Spelen, een serieuze zaak

De meerwaarde van de spelende professional

Spelen is een medicijn tegen depressie. Nederlanders staan bekend als een van de gelukkigste volken van de wereld, maar toch zien we veel kinderen en jongeren die in een burn-out raken, snel moe zijn of weinig energie hebben. Wil je ontdekken wat spelen met kinderen doet, vanuit verschillende perspectieven? Hoe, waar en wanneer geef je kinderen ruimte te spelen en wat zijn de effecten daarvan? Hoe kun je aansluiten bij een spelend kind?

Toelating

Je hebt een afgeronde propedeuse. Ook moet je beschikken over een praktijkplaats.
Verder is het handig als je:

  • bijvoorbeeld de opleiding Pabo, Pedagogiek, Social Work, Logopedie, Fysiotherapie, Verpleegkunde of Vaktherapie doet;
  • als professional verbreding en verdieping in het werken met kinderen zoekt, of overweegt om met kinderen te gaan werken;
  • kennis hebt van de ontwikkelingspsychologie en passieve kennis hebt van de Engelse taal;
  • enige ervaring in het begeleiden van kinderen (of volwassenen met een beperking) hebt.

Deze minor is ook geschikt voor deeltijdstudenten.

De examencommissie van je opleiding stelt van tevoren vast welke HU-minoren geen hbo-niveau en/of een onacceptabele overlap hebben met het verplichte curriculum van je opleiding. Check op de pagina Niet toegestane minoren onder jouw instituut of er minoren zijn die je niet mag volgen. Deze pagina zal vanaf 29 februari geüpdatet zijn voor minoraanbod 2024-2025.

Inhoud

Veel kinderen en jongeren in Nederland raken in een burn-out, hebben weinig energie of voelen zich futloos. De invloed van de prestatiegerichte maatschappij eist zijn tol. Spelen, daarentegen, is vrijheid en staat los van prestaties. Het doet een ander appèl op je menszijn. Het doet iets met je lijf, je brein, je welbevinden en is een medicijn tegen depressie. “Het tegenovergestelde van spelen is niet vervelen maar depressie”, aldus B. Sutton Smith (The Ambiguity of Play. Harvard University Press, Cambridge 2001). Door te spelen ontdekken kinderen zichzelf en de wereld. Het uitgangspunt van deze minor is kinderen de ruimte en vrijheid te geven zichzelf al spelend te ontwikkelen en ontplooien. Spelen en welbevinden hangen nauw samen. Een spelend kind is autonoom, maakt eigen keuzes, is nieuwsgierig, onderzoekt, verwondert zich en groeit. Einstein wist het al: “Spelen is de hoogste vorm van onderzoek”. (topwijs.nl, 2020)

In deze minor willen we professionals (i.o.) laten ontdekken wat spelen met kinderen doet vanuit verschillende perspectieven. Hoe, waar en wanneer geef je kinderen ruimte te spelen en wat zijn de effecten daarvan? Je ontdekt eerst zelf hoe je (veelal door te spelen) kunt aansluiten bij een spelend kind. Vanuit welk perspectief ga je dit doen: kijk je als ouder, professionele begeleider, leerkracht, pedagoog, verpleegkundige of vaktherapeut? Elke rol vraagt een andere benadering maar de belangrijkste voorwaarde is dat het spel van het kind blijft, in al zijn facetten. In deze minor besteed je aandacht aan theorie waarin vooral de betekenis van spel centraal staat, en aan spelobservatie. Ook onderzoek je hoe je spelende kinderen methodisch kunt begeleiden en welke technieken en houdingsaspecten je daarbij kunt inzetten.

Je loopt twee dagen per week stage om je kennis, houding en vaardigheden toe te passen in de praktijk en praktijkgericht onderzoek te doen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage. De stageplaats is een organisatie waar het mogelijk is te werken met kinderen of met mensen met een beperking, en waar je de ruimte krijgt spel en spelbegeleiding te organiseren. Een begeleider op minimaal bachelorniveau is verantwoordelijk voor je begeleiding. We richten ons op de evidence based handelende professional die een eigen perspectief op het beroep kan ontwikkelen. We werken nauw samen met de beroepspraktijk en hebben bij de ontwikkeling van deze minor overlegd met mensen uit het beroepenveld van spelagogiek en speltherapie. Een aantal docenten heeft zelf ervaring in de beroepspraktijk. Ter oriëntering op het beroep bezoeken studenten elkaars praktijkplek.

