aanpakklein

Ontwikkelen van de onderzoeksaanpak

De kennis, werkvormen en hulpmiddelen die worden aangeboden in dit element kunnen door onderzoekers naar eigen inzicht ingezet worden voor één of meer van de onderstaande doelstellingen: 

  • Bepalen welke (onderzoeks)activiteiten worden ingezet 
  • Bepalen in welke volgorde de gestelde doelen en bijbehorende activiteiten gepland worden; 
  • Gezamenlijk met alle deelnemers van het samenwerkingsverband bepalen wie bij welke onderzoeksactiviteit betrokken zal zijn in de uitvoerende fase van het onderzoek

Benodigd voorwerk door projectleider en procesbegeleider

Dit element is gebaseerd op het Research Pathway Model (Van Beest et al., 2021; Van Beest, 2023). Op basis van dit element kan inzichtelijk gemaakt worden hoe geformuleerde activiteiten kunnen bijdragen aan het uiteindelijke onderzoeksdoel. Dit vormt de basis van de onderzoeksaanpak. 

Het Research Pathway Model (RPM) is een procesmodel dat de verschillende stappen die gezet kunnen worden in een onderzoek expliciteert. Dit helpt om een beter gedeeld begrip van een onderzoeksproject te creëren. Het model bestaat uit twee assen (onderzoekscontexten horizontaal en onderzoeksactiviteiten verticaal) en negen onderzoekstappen: 

Het Research Pathway Model onderscheidt drie soorten onderzoekscontexten:

1. De theoretische context

In de theoretische context zijn de processtappen gericht op het ‘creëren’, ‘verkennen’ en ‘opleveren’ van een beter begrip van problemen en gerelateerde oplossingsrichtingen.

2. De conceptuele context

De conceptuele context maakt de vertaling van vooronderstelde oplossingen naar een meer specifiek prototype of concept dat wordt gecreëerd, onderzocht en opgeleverd aan derden of richting vervolgonderzoek. In deze context vertalen onderzoekers, studenten en praktijkprofessionals theorie of een praktijkprobleem naar een prototype. Dit doen zij zelf, samen met het consortium én met of zonder eindgebruikers, maar altijd in een afgeschermde context als een brainstormruimte of een pilotomgeving.

3. De praktijkcontext

De praktijkcontext betreft de context waarin de praktijk en/of de leefomgeving van eindgebruikers van binnenuit wordt verkend, waarin een prototype gebruikt en getest wordt en waarin implementatie plaatsvindt. 

De onderzoeker kan het Research Pathway Model gebruiken om samen met betrokkenen te bepalen welke stappen in het onderzoek moeten worden gezet om de gestelde doelen te bereiken. Daarbij hoeven de negen stappen van het Research Pathway Model niet noodzakelijkerwijs allemaal doorlopen te worden en is er ook geen voorkeursvolgorde in het doorlopen van de stappen. Alles hangt af van de doelen van het onderzoek.    

 Tips voor projectleider en procesbegeleider 

  • Blijf praktijkbetrokken en niet-meeschrijvende onderzoekers uit het samenwerkingsverband betrekken bij de ontwikkeling van de onderzoeksaanpak:
    • Vergeet niet om praktijkbetrokkenen en niet-meeschrijvende onderzoekers ook tijdens het schrijfproces te blijven betrekken
    • Laat praktijkbetrokkenen en niet-meeschrijvende onderzoekers kritisch naar de gekozen methodologie kijken.
    • In de handreiking voor ‘CRJO als compleet 10 stappenproces’ staat op pagina 36 een complete workshop beschreven genaamd ‘Onderzoeksaanpak’. In deze workshop worden verschillende werkvormen gecombineerd om de deelnemers van het samenwerkingsverband te ondersteunen in het geven van feedback en input op een concept onderzoeksopzet die door een aantal onderzoekers binnen het samenwerkingsverband gemaakt is. De workshop beslaat een dagdeel en kan zowel online als fysiek georganiseerd worden. De beschrijving van deze workshop kan projectleiders en procesbegeleiders meer inzicht geven in de manier waarop de werkvormen en hulpmiddelen die verderop op deze webpagina te vinden zijn, kunnen worden ingezet (al dan niet gecombineerd) en kan als inspiratie dienen voor de manier waarop bijeenkomsten georganiseerd kunnen worden vanuit de basisprincipes van CRJO.
  • Verwerk opgehaalde informatie gedurende het ontwikkelen van de onderzoeksaanpak meteen in het format van een eventuele subsidieaanvraag om te voorkomen dat al het schrijfwerk voor de subsidieaanvraag aan het eind van het proces nog moet gebeuren.
  • Soms blijkt in een samenwerkingsverband geen van de onderzoekers of praktijkbetrokkenen over voldoende methodologische kennis te beschikken om de gewenste onderzoeksaanpak goed vorm te geven. Roep in dat geval de expertise van iemand van buiten het samenwerkingsverband in en laat deze een review doen van de methodologie van het conceptvoorstel. Overweeg in dat geval ook om iemand met deze expertise toe te voegen aan het samenwerkingsverband voor de uitvoerende fase van het onderzoek.

