Werken in Gedwongen Kader
De reflectieve professional als bron van kennis

De reflectieve professional als bron van kennis

Auteurs: Marie-José Geenen en Anneke Menger

Tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw werden persoonlijke eigenschappen van professionals en het vermogen een empathische relatie aan te gaan als hét voertuig voor verbetering bij cliënten beschouwd. Hierna werd het accent verlegd naar het gebruik van specifieke methoden en interventies. ‘Wat Werkt?’ werd het leidende principe. Na de eeuwwisseling krijgen persoonlijke en interpersoonlijke kwaliteiten van de professional een hernieuwde rol. Methoden kunnen pas effectief worden in handen van gemotiveerde en effectieve professionals: Wie Werkt?
Hoofdstuk 7 gaat over het belang van systematische reflectie en feedback voor de persoonlijke effectiviteit van de professional.

Hieronder vind je materiaal aanvullend op het hoofdstuk.

Opdracht bij hoofdstuk ‘De reflectieve professional als bron van kennis’

Inleiding: Dit betreft een opdracht die uit casuïstiek met reflectievragen bestaat, ofwel uit een kort stukje theorie met daarbij reflectievragen. De auteur van het hoofdstuk heeft vragen geformuleerd waarmee de lezer wordt uitgenodigd om verder na te denken over de aangeboden stof in het hoofdstuk uit het boek en om daar bijvoorbeeld op de werkvloer of in de klas over in gesprek te kunnen gaan.  De opzet van de opdracht is niet een ‘vraag en antwoordmodel’, maar dient als vertrekpunt om dieper op de materie in te gaan en om de vertaling te maken van de theorie uit het hoofdstuk naar de praktijk.

Reflecteren, dat wil zeggen terugblikken op ervaringen en daarvan leren, is een belangrijke vaardigheid voor forensisch sociale professionals. In hoofdstuk 7 worden zeven redenen daarvoor genoemd, namelijk: (1) handelen bij complexe problematiek, (2) expliciteren van verborgen kennis, (3) toetsen van intuïtie, (4) verantwoord beslissen, (5) praktische wijsheid verbinden aan cliëntexpertise en wetenschappelijke kennis, (6) (door)ontwikkelen van lerend en reflectief vermogen en tot slot (7) zelfzorg en behoud van veerkracht.

1. Lees de toelichting bij deze zeven redenen in het boek en ga voor je zelf na welke rangorde jij hierin zou willen aanbrengen: welke is voor jou het belangrijkste, welke vind je daarna belangrijk et cetera. Licht je motivatie hiervoor kort toe en illustreer dat met een voorbeeld (voor mij is verantwoord beslissen het allerbelangrijkste omdat …)

2. Deze zeven redenen gelden niet alleen voor forensisch sociale professionals, maar zijn in bredere zin van belang voor professionals die met mensen werken. Is het voor forensisch sociale professionals belangrijker om te reflecteren dan voor andere (sociale) professionals? Waarom wel? Waarom niet?

Vragen stellen en feedback geven zijn belangrijke instrumenten om een ander aan te zetten tot reflectie.

3. Op welk kwadrant van het Johari-venster heeft het geven van feedback en het stellen van
vragen vooral effect? Licht dat nader toe.

Reflecteren met collega’s op de werkvloer vraagt om een veilig en werkbaar klimaat. Het gaat er immers om dat ervaringen besproken kunnen worden, inclusief mogelijke twijfels, dilemma’s en vragen die er leven. Het gaat er om samen de juistheid, effectiviteit en correctheid van het handelen te onderzoeken en of het handelen past bij jou.

4. Ga bij jezelf na wat voor jou belangrijke voorwaarden zijn om dat te kunnen doen zowel in
fysieke als in psychische zin.

Intervisie: ‘de korte slag’ methode

Intervisie: incidentmethode

Intervisie: Balint methode

Collegiale consultatie

Over het stellen van goede vragen

Moreel beraad

Reflectiewijzer voor het sociaal domein