Werken met kinderen wordt rijker als je spel methodisch en effectief kunt inzetten. Dit heeft grote meerwaarde binnen het eigen werkveld. Na afloop van deze minor kun je doorstromen naar de (mogelijk te starten) post-bachelor-opleiding Spelagogiek of de masteropleiding Speltherapie waar je je verder kunt specialiseren. De masteropleiding Speltherapie is bedoeld voor spelagogen, hulpverleners en mensen uit het onderwijs.

Deze minor is geen onderzoeksminor, maar je participeert wel in het onderzoek dat door het lectoraat Leefstijl en Gezondheid en het lectoraat Jeugd wordt uitgevoerd. In iedere module is er aandacht voor je onderzoekend vermogen. In één van de modules voer je een praktijkgericht onderzoek uit, een onderzoekende houding is daarbij essentieel.

Leerdoelen

Je kunt spel inzetten op een methodische manier, bij de begeleiding en opvoeding van kinderen en in het onderwijs. Je werkt vanuit een onderzoekende, speelse en verbindende houding en mobiliseert kennis van verschillende speltheorieën en van actuele thema’s rondom de waarde en betekenis van spelen, spelontwikkeling en spelbegeleiding. Je gebruikt spelbegeleidingstechnieken en eigen spelvaardigheden om aan te sluiten op de vraag en behoeften van het individuele kind. Je reflecteert op je eigen houding en handelen in de begeleiding.

  • Leeruitkomst 1
    Je observeert het spel van kinderen op een systematische manier vanuit een onderzoekende houding, met behulp van diverse spelobservatie-instrumenten. Je analyseert de spelobservaties aan de hand van speltheorieën. Vandaaruit formuleer je weloverwogen interpretaties van het speelgedrag die het creatief en methodisch begeleiden van het spel van kinderen ondersteunen. Je kunt analyses, kennis en interpretaties onderling verbinden en een relatie leggen met diverse contexten waarin het kind zich bevindt. Interpretaties en conclusies kun je bijstellen, waaruit blijkt dat je beschikt over reflectief vermogen.
  • Leeruitkomst 2
    Je ontwikkelt een eigen onderbouwde visie op de betekenis van spel in de maatschappij. In relatie met jezelf en de context reflecteer je op eigen normen, waarden en overtuigingen en onderzoek je de invloed daarvan op de rol van spel en spelbegeleiding in onderwijs, opvoedings- en/of begeleidingsmomenten. Je hebt kennis van actuele thema’s rondom spel in de maatschappij en kunt opgedane kennis delen en inzetten om de waarde van spel beter onder de aandacht te brengen en (inclusief) spelen te stimuleren.
  • Leeruitkomst 3
    Je bouwt tijdens een begeleiding in het onderwijs en/of een hulpverleningsproces een relatie op met het kind c.q. de cliënt. Het kind ervaart binnen deze relatie de veiligheid om het eigen spel vorm te geven en verder te verdiepen en/of uit te breiden. Je mobiliseert en verbindt kennis van de speltheorieën, spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid om te komen tot een methodisch spelbegeleidingstraject. Na reflectie kun je komen tot handelingsalternatieven.
  • Leeruitkomst 4
    Je onderzoekt op een methodische manier of spel een bijdrage kan leveren aan groeibevorderende doelen en aan de ontwikkeling van specifieke vaardigheden. Je zet spelvormen in die aansluiten bij het (spel)ontwikkelingsniveau en de eigenheid van het kind. Je mobiliseert je kennis van de speltheorieën en spelbegeleiding en zet spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid in. Je reflecteert tijdens het methodisch begeleiden op je eigen houding en handelen.
  • Leeruitkomst 5
    Je kunt vanuit een nieuwsgierige en onderzoekende houding spelkansen of spelproblemen binnen een organisatie signaleren en op een methodische manier onderzoeken. In dit onderzoek kun je een heldere vraag- en doelstelling formuleren, die zijn afgeleid van een oriënterende analyse. Je hebt daarbij gebruik gemaakt van een onderbouwde methode van onderzoek en van dataverzamelingstechnieken. In samenspraak met de organisatie kom je op een speelse, creatieve manier tot innovatieve, onderbouwde voorstellen. In het verslag van je onderzoek is zichtbaar dat je kunt reflecteren op de kwaliteit van het onderzoek en je eigen creatief en onderzoekend vermogen.