Behulpzame werkvormen

Kies de context

Werkvorm om gezamenlijk te bespreken in wat voor omgeving iemand zich thuis voelt gedurende een project en wat dit betekent voor de rol en te kiezen aanpak.

Download methode

Plan het pad

Werkvorm om gezamenlijk te bepalen welke onderzoekstappen worden uitgevoerd en wat binnen deze onderzoekstappen behulpzame methoden zijn.

Download methode

Van doel naar doen

Werkvorm om de doorwerkingsdoelen te vertalen naar concrete activiteiten tijdens het onderzoek.

Download methode

Blijheid en vraagtekens

Werkvorm om met elkaar te bepalen hoe het onderzoeksvoorstel eruit gaat zien en om eventueel de contouren te bepalen van de interventie die ontwikkeld gaat worden.

Download methode

Cirkelen rond de aanpak

Werkvorm om met elkaar te bepalen hoe het onderzoeksvoorstel eruit gaat zien en om eventueel de contouren te bepalen van de interventie die ontwikkeld gaat worden.

Download methode

Vangnet weven

Werkvorm om gezamenlijk in kaart te brengen wie welke rol wil spelen in de uitvoerende fase van het onderzoek en om de afhankelijkheden in kaart brengen.

Achtergrond informatie  

In een onderzoeksopzet worden de onderzoeksaanpak, de ontwerpaanpak, de didactische aanpak en de veranderaanpak gecombineerd tot een integrale opzet. Er zijn verschillende voorbeelden van onderzoeksopzetten waarin dit het geval is.

Actieonderzoek

Actieonderzoek kan gezien worden als een vorm van sociaalwetenschappelijk onderzoek waarin zowel kennis wordt ontwikkeld als praktijken worden verbeterd op een manier waar betrokkenen iets van leren (Pluut, 2018; Van Lieshout et al., 2017). Actieonderzoek combineert in haar aanpak dus zowel een onderzoeksaanpak als een veranderaanpak als een didactische aanpak.  

In onderstaande kennisclip wordt nadere uitleg gegeven over wat actieonderzoek is en wat de overeenkomsten en verschillen tussen actieonderzoek en de CRJO methodiek zijn:

Ontwerpgericht onderzoek

Ontwerpgericht onderzoek is een vorm van sociaalwetenschappelijk onderzoek waarin een kennisdoel en een ontwerpdoel worden gecombineerd (Van Aken & Andriessen, 2011). Tijdens het onderzoek wordt een prototype ontwikkeld van een oplossing voor een praktijkprobleem en deze oplossing wordt een aantal malen getest in verschillende contexten. Het doel is handelingskennis te ontwikkelen waarbij bewijsmateriaal wordt verzameld over 1) of de oplossing werkt 2) onder welke omstandigheden deze wel en niet werkt 3) wat de mechanismen zijn die maken dat het werkt en 4) op welke manier de oplossing context-specifiek kan worden gemaakt. 

Een mixed-methods benadering is een term die vaak gebruikt wordt voor onderzoeken waarin zowel kwantitatieve als kwalitatieve dataverzamelingsmethoden worden gecombineerd (Creswell, 2010). Dit komt in steeds meer disciplines voor (Teddlie & Tashakkori, 2010) omdat het aantrekkelijk is voor onderzoekers om de kracht van beide soorten onderzoek te compenseren. Echter, mixed-methods blijven beperkt tot de onderzoeksaanpak en zijn daarmee primair gericht op het realiseren van het kennisdoel. Om in een onderzoek tegelijk ook bij te dragen aan het ontwerpdoel, veranderdoel en professionaliseringsdoel is meer nodig dan een mixed-methods onderzoeksaanpak en moet een ontwerpaanpak, didactische aanpak en veranderaanpak worden toegevoegd. Iedere van de vier soorten onderzoeksdoelen vraagt dus om een eigen aanpak.   

