tijdbesparende en inspirerende wijze feedback kunnen geven, waarbij de feedback tegelijkertijd ook in een (digitaal) portfolio kan worden vastgelegd. Sommige tips zijn open deuren, maar we zien in de praktijk dat het lastig is hier toch handen en voeten aan te geven. Daarom zijn deze tips uitgewerkt in een aantal ‘trucs’ oftewel werkwijzen, die als voorbeeld dienen. Hieronder vind je een weergave van deze tips en werkwijzen.

Tips

  • Werk met kleine leertaken of deel-leertaken waarop je makkelijker klassikale of dialogische feedback kunt organiseren. Mocht je toch met een grotere taak willen werken, dan is feedback in twee stappen een optie. Een voorbeeld hiervan is de tweetrapsraket.
  • Benoem een maximum aantal (delen van) eindtermen waarop feedback per leertaak kan worden gegeven. Communiceer vervolgens bij de afzonderlijke leertaken welke (delen van) eindtermen relevant zijn, zodat studenten en feedbackgever zich hier expliciet op kunnen richten. Wanneer je de zelfregie van studenten wilt bevorderen, dan kun je er ook voor kiezen dat studenten aangeven waarop zij feedback willen krijgen. Uiteraard horen zij zich hierbij ook te houden aan het gestelde maximum. Op deze wijze help je opleiders om zich in de feedback te focussen op de kern: in beperking toont zich de meester!
  • Stimuleer studenten om hun prestaties op een andere manier vorm te geven dan in geschreven documenten. Denk bijvoorbeeld aan een vlog, graphic, interview etc., dit scheelt namelijk in leeswerk. Daarnaast lenen deze vormen zich makkelijker om in dialoog feedback te geven.
  • Organiseer mondelinge feedback die vervolgens door studenten zelf  kan worden opgeschreven. De opleider accordeert deze, waardoor er meteen gecheckt wordt of de gegeven feedback is begrepen. Indien dit niet het geval is, kan de feedback worden aangevuld.
  • Gebruik de lessen / klassikale momenten om mondeling feedback te geven, in plaats van dat je buiten de reguliere klasmomenten feedback geeft. Ook dit kun je op verschillende manieren vormgeven.
  • Studenten presenteren hun werk. Dit kan tijdens een feedbackweek maar ook tijdens een lesweek, in de praktijk of op het leerplein plaatsvinden. Net als bij de duo-feedback heeft deze werkvorm het plezierige bijkomstige effect dat studenten veel van elkaar leren.
  •  Bedenk dat studenten leertaken in duo’s of groepjes kunnen maken. Feedback hoeft niet altijd te worden gegeven op individueel gemaakt werk.
  •  Daarnaast kun je bij schriftelijk feedback veelgebruikte feedbackzinnen kopiëren en hergebruiken. Dit kan de vorm krijgen van een ‘feedback database‘, d.w.z. dat je een log bijhoudt van veel gegeven feedbackzinnen. Dit scheelt tijd in formulering. Je kunt dit ook met collega’s doen, dan creëer je met collega’s bijvoorbeeld voor een bepaalde eenheid van leeruitkomsten of een specifieke eindterm (zoals schriftelijk taalgebruik) een feedback database.  Ideeën kun je wellicht opdoen op de site van Vernieuwen-derwijs: Effectief nakijken met de feedbacklegenda – Vernieuwenderwijs
  • Wissel de wijze waarop je feedback geeft af: klassikaal, in kleine groepjes, individueel, mondeling, on the job en schriftelijk. Variatie levert meer energie op, zowel voor de docent die feedback geeft als de studenten die deze ontvangen.

Hopelijk helpen deze tips en werkwijzen in het verminderen van de feedback-werkdruk voor opleiders, het verkorten van de feedback-wachttijd voor studenten en wordt het plezier van docent én student in het leren vergroot.

Voorbeelden

Middels een tweetrapsraket worden grotere producten opgesplitst in fasen. Denk bijvoorbeeld aan een lesvoorbereiding (voor een aanstaande docent). Je kunt hierbij feedback geven op (1) het concept van een deel van de lesvoorbereiding en op (2) de volledige en definitieve versie. In de conceptversie geven studenten aan welke leerdoelen worden nagestreefd met de les, wat de beginsituatie van de klas is en welke theorieën relevant zijn voor de onderbouwing van dit lesplan (zonder uitwerking). De docent geeft hier feedback op (1). Studenten werken hun lesvoorbereiding op basis van deze feedback verder uit. Vervolgens geeft de docent feedback op de volledige / definitieve versie (2). Op deze manier checkt de docent bijtijds of de student in de juiste richting gaat, wat bijsturen (en feedback tijd) in de uitgewerkte versie bespaart.

