‘Hoe creëer je draagvlak bij bewoners voor de energietransitie?’
© Maarten Ter Huurne in Smitveen Soest

‘Hoe creëer je draagvlak bij bewoners voor de energietransitie?’

Maarten ter Huurne
Maarten Ter Huurne

Maarten Ter Huurne, verbonden aan het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling, doet onderzoek naar de sociale kant van de energietransitie: ”Nederland staat voor de uitdaging om over te schakelen op andere warmtebronnen, om veel minder CO2 uit te stoten. De technische opgave is belangrijk, maar de sociale kant ook: hoe creëer je draagvlak en participatie bij bewoners voor de energietransitie? Mijn onderzoek richt zich op (kwetsbare) wijken in de gemeentes Weesp en Soest waar diverse lokale partijen samenwerken om ervoor te zorgen dat de bewoners eigenaarschap ervaren. Woningcorporaties, de gemeente zelf, lokale vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld huurdersverenigingen slaan de handen ineen om dit te bewerkstelligen. De corona pandemie maakt het lastig om direct in contact met de bewoners te komen. Normaal gesproken zouden er bijvoorbeeld huiskamergesprekken georganiseerd worden, maar dat kan nu natuurlijk niet. Voor mijn onderzoek betekent dit dat ik de afgelopen maanden vooral veel literatuuronderzoek gedaan heb. Maar niet alles kan online, zeker niet in het actie onderzoek dat ik voor ogen heb.

Een positieve ontwikkeling is dat ik zie dat veel woningcorporaties en gemeentes beseffen dat de energietransitie geen losstaand project is. Zij hebben scherp in beeld welke thema’s er binnen een wijk leven en proberen deze mee te nemen in het traject van de energietransitie. Zo kom ik initiatieven tegen waarin bijv. extra groen aangelegd wordt in de wijk of waar lokale ondernemers ingezet worden bij de uitvoering van de energietransitie. Door gebruik te maken van deze zgn. “koppelkansen” groeit het draagvlak voor de energietransitie. Bij mijn eigen onderzoek zetten we hier ook studenten voor in. Vanuit de werkplaats Sociale Rechtvaardigheid (van het Instituut voor Social Work) gaan studenten op pad om interviews met bewoners te houden over hun wijkbeleving. Op veilige afstand uiteraard, vanuit de portiekhallen.”