Welzijn en Inclusie

Depressie

Casus

Tweedejaarsstudent A (21) heeft een achterstand opgelopen. Ze moet herkansingen uit het eerste jaar doen en ze staat ingeschreven voor tweedejaarsvakken. A is onregelmatig aanwezig. De ochtenden is zij er vaak niet, en soms mist ze hele dagen. A oogt vermoeid en emotioneel vlak. Ze wekt de indruk dat het niet goed met haar gaat. In een gesprek met haar begeleider vertelt A dat de diagnose depressie is gesteld door de GGZ.

Wat verstaan we onder depressie?

Iedereen heeft goede dagen en slechte dagen. Tijdelijke somberheid treedt op na een negatieve levensgebeurtenis. Als de somberheid lang duurt, of ongewoon intens is, kan er sprake zijn van een depressie.
Het dagelijks functioneren wordt dan beïnvloed door een aanhoudende prikkelbare en/of sombere stemming. Dat kan gepaard gaan met gedachten aan de dood, geen/minder plezier beleven aan dingen. Ook kunnen er o.a. eetproblemen, slaapproblemen, vermoeidheid en concentratieproblemen spelen.

Extra informatie

Een depressie (depressieve stoornis) kan uitsluitend gediagnosticeerd worden door de huisarts, een psycholoog of psychiater. Depressie kent verschillende vormen. De mate van ernst kan variëren van een lichte, tot een matige-ernstige of ernstige depressie. Ook het verloop kan variëren. De behandelaar of de huisarts is altijd eerste aanspreekpunt voor de student met een behandelvraag.

Begeleiders kunnen zich op richten op activering en soms leefstijladviezen, mocht dat ter sprake komen. Een gezonde leefstijl met regelmatig bewegen, een goede nachtrust en voldoende ontspanning heeft namelijk een gunstig effect op het beloop van een depressie. Dat geldt ook voor gebalanceerde voeding en het vermijden van alcohol, drugs en roken.

DO’s! Tips voor begeleiders

Bied een luisterend oor

Hulp bij een depressie kan per persoon verschillen. Bied als begeleider in eerste plaats een luisterend oor. Je hoeft geen advies te geven. Meedenken over wat de student kan helpen in dagelijkse leven en de studie helpt wel. Stel bijvoorbeeld vragen over de hulp die de student ontvangt van een behandelaar. Van belang is aan te sluiten bij het behandelplan van de student. De student bepaalt natuurlijk zelf wat hij daarover vertelt.

Help afspraken na te komen

Als begeleider stimuleer je de student afspraken in de praktijk toe te passen. Dat kun je op de volgende wijze doen:

  • Bespreken hoe de student binnen de studie geholpen kan worden.
  • Welke extra hulp kan de student bij het leren worden geboden.
  • Achterhalen wat de student van school nodig om zo veel mogelijk te lessen te volgen.
  • Afspreken welke (tijdelijke) aanpassingen zijn wenselijk en mogelijk.
  • Adviseren om een afspraak te maken met de decaan kan passend zijn.
  • Duidelijk maken dat je er bent voor steun, maar verwijs altijd terug naar deskundige hulp.
  • Sociale interactie bevorderen.
  • Voor studenten met ernstige psychische problemen kan contact met school een belangrijk houvast zijn in een moeilijke tijd.

Vervolg casus

De begeleider plant geregeld gesprekken in met A. De student kan bij de decaan extra uren aanvragen voor begeleiding. Student en begeleider spreken af dat hun gesprekken gericht zijn op de studievoortgang en op ondersteuning. De begeleider spreekt positieve verwachtingen uit en complimenteert A voor wat wel lukt. Kleine stappen zijn belangrijk voor het behalen van succeservaringen. Aanwezig zijn, kan al een doel op zich zijn. Daarna komen volgende stappen.

Hoe kan de begeleider student A verder helpen?

DO! Stimuleren van een gezond ritme

De begeleider stimuleert de student in een gezond ritme te komen. Daarvoor maken ze  samen een planning. A wisselt tijdsblokjes van studeren af met ontspanning en beweging. Iedere dag gaat A even wandelen: bewegen ondanks vermoeidheid leidt vaak tot meer energie.

DO! Een studieplan opstellen

Begeleider en A maken samen een plan over de deelname aan studieactiviteiten. De begeleider stimuleert haar om naar de lessen te komen. Ze maken ook afspraken over hun communicatie. De begeleider kan bijvoorbeeld voorstellen een reminder te appen of te mailen om de student te helpen aanwezig te zijn.

Extra informatie voor studenten:

  • Extra ondersteuning voor de student in de HU: wijs de student op de site HU Helpt. Hij kan een online module (E-health) volgen en deelnemen aan cursusaanbod of een supportgroep van het SSC. Bij milde somberheid kan de student via de decaan verwezen worden naar de Studentenpsycholoog, bij ernstigere depressie adviseer jij hem naar de huisarts of behandelaar te gaan.
  • Gripopjedip.nl. Voor jongeren 16-25 jaar

Extra informatie voor docenten:

Geraadpleegde bronnen:

  • ‘Kwaliteitsstandaarden voor de geestelijke gezondheidszorg,’ ggzstandaarden.nl
  • Stikkelbroek, Y., Bodden, D., & Bouwman, H., D(o)epressiecursus, Protocollaire behandelingen (2018)
  • Lieshout, T. van & Deth, R. van, Pedagogische adviezen voor speciale kinderen, een praktisch handboek voor professionele opvoeders, begeleiders en leerkrachten (2018)
enEnglish
UA-29247330-1