Cursussen

De minor bestaat uit 5 onderdelen:

  • De basis: verschillende theoretische perspectieven op de kenmerken, waarde en functie van spel en de spelontwikkeling.
  • Spel, vandaag de dag: spel in de huidige maatschappij met aandacht voor actuele thema’s als diversiteit, buitenspelen, speelomgeving en inclusief spelen.
  • Spelbegeleiding met spel als doel: het vrijuit kunnen en durven spelen en het daaruit voortkomende spelplezier, ontspanning en (emotioneel) welbevinden van de speler staan voorop.
  • Spelbegeleiding met spel als middel: spel wordt ingezet om specifieke ontwikkelingsgebieden te ondersteunen of stimuleren.
  • Praktijkgericht onderzoek: onderzoek naar de rol en betekenis van spel binnen een door jouw gekozen organisatie van waaruit een product of dienst wordt ontwikkeld of een aanbeveling daartoe.

Toetsing

De toetsing bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De basis
    Je maakt een verslag van observaties in de praktijk met behulp van diverse instrumenten en je kunt deze analyseren. Je gebruikt daarbij speltheorieën. Je laat zien dat je speelgedrag kunt interpreteren, heldere conclusies kunt schrijven en reflecteert op het totale proces.
  • Spel vandaag de dag
    Je schrijft een essay waarin je jouw visie en missie helder maakt, waarbij je zichtbaar gebruik maakt van standpunten, literatuur en actuele thema’s.
  • Spelbegeleiding, spel als doel
    Je schrijft een verslag van een methodisch spelbegeleidingstraject. Daarbij verbind en mobiliseer je kennis van de speltheorieën, spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid. Je hebt inzicht in je eigen handelen en maakt eventuele handelingsalternatieven helder.
  • Spelbegeleiding, spel als middel
    Je maakt een verslag waarin je beschrijft hoe je kennis hebt vergaard over bestaande spelmethodieken die werken aan groeibevorderende doelen. Door een onderzoekende houding doe je nieuwe ontdekkingen ten aanzien van het ontwikkelen van je eigen spelvaardigheden om methodisch te werken met spel als middel. Je zet praktijkvoorbeelden in en koppelt die aan speltheorieën, spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid. Je reflecteert in een verslag op je eigen houding en handelen.
  • Praktijkgericht onderzoek
    In een portfolio laat je zien dat je spelkansen of spelproblemen binnen een organisatie kunt signaleren en hoe je deze op een methodische manier hebt onderzocht. In samenspraak met en door onderzoek binnen diverse praktijkorganisaties kom je tot innovatieve, speelse, creatieve, onderbouwde voorstellen of alternatieven. Het werken in het leerteam is het vertrekpunt. Je laat zien dat je kunt reflecteren op het proces en de kwaliteit van het onderzoek.

Literatuur

  • Martens, R. (2019). We moeten spelen. Driebergen, Nivoz.
  • Blokhuis, A. & L. van der Poel (2014). Wat je speelt ben je zelf. Houten, Bohn Stafleu van Loghum.
  • Aalsvoort, D. e.a. (2011). Van spelen tot serious gaming. Den Haag, Acco.

Rooster

Dinsdag is de vaste lesdag. Het onderwijs wordt gegeven in Amersfoort. Daarnaast loopt de student twee dagen stage op een zelf te zoeken stageplek waar met kinderen (1 individueel en 1 groepje van 2 kinderen) gespeeld mag worden.

De les- en toetsroosters worden, met uitzondering van de eerste onderwijsperiode van het studiejaar (start september), altijd vier weken voor de start van iedere onderwijsperiode op Mijn Rooster geplaatst. Het rooster voor de eerste onderwijsperiode van het studiejaar is drie weken voor de start vindbaar op de site. Op Mijn Rooster is altijd het meest actuele rooster zichtbaar.

Op de HU mag voltijdonderwijs geroosterd worden tussen 08.30 en 19.00 uur.

Extra kosten

Eventueel reiskosten om bij de stage te komen.

Switch to English English