Mondelinge feedback kan gegeven worden middels een ‘feedbackstation’ op het leerplein. Hier zijn opleiders met diverse expertise afwisselend aanwezig. Studenten kunnen zich individueel inschrijven voor een feedbackmoment. Er is aangegeven hoe lang een feedbacksessie duurt. Een andere optie is dat studenten in tweetallen feedback kunnen vragen. Deze studenten hebben elkaar vooraf peerfeedback gegeven. De opleider loopt met de studenten de gegeven peerfeedback door, waarbij de docent aanvullende feedback geeft. Voor zowel de individuele als duo-feedbacksessie geldt dat studenten de verkregen feedback van de docent opschrijven in het portfolio, waarna de opleider deze accordeert. Een voordeel van een dergelijk feedbackstation is dat studenten feedback kunnen krijgen wanneer zij hier behoefte aan hebben.

Een andere vorm is de feedbackweek of feedbackdag. Studenten kunnen zich in een week of op bepaalde dagen inschrijven voor feedback, waarop docenten met verschillende expertise beschikbaar zijn. Studenten bereiden zich voor door feedbackvragen te formuleren. In bijvoorbeeld 30 minuten wordt het geschreven werk van de student doorlopen en de feedbackvragen besproken. Net als bij het feedbackstation schrijven studenten zelf de verkregen feedback op en kan de opleider deze daarna accorderen. Een voordeel van een feedbackweek is dat studenten structuur geboden krijgen in hun leren. Ze werken naar deze week / dag toe. Wanneer ze er geen gebruik van maken moeten ze wachten tot de volgende keer. Voor sommige studenten werkt dit als een stok achter de deur om aan het werk te gaan.

Studenten geven in groepjes van 2 a 3 een presentatie van bijvoorbeeld een zelf gemaakte graphic (max 5 minuten). Na het bekijken van alle presentaties voeren studenten en opleider een feedback gesprek met elkaar,  waarvan zij aantekeningen maken. In totaal duren presentatie en feedback 40 minuten. Studenten noteren zelf de feedback (en mogelijke vervolgacties) die ze hebben gekregen in hun portfolio en versturen dit direct digitaal naar de opleider. Dit doen studenten direct na het gesprek, terwijl de opleider de volgende presentaties bijwoont. De opleider checkt de feedback aan het eind van de dag op basis van diens aantekeningen.  Een variant is dat studenten een video-presentatie van max 5 minuten maken. Docent én studenten bekijken deze vooraf aan het feedbackgesprek, in het gesprek wordt vervolgens de feedback besproken.

Wanneer je studenten mondeling feedback geeft, kun je met tweetallen werken. Student A krijgt feedback en student B maakt aantekeningen. De opleider en student A checken direct na het gesprek of de aantekeningen kloppen en student A neemt het over in zijn portfolio. Tip: maak een foto van de opgeschreven feedback. Student B kan eventueel ook de feedback direct in het portfolio noteren van student A, indien deze daar toestemming voor geeft. Daarna wisselen de rollen. Deze werkwijze maakt dat zowel opleider als student zich kunnen concentreren op het gesprek. Wel dient de opleider achteraf nog een akkoord te geven op de genoteerde feedback.

De opleider loopt in de klas langs bij studenten en geeft mondeling feedback op gemaakt werk. In geval er vaardigheden worden geoefend, geeft de opleider op basis van observaties mondeling feedback. Studenten kunnen de feedback op hun telefoon opnemen en noteren deze vervolgens in hun portfolio, het liefst nog tijdens de bijeenkomst. De opleider checkt de feedback. Aandachtspunt: spreek met studenten af dat de feedback maximaal tot de volgende dag kan worden geaccordeerd, zodat het nog vers in het geheugen is. Daarnaast kun je studenten vragen de geluidsopname te uploaden als bijlage, eventueel samen met de leertaak waarop zij feedback hebben gekregen.

Een variant is dat de opleider de helft van de klas aan een opdracht laat werken en de andere helft van de klas mondeling feedback geeft. Studenten noteren de feedback in het formulier terwijl de opleider erbij zit, studenten weten dan al of zij de feedback goed begrepen hebben en kunnen het formulier meteen doorsturen naar de docent. De docent hoeft de geschreven feedback dan niet meer na te lezen, maar het alleen nog te accorderen.