Gebouwd Erfgoed

Let op: dit is een deeltijdminor

In onze gebouwde omgeving staan veel monumenten, zoals industriële objecten, kantoorpanden, woonhuizen, kerken en bruggen. Kennis over de staat van dit gebouwd erfgoed is essentieel voor de instandhouding ervan. Ben je deeltijdstudent Bouwkunde, Built Environment, Bouwmanagement, Civiele Techniek, Facility Management, Vastgoed en Makelaardij, Technische Bedrijfskunde of Werktuigbouwkunde en wil je je verder ontwikkelen in deze sector? De minor Gebouwd Erfgoed geeft je een goede basis.

Toelating

Je bent deeltijdstudent en je hebt bij voorkeur je propedeuse behaald in een van de volgende studierichtingen: Bouwkunde, Built Environment, Bouwmanagement Civiele Techniek, Facility Management, Vastgoed en Makelaardij, Technische Bedrijfskunde of Werktuigbouwkunde. Bovendien heb je al geruime werkervaring en maximaal 15 studiepunten studieachterstand in semester 3 en 4. Als je een andere opleiding doet of weinig werkervaring hebt, stellen we in een toelatingsgesprek vast of je voldoende voorkennis hebt om de minor te kunnen volgen.

De examencommissie van je opleiding stelt van tevoren vast welke HU-minoren geen hbo-niveau en/of een onacceptabele overlap hebben met het verplichte curriculum van je opleiding. Check op de pagina Niet toegestane minoren onder jouw instituut of er minoren zijn die je niet mag volgen. Deze pagina zal vanaf 29 februari geüpdatet zijn voor minoraanbod 2024-2025.

Inhoud

Je leert in deze minor waarom het behouden en gebruiken van gebouwd erfgoed belangrijk is. Ook leer je de cultuurhistorische waarde van een object of gebouw in zijn omgeving te herkennen. Je leert op basis van het meten van de bouwkundige toestand van een gebouw de relatie te leggen tussen oorzaak, gevolg en urgentie van onderhoudsgebreken. Je leert deze gegevens te vertalen naar een inhoudelijk adviesrapport voor een concreet onderzoeksobject . Daarnaast maakt kennis je met actuele thema’s als verduurzaming en digitalisering. Een digitaal informatiemodel in 3D van je onderzoeksobject zal de rode draad zijn tijdens deze minor.

Deze minor bereidt je voor op een functie bij bedrijven en organisaties in de volgende sectoren: de erfgoedsector, overheidsinstellingen, vastgoed(her)ontwikkeling, de architectuursector, bij woningcorporaties, beleidsfuncties op het gebied van renovatie en transformatie (restauratie) en op het gebied van bouwontwikkeling van monumenten.

Leerdoelen

Je bent in staat om een object of gebouw te waarderen op basis van zijn architectonische, bouwhistorische eigenschappen in zijn (cultuur)-historische context. Je kunt vanuit het inspecteren van een bestaand gebouw de bouwkundige toestand vastleggen en de relatie leggen tussen oorzaak, gevolg en urgentie van onderhoudsgebreken. Je kunt dit vertalen naar een inhoudelijk adviesrapport en 3D model.

Cursussen

De minor bestaat uit een onderdeel basiskennis en een toegepaste praktijkopdracht.

Basiscursus
Je maakt kennis met de verschillende facetten van het restauratieproces, zoals bouwhistorisch onderzoek, bouwkundige schadeopname en digitale technieken rond actuele thema’s als instandhouding en verduurzaming van gebouwd erfgoed.

Praktijkopdracht
Je past de basiskennis op het gebied van verduurzaming, architectuur, bouwhistorie, waardestelling, bouwtechniek en/of (digitale) opnametechniek toe op één onderzoeksproject. Hierin werkt iedereen aan hetzelfde object, waarbij het gebouw fysiek wordt bezocht en naderhand als virtueel 3D model gehanteerd wordt.

Toetsing

Beide blokken worden afgesloten met een theorietoets over de literatuur en met een beoordeling van je praktijkopdracht, het adviesrapport en 3D model.

Literatuur

• Blijdenstijn, R. & Stenvert, R. (2000). Bouwstijlen in Nederland 1040-1940, Nijmegen (gewijzigde herdruk; deze wordt digitaal ter beschikking gesteld).
• Stenvert, R. & Tussenbroek, G. van (red.) (2020). Inleiding in de bouwhistorie: opmeten en onderzoeken van oude gebouwen, Utrecht (vierde, sterk gewijzigde druk).
• Haslinghuis, E.J. & Janse, H. (2001). Bouwkundige termen: Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie, Leiden (vierde druk).
• Bot, P. (2009). Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur.

Rooster

Colleges zijn op woensdag tussen 14.00-21.00 uur (6 lesuren); de overige uren zijn in overleg in te vullen.

De les- en toetsroosters worden, met uitzondering van de eerste onderwijsperiode van het studiejaar (start september), altijd vier weken voor de start van iedere onderwijsperiode op Mijn Rooster geplaatst. Het rooster voor de eerste onderwijsperiode van het studiejaar is drie weken voor de start vindbaar op de site. Op Mijn Rooster is altijd het meest actuele rooster zichtbaar.

Op de HU mag voltijdonderwijs geroosterd worden tussen 08.30 en 19.00 uur.

Extra kosten

Mogelijk zijn er kosten voor printen en excursies aan deze cursus verbonden.