Werkconferentie 2019

Op 29 januari 2019 vond een tweede werkconferentie plaats rondom het onderzoek ‘Werkalliantie in (semi) gedwongen kader’. Ongeveer 35 professionals uit de domeinen reclassering, maatschappelijke opvang en arbeidsintegratie en collega’s uit het onderwijs waren aanwezig om te reageren op de eerste uitkomsten van het onderzoek. En om met elkaar na te denken over de te ontwikkelen producten en manieren van implementatie van het concept werkalliantie, de uitkomsten van het onderzoek en wijze van gebruik van de alliantiemonitor in het werkveld en onderwijs.

Welkom en stand van zaken
Na een welkom door lector Werken in Justitieel Kader, Vivienne de Vogel, beet Renée Henskens, sinds afgelopen oktober projectleider, het spits af. Ze gaf een korte terugblik op de eerste jaren van het onderzoek, waarin we drie deelprojecten uitvoerden. Het eerste deelproject waarin het concept werkalliantie is geïntroduceerd en de werkalliantiemonitor ontwikkeld. Het tweede deelproject waarin de meerwaarde van het gebruik van de monitor in reclasseringscontext is getoetst en het derde deelproject waarin de meerwaarde van het gebruik in de domeinen maatschappelijke opvang, arbeidsintegratie, schuldhulpverlening en jeugd is getoetst.

We zijn inmiddels in het laatste jaar van het onderzoeksproject Werkalliantie in (semi) gedwongen kader. Het onderzoek loopt op schema; we zijn momenteel bezig met een analyse van de resultaten; het laatste deelproject (4). Vervolgens gaan we aan de slag met een uitrol van producten naar werkveld en onderwijs. We ronden het project af met een eindcongres in september

Producten
Een aantal van onze producten zal bestaan uit proefschriften, publicaties en presentaties.
Zo is Anneke Menger gepromoveerd op het concept werkalliantie en de ontwikkeling van de alliantiemonitor (deelproject 1). Daaruit zijn twee nieuwe promotie-onderzoeken ontstaan: een onderzoek naar verschillende dadergroepen bij de reclassering en verschillen in werkalliantie-kenmerken van Widya de Bakker en een onderzoek naar het effect van de kwaliteit  van de werkalliantie op recidive.

Het proefschrift van Anneke Menger wordt momenteel omgevormd naar een publieksversie, dat in de loop van dit jaar verschijnt. Een publicatie over deelproject 2 (het toetsen van de meerwaarde van gebruik van de monitor in  het domein reclassering) staat op stapel evenals een publicatie per domein over het toepasbaar maken van de monitor in deze domeinen (maatschappelijke opvang, arbeidsintegratie en schuldhulpverlening). Presentaties geven we op verzoek en onder meer bij het jaarlijkse reclasseringscongres.

Vanaf deze maand starten we ook met de ontwikkeling van producten die praktisch toepasbaar zijn in onderwijs en praktijk. Dit doen we samen met een werkgroep waarin professionals uit de diverse domeinen vertegenwoordigd zijn.

Het eerste product, het whiteboardfilmpje over het concept werkalliantie, is al klaar. Verder denken we aan een infographic met de onderzoeksresultaten, een aantal weblectures/minihoorcolleges op internet, een spel, een lvb-vriendelijke werkalliantiemonitor, een aantal filmpjes en een vernieuwde website. Mogelijk gaan we ook aan de slag met de Dialogue Trainer: een voor professionals en studenten interactieve manier om cliëntgesprekken te oefenen.

Implementatie in werkveld en onderwijs
Vervolgens gingen Coriene Pot (Leger des Heils) en Lonieke Casteleijn (de Tussenvoorziening) met behulp vaneen digitale tool, de mentimeter, met de aanwezigen in gesprek over de wijze waarop de werkalliantie en de monitor geïmplementeerd kunnen worden in werkveld en onderwijs.

Download hieronder een pdf van de mentimeteruitkomsten op Vraag 1: Wat heb jij nodig als professional om de werkalliantie/monitor te introduceren in het werkveld? en Vraag 2: Welke ideeën komen bij jou op n.a.v. de eerste vraag en hoe kunnen we je daarbij ondersteunen? 