Onderzoeksaanpak  

De onderzoeksaanpak bestaat uit het onderzoeksdesign en de onderzoeksmethoden voor dataverzameling en data-analyse. Er zijn vele mogelijke onderzoeksdesigns en er bestaan ook vele indelingen. Voor sociaalwetenschappelijk onderzoek maakt bijvoorbeeld Bryman (2012) onderscheid tussen:  

  • Experiment (gerandomiseerd, quasi en natuurlijk)  
  • Cross-sectioneel onderzoek  
  • Longitudinaal onderzoek  
  • Case study  
  • Meervoudige case study  

Binnen het kwalitatief onderzoek bestaan weer andere indelingen. Zo maken Letts et al. (2007) onderscheid tussen:  

  • Fenomenologie  
  • Etnografie  
  • Grounded theory  
  • Participatief actieonderzoek  
  • Overige designs  

Onderzoeksmethoden bestaan er uiteraard ook in vele soorten en maten variërend van vragenlijsten tot participerende observatie. Informatie hierover is te vinden in de vele methodologieboeken die er binnen verschillende vakgebieden zijn verschenen.  

Vanuit de CRJO methodiek wordt het belang benadrukt van het onderscheid tussen het onderzoeksdesign en de onderzoeksmethoden.

Onderzoeksdesign

Het onderzoeksdesign geeft weer op welke manier methoden worden gecombineerd om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag. Het is de juiste combinatie van methoden die maakt dat een onderzoeksaanpak passend is. Binnen een onderzoeksdesign als bijvoorbeeld een meervoudige casestudy kunnen vele verschillende dataverzamelingsmethoden worden gebruikt. Maar het antwoord op de vraag komt tot stand door de data over de individuele casussen op meerdere manieren tussen de te vergelijken (cross-case analyse). Een onderzoeksdesign is soms (maar niet altijd) ook verbonden aan specifieke paradigmatische uitgangspunten: opvattingen over hoe de wereld in elkaar zit, wat kennis is, alsmede ethische en methodologische uitgangspunten (Lincoln & Guba, 2000).

Onderzoeksmethoden

Onderzoeksmethoden geven op zichzelf geen informatie hoe een antwoord wordt gegeven op de vraag, alleen hoe de gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Wanneer in een onderzoeksopzet nagelaten wordt te beschrijven op welke manier onderzoeksmethoden worden geconfigureerd tot een onderzoeksaanpak kan de mate waarin het voorstel passend is niet worden beoordeeld.  

Ontwerpaanpak  

Net als dat er vele onderzoeksaanpakken bestaan, zijn er ook vele manieren om dingen te ontwerpen. Ook hier is het mogelijk om onderscheid te maken tussen het design en de gebruikte methoden binnen het ontwerpproces. Zo kan Design Thinking (Buchanan, 1992) gezien worden als een overall aanpak van een ontwerpproces waarbinnen vele methoden kunnen worden gecombineerd. Ontwerpmethoden op hun beurt kunnen onderverdeeld worden in soorten. Martin & Hanington (2012) geven een opsomming van 100 ontwerpmethoden en maken onderscheid tussen onderzoekmethoden, synthese/analysemethoden en onderzoeksproducten. De CMD Research Methods Pack10 noemt er 58 en verdeelt ze naar:  

  • bibliotheekmethoden om achter reeds bestaande kennis te komen;  
  • veldmethoden om achter de wensen en eisen van gebruikers te komen;  
  • laboratoriummethoden om te testen of een ontwerp werkt;  
  • showroom methoden om je ontwerp te laten valideren door de buitenwereld;  
  • workshop methoden om mogelijkheden te verkennen;  
  • stepping stones om resultaten vast te leggen en te communiceren naar het team en  de buitenwereld (Van Turnhout et al., 2014).  

Er is overlap tussen ontwerpmethoden die erop gericht zijn om informatie te verzamelen (zoals bibliotheekmethoden en veldmethoden) en de onderzoeksmethoden. Er is echter wel een verschil in het gebruik van deze methoden. Binnen de onderzoeksaanpak worden de methoden gebruikt om te helpen een onderzoeksvraag te beantwoorden. De kwaliteit van het antwoord wordt primair vastgesteld door te kijken naar de kwaliteit van de dataverzameling. Binnen de ontwerpaanpak worden de methoden gebruikt om te helpen tot een ontwerp te komen. De kwaliteit van het ontwerp wordt primair vastgesteld door te kijken of het ontwerp een waardevolle bijdrage levert aan de praktijkkwestie. Aan onderzoeksmethoden worden daarom in het algemeen andere eisen gesteld dan aan vergelijkbare ontwerpmethoden. 

