SDGs in het onderwijs

Waarom SDGs in het onderwijs?

Maatschappelijke ontwikkelingen1 zijn een reden om te werken aan duurzame ontwikkelingsdoelen, zoals:  

  • Groeiende welvaartsongelijkheid 
  • Klimaatverandering 
  • Verlies van biodiversiteit 
  • Groeiende polarisatie in de samenleving 
  • Oorlog en vluchtelingenstromen 
  • Epidemieën/pandemie

Er wordt vaak nadrukkelijk naar het onderwijs gekeken als de plek waar toekomstige burgers en professionals de houding en vaardigheden moeten leren, die nodig zijn voor een duurzame samenleving. Er zijn binnen het hoger onderwijs tal van initiatieven om ook deze sector in de samenleving een bijdrage te laten leveren aan duurzame ontwikkeling. Zo ook de hogescholen in Nederland. 

De HU heeft in 2019 het SDG charter ondertekend en zich gecommitteerd aan de duurzame ontwikkelingsdoelen.

De missiegedreven opgaven van de HU zijn regionaal gericht maar dragen bij aan de mondiale duurzame ontwikkelingsdoelen.  

Hogeschool Utrecht geeft onder meer invulling aan deze doelen via missiegedreven opgaven die samen met de regio zijn geformuleerd in de vier kennis- en innovatieagenda’s (KIA). Binnen de KIA Samen Duurzaam wordt daar ook expliciet verwezen naar de ambitie dat al het onderwijs aan de HU merkbaar en meetbaar bijdraagt aan duurzaamheid.

De ambities van de HU op het gebied van duurzaam onderwijs van Hogeschool Utrecht zijn vastgelegd in diverse strategische documenten:  

  • Het Ambitieplan HU in 2026
  • HU Visie op onderwijs en onderzoek 
  • Het werkmodel Samen Duurzaam, waarin de missie van de Samen Duurzaam is samengevat 
  • De projectopdracht SDGs in het onderwijs en de bredere opdracht voor een transitie duurzaamheidsonderwijs in de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) van Samen Duurzaam

Waar gaat duurzame transitie over?

Een duurzame transitie is een systeemverandering, een maatschappelijke omwenteling, waarin we andere waarden hanteren. We bewegen van de huidige situatie die niet meer houdbaar is naar een positieve bijdrage aan de SDGs. Om daar als Hogeschool Utrecht een bijdrage aan te kunnen leveren leiden wij onze studenten op als change agents en geven als docenten zelf ook invulling aan die rol.

Als we naar de duurzame transitie van het onderwijs zelf kijken is onderstaand model behulpzaam, met de volgende driedeling:

Gebaseerd op Sterling, S. (2004). Higher education, sustainability, and the role of systemic learning. In Higher education and the challenge of sustainability: Problematics, promise, and practice (pp. 49-70). Dordrecht: Springer Netherlands.
  • Onderwijs over duurzame ontwikkeling 
  • Onderwijs voor duurzame ontwikkeling 
  • Duurzaam onderwijs
Dit is een aangepast versie van het model van Öhman en Östman: Öhman, J., & Östman, L. (2020). Different teaching traditions in environmental and sustainability education. In Sustainable Development Teaching : Ethical and Political Challenges (pp. 70–82). Retrieved from http://urn.kb.se/resolve?urn=urn:nbn:se:uu:diva-468767

Om de transitie naar duurzaam onderwijs te kunnen maken moet het over meer dan kennis gaan. Het is belangrijk dit te doen vanuit drie verschillende perspectieven:  

(Zie ook duurzame modellen in H.7 voor een uitgebreide versie van dit model.) 

Conform de HU-visie op onderwijs en onderzoek geven we transitie naar duurzaam onderwijs vorm binnen de driehoek van onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Want daar vindt de innovatie plaats.

Duurzaam onderwijs vraagt ook iets van de didactische en pedagogische aanpak. In de literatuur en in beleidsstukken van organisaties als UNESCO komen een aantal zaken herhaaldelijk terug: 

  • De manier waarop onderwijs wordt gegeven bepaalt in hoeverre echt duurzaam onderwijs mogelijk is. Zo is het geven van hoorcolleges niet geschikt voor het aanleren van de meeste duurzame competenties (Orlovic, 2019).  
  • Het integreren van duurzaamheid in het onderwijs betekent meer dan alleen het opnemen van bepaalde onderwerpen en inhoud in curricula. Het raakt de kern van het onderwijs (Tilbury and Ryan, 2014).  Het vraagt ook om ’een actiegerichte, transformatieve pedagogiek, die zelfgestuurd leren, participatie en samenwerking, probleemgerichtheid, inter- en trans-disciplinariteit en de koppeling van formeel en informeel leren ondersteunt’ (UNESCO 2017, p. 7).

De didactische visie van de HU sluit hier goed op aan. Onderwijsvernieuwingen als programmatisch toetsen en meer gepersonaliseerd leren, versterken de mogelijkheid tot duurzame verandering.  

Wat doet een change agent?

Een change agent wordt niet alleen opgeleid om te voldoen aan de noden en wensen uit het werