Werken in Gedwongen Kader
Beïnvloeden van afbouw van delictgedrag: RNR-model, Good Lives Model en effectieve interventies

Beïnvloeden van afbouw van delictgedrag: RNR-model, Good Lives Model en effectieve interventies

Auteur: Jacqueline Bosker

Welke interventies en werkwijzen van professionals dragen bij aan het beperken van herhaald delictgedrag? Oftewel: ‘wat werkt?’ Die vraag staat centraal in hoofdstuk 6. Naast een beschrijving van kenmerken van effectieve interventies beschrijven de auteurs twee invloedrijke modellen: het Risk-Needs-Responsivity model en het Good Lives Model. Toepassing van deze modellen in de praktijk staat centraal.

Hieronder vind je materiaal aanvullend op het hoofdstuk.

Opdracht bij hoofdstuk ‘Beïnvloeden van afbouw van delictgedrag: RNR-model, Good Lives Model en effectieve interventies’

Inleiding: Dit betreft een opdracht die uit casuïstiek met reflectievragen bestaat, ofwel uit een kort stukje theorie met daarbij reflectievragen. De auteur van het hoofdstuk heeft vragen geformuleerd waarmee de lezer wordt uitgenodigd om verder na te denken over de aangeboden stof in het hoofdstuk uit het boek en om daar bijvoorbeeld op de werkvloer of in de klas over in gesprek te kunnen gaan. De opzet van de opdracht is niet een ‘vraag en antwoordmodel’, maar dient als vertrekpunt om dieper op de materie in te gaan en om de vertaling te maken van de theorie uit het hoofdstuk naar de praktijk.

Hieronder beschrijven we een casus. Aan de hand van enkele vragen wordt gevraagd om het RNR-model en het Good Lives Model die in hoofdstuk 6 worden beschreven toe te passen op deze casus. Dit ondersteunt het nadenken over toepassen van deze modellen. Ook helpt het je te onderscheiden waar verschillen en overeenkomsten tussen de modellen zitten.

Casus

Ricardo is op 13-jarige leeftijd voor het eerst veroordeeld voor een diefstal. Daarna volgen verschillende veroordelingen voor het dealen van drugs, inbraken en vernieling, veelal in vereniging gepleegd. Naarmate hij ouder wordt, worden de delicten ernstiger en komen er ook geweldsdelicten voor op zijn strafblad. Inmiddels is Ricardo 28 jaar en recent veroordeeld voor een gewapende overval.

Ricardo beschrijft over dit delict dat hij op een avond door vrienden wordt meegenomen in hun auto naar een benzinepomp. Eenmaal aangekomen wordt hem verteld dat hij op de uitkijk moet gaan staan. Zijn vrienden gaan naar binnen en dwingen de pomphouder om hen een flink geldbedrag te overhandigen, onder bedreiging van vuurwapens. Achteraf blijken deze wapens nep, maar nauwelijks van echt te onderscheiden. De mannen gaan er vandoor en Ricardo krijgt een deel van de buit. Omdat de actie opgenomen is door de camera’s in de benzinepomp worden ze binnen enkele dagen opgepakt. Ricardo krijgt een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Dit betekent dat hij enkele maanden in detentie verblijft en daarna onder toezicht komt van de reclassering.

De ouders van Ricardo scheiden als hij 9 is, daarvoor zijn er veel conflicten in het gezin. Ricardo is zelf nooit geslagen maar is wel getuige van de ruzies tussen zijn ouders. Na de scheiding woont hij afwisselend bij zijn vader en zijn moeder. Met name met zijn vader is de relatie gespannen, er is veel ruzie. Zijn moeder kan hem eigenlijk niet aan en corrigeert zijn opstandige gedrag nauwelijks. Ricardo is steeds vaker op straat te vinden. Na de basisschool gaat Ricardo naar vmbo-kader. Hij spijbelt veel en haalt geen diploma. Hij heeft verschillende baantjes maar weet deze niet te behouden. De afgelopen jaren heeft hij gewerkt bij een hoveniersbedrijf waar hij het naar zijn zin heeft. Hij geniet van het fysieke werk in de buitenlucht. Hoewel hij ook daar af en toe zonder bericht weg blijft, lijkt het bedrijf bereid om hem nogmaals een kans te geven.

Ricardo heeft geen relatie en ook eigenlijk nooit een relatie gehad. Hij brengt vooral tijd door met zijn vrienden. Dat is een wat losse groep jongens en meisjes die vaak op straat hangen en waarvan een deel bekend is bij justitie. Met hen blowt hij regelmatig en via enkele van hen verkrijgt hij drugs om te dealen. Ricardo heeft geen vast woonadres. Woont soms tijdelijk bij bekenden, soms even bij een van zijn ouders. Op dit moment kan hij eventueel even bij zijn moeder verblijven maar die heeft aangegeven dat het maar voor een paar weken kan.

Vanaf het moment dat Ricardo met justitie in aanraking komt heeft hij verschillende begeleiders gezien: jeugdbeschermers, straathoekwerkers en (jeugd) reclasseringswerkers. Zijn ervaringen daarmee zijn wisselend. Vaak vind hij hen zeurpieten die zich overal mee bemoeiden en hem niet echt helpen. Met een enkele begeleider heeft hij een klik, die weet tot hem door te dringen en dan gaat het een tijdje wat beter met hem. Hoewel er nooit een diagnose is gesteld, is er een vermoeden dat Ricardo een licht verstandelijke beperking heeft.

Vragen:

  1. Stel jij begeleidt deze client vanuit de principes van het RNR-model:
    a. Welke stappen zou je achtereenvolgens zetten? Kun je deze verbinden aan de RNR
    principes?
    b. Welke analyse maak je over deze client? En wat wordt op grond daarvan jouw aanpak?
    c. Wat worden onderwerpen van gesprek gedurende de begeleiding?
  2. Stel jij begeleidt deze client volgens het Good Lives Model:
    a. Welke stappen zou je achtereenvolgens zetten? Kun je deze verbinden aan kenmerken
    van het Good Lives Model?
    b. Welke analyse maak je over deze client? En wat wordt op grond daarvan jouw aanpak?
    c. Wat worden onderwerpen van gesprek gedurende de begeleiding?
  3. Waar zitten volgens jou de belangrijkste verschillen tussen het werken met het RNR-model en het Good Lives Model? En wat zijn de overeenkomsten?
  4. Wat uit het RNR-model en het Good Lives Model zou je meer willen toepassen in de/jouw werkpraktijk, en waarom?

iPDF over effectieve werkwijzen in reclasseringstoezicht

Erkende interventies in het sociaal domein – Movisie

Erkende justitiële interventies voor jeugdigen – Nederland Jeugdinstituut

Erkende justitiële interventies voor volwassenen - Trimbos Instituut