Didactische aanpak 

Wanneer een onderzoeksproject ook tot doel heeft om mensen iets te leren – tijdens of na het onderzoek – moet worden nagedacht over een aanpak hiervoor: een didactische aanpak. Binnen de CRJO methodiek wordt hiervoor de brede betekenis van het woord ‘leren’ die Ruijters (2006, p.48) geeft gebruikt: “Leren komt vanuit de ‘zone van het niet weten/het onbekend’ en leidt via allerlei fysieke en mentale activiteiten, tot het ontdekken van begrip en bekwaamheid”. Het gaat daarbij om al die gebeurtenissen waarin mensen eerst iets niet weten, dan activiteiten ondernemen (zowel denken als doen) die ertoe leiden dat ze beter begrip hebben en een hogere bekwaamheid. 

De taak voor de ontwikkelaar van een onderzoeksopzet is te bepalen welke fysieke en mentale activiteiten betrokkenen dienen te doen om te kunnen leren. De meest passieve vorm van ‘aanzetten tot leren’ gaat niet verder dan onderzoeksresultaten verspreiden en hopen dat de praktijk er iets van leert door ze te lezen. Dit blijkt weinig effectief (Bero et al., 1998). Iets actiever wordt het als in het kader van een onderzoeksproject onderwijsmateriaal ontwikkeld wordt, waarin de onderzoeksresultaten verwerkt zijn én als dit onderwijsmateriaal opgenomen wordt in een onderwijscurriculum. Zo kunnen toekomstige professionals van de onderzoeksresultaten leren. Ook dat blijkt echter weinig effectief (Bero et al., 1998). Nog actiever wordt het wanneer vanuit een onderzoeksproject interactieve bijeenkomsten worden georganiseerd met professionals of gewerkt wordt met het principe van audit en feedback (Lau et al., 2015). Dit blijkt in veel gevallen behoorlijke effectief te zijn (Bero et al., 1998). 

Een speciaal geval is wanneer het onderzoek zelf wordt gezien als kans voor betrokkenen om iets te leren. Onderzoeken kunnen hele rijke leeromgevingen zijn waarbij deelnemers in vijf richtingen kunnen leren (Markauskaite & Goodyear, 2017, p.596): 

  • omhoog: door praktijkervaring te verbinden aan theorie; 
  • naar binnen: door meer te weten te komen over de eigen persoon en de eigen professionaliteit; 
  • naar voren: door nieuwe handelingskennis te ontwikkelen voor toekomstig handelen; 
  • naar opzij: door bekwamer te worden in onderlinge samenwerking, vaak over disciplines heen; 
  • naar beneden: door steviger te staan omdat er beter zicht is op contextuele beperkingen en eigen voorkeuren en te leren beter te leren van dagelijkse ervaringen. 

Dit kan worden bereikt door praktijkbetrokkenen een rol te geven in de uitvoerende fase van het onderzoek. In het element In positie brengen van alle betrokkenen op deze website wordt uitgebreid ingegaan op manieren waarop hier vorm aan gegeven kan worden.

In de handreiking voor ‘CRJO als compleet 10 stappenproces’ staat op pagina 40 een complete workshop beschreven genaamd ‘inrichten van de samenwerking’. In deze workshop worden verschillende werkvormen gecombineerd om de deelnemers van het samenwerkingsverband te ondersteunen in het gezamenlijk bepalen wie bij welke onderzoeksactiviteit in welke rollen en met welke taken betrokken zullen zijn in de uitvoerende fase van het onderzoek. De workshop beslaat een dagdeel en kan zowel online als fysiek georganiseerd worden. De beschrijving van deze workshop kan projectleiders en procesbegeleiders meer inzicht geven in de manier waarop bovengenoemde werkvormen en hulpmiddelen kunnen worden ingezet (al dan niet gecombineerd) en kan als inspiratie dienen voor de manier waarop bijeenkomsten georganiseerd kunnen worden vanuit de basisprincipes van CRJO.

Verander aanpak 

Mensen zijn niet eenvoudig te veranderen. Toch is het vaak het doel van praktijkgericht onderzoek om aan die verandering een bijdrage te leveren die verder gaat dan alleen het opleveren van nieuwe kennis, bijvoorbeeld door iets te veranderen aan het systeem of de mensen daarin, en/of mensen iets te leren, en/of door iets te maken. 