Reacties vanuit de zaal bij het bespreken van de antwoorden op vraag 1:

  • In teams resultaten van het onderzoek en best practices laten zien. En zo laag mogelijk implementeren.
  • De monitor toegankelijker maken als instrument. Niet alleen voor LVB, maar ook voor anderstaligen en überhaupt voor iedere professional
  • Werkalliantie blijft een lastig begrip
  • Iedereen bekender maken met concept werkalliantie
  • Creëren van besef bij medewerkers moet ook vanuit het management gedragen worden. Maar niet opgelegd.
  • Onderzoeksresultaten die aantonen dat reflectie op werkalliantie werkt, zijn belangrijk. Management moet erachter staan; dan implementeren. Niet verplichtend.
  • Wat is de onderliggende onderbouwing van vragen uit de monitor, wanneer zet je hem in, wat is de relevantie?

Reacties vanuit de zaal bij het bespreken van de antwoorden op vraag 2:

  • Iemand moet de kar trekken, maar er zijn zoveel belangrijke thema’s: soms leeft het gevoel, daar heb je weer iets. Belangrijk dus dat je aanjagers hebt die dit zien zitten
  • Probeer het te integreren in de methodiek/werkwijze. Het moet passen binnen de visie van de organisatie en meegenomen worden in de opleiding. Toch verplichten? Als instrument dat automatisch oppopt uit een systeem?
Bijlagen

Resultaten deelproject 3
Hierna presenteerde Lianne Kleijer-Kool, senior onderzoeker bij het lectoraat, de eerste bevindingen van het onderzoek en vragen/dilemma’s die uit de analyses naar voren kwamen.

In deelproject 3 is de werkalliantiemonitor afgenomen in de domeinen Jeugd, Arbeidsintegratie, Schuldhulp en Maatschappelijke opvang. Uit de eerste analyses blijkt dat er grote verschillen zijn in contactfrequentie tussen de domeinen. Bij de Reclassering bijv. zien professionals de cliënten vaker dan bij Schuldhulp, waardoor men meer bekend is met het begrip werkalliantie. Daardoor zijn professionals bij de Reclassering relatief meer in de gelegenheid om een goede of minder goede werkalliantie op te bouwen dan bij Schuldhulp. Dit zou consequenties kunnen hebben voor binding en stroefheid. Bij Arbeidsintegratie zijn professionals in de cliëntbegeleiding gehouden aan de Participatiewet en komt het ‘samen formuleren van doelen’ wat vreemd over. Deze professionals zullen wellicht meer vertrekken vanuit Richting/Kader.
Binnen alle domeinen ziet men het belang in van een goede werkalliantie. Over het nut van de werkalliantiemonitor wordt verschillend gedacht. Sommige professionals (en cliënten) vinden de monitor van toegevoegde waarde voor de samenwerking. Zij benadrukken dat het nieuwe inzichten geeft in de relatie, het mogelijkheden biedt om elkaar feedback te geven, en zaken te bespreken die anders onbesproken blijven. Anderen vinden dat de monitor niets toevoegt aan een al goed lopende samenwerking. Of de monitor zou een stroef lopende samenwerking alleen maar verslechteren. Weer anderen vonden de afname van de monitor praktisch niet haalbaar (te lang).
We verwachten dat de definitieve analyse half maart klaar is.

Discussie
Tot slot gingen we in kleine groepen uitéén, discussieerden we over de onderstaande vragen/dilemma’s en formuleerden hier oplossingsrichtingen voor.

Vraag 1: Vang je met (geschreven) taal de werkalliantie; aanvullingen op een schriftelijke vragenlijst om te reflecteren op de werkalliantie
Vraag 2: In de opstart van het contact met een cliënt is het goed dat je eerst aan het vertrouwen werkt. Als dat goed zit, kan je richting en kaders stellen.
Vraag 3: Het is wel/niet zinvol om de Werkalliantiemonitor in te zetten bij een moeizame werkalliantie
Vraag 4: In een traject moet wisseling van begeleider vermeden worden
Vraag 5: De werkalliantiemonitor moet je periodiek en gestructureerd inzetten of juist incidenteel en selectief

De uitkomsten van deze groepen download  je hieronder.

 

Bijlagen

Tot slot
Bekijk hieronder het filmpje over het concept werkalliantie en download de powerpoint van de middag.

Bijlagen