Veranderingen kunnen betrekking hebben op gedrag van individuen. In de literatuur gaat het dan over ‘behavioral change’. Een bekende aanpak in de zorg hiervoor is het Behavioral Change Wheel (Michie, van Stralen, & West, 2011), een synthese van 19 modellen voor gedragsverandering. Dit model bestaat uit negen typen interventies (zoals training en overtuiging) en zeven beleidsstrategieën (zoals communicatie en richtlijnen) die ervoor zorgen dat individuen hun gedrag willen veranderen, kunnen veranderen en daar ook de gelegenheid voor hebben. 

Veranderingen kunnen ook betrekking hebben op het gedrag van het collectief. Het kan dan gaan om het veranderen van teams, afdelingen, organisaties, overheidsbeleid of zorgstelsels. Dit is een breed expertiseterrein waarin tal van disciplines actief zijn. Bij praktijkgericht onderzoek is het van belang na te denken welke rol het onderzoek speelt of kan spelen in deze veranderprocessen. Een passieve rol is te zorgen dat de belangrijkste stakeholders binnen een systeem bij het onderzoek zijn betrokken. Vervolgens is de hoop dat zij de onderzoeksresultaten zullen benutten voor verandering in protocollen, beleid en manieren van werken. Een meer actieve rol is om binnen het onderzoek actief mee te helpen aan het formuleren van beleid en het opstellen van protocollen. 

Het is verstandig om al bij het ontwikkelen van een onderzoeksaanpak na te denken over op welke manier het onderzoek veranderingen bevordert. Dat kan door het ontwikkelen van een ‘theory of change’ (Stein & Valters, 2012; Taplin & Rasic, 2012): een theorie over de weg waarlangs onderzoek tot verandering leidt. De doorwerking van onderzoek loopt vaak langs verschillende wegen die ‘impact pathways’ worden genoemd (Springer-Heinze, Hartwich, Simon Henderson, Horton, & Minde, 2003). Door in de opstartfase van een onderzoek deze impact pathways te benoemen wordt duidelijk welke activiteiten in het onderzoek kunnen worden opgenomen om de doorwerking van het onderzoek te vergroten. Ook helpt dit om de relevantie van het onderzoek voor de subsidieverstrekker te onderbouwen.

In onderstaande kennisclip wordt uitgelegd hoe de resultaten van de werkvorm ‘doelenroos’ te vinden is op deze website onder het element verhelderen van de onderzoeksdoelen een hulpmiddel kan zijn bij het maken van een veranderstrategie:

Papier is geduldig en verandering van complexe systemen weerbarstig (Vermaak, 2009). De meest actieve manier om met praktijkgericht onderzoek bij te dragen aan veranderingen in de praktijk is door een veranderstrategie op te nemen als onderdeel van het onderzoek. De Caluwe & Vermaak (1999) maken onderscheid tussen vijf veranderstrategieën en geven ze ieder een eigen kleur:

  • blauwdruk denken is de rationele planmatige strategie;
  • geeldruk denken is de belangenstrategie gebaseerd op o.a. macht en coalities;
  • rood is de mensgerichte strategie gericht op o.a. belonen en straffen;
  • groen is de groeigerichte strategie gericht op o.a. leren en motivatie;
  • wit is de energiegerichte strategie gebaseerd o.a. op zelforganisatie en creativiteit.

Het idee is dat een veranderstrategie moet passen bij de praktijkkwestie en de context. Bij het ontwikkelen van een onderzoeksaanpak kan worden bekeken welke veranderstrategie past bij de praktijkkwestie en welke activiteiten in het onderzoek kunnen worden opgenomen om deze strategie te realiseren. 

Aanvullende behulpzame bronnen 

  • Ondersteuning bij het realiseren van, en rapporteren over, doorwerking van het onderzoek aan hogescholen: Doorwerking HBO onderzoek – Ondersteuning bij het verbeteren van de doorwerking van onderzoek aan hogescholen (doorwerking-hbo-onderzoek.nl) 
  • Voor het formuleren en ontwikkelen van een veranderaanpak: De Caluwe, L., & Vermaak, H. (1999). Leren Veranderen. Een handboek voor de veranderkundige. Alphen aan den Rijn: Samsom. 
  • Voor meer theorie over Impact Pathways: Springer-Heinze, A., Hartwich, F., Simon Henderson, J., Horton, D., & Minde, I. (2003). Impact pathway analysis: An approach to strengthening the impact orientation of agricultural research. Agricultural Systems, 78(2), 267–285. 
  • Voor theorie over gedragsverandering: Michie, S., van Stralen, M. M., & West, R. (2011). The behaviour change wheel: A new method for characterising and designing behaviour change interventions. Implementation Science, 6(1), 42. 
Switch to English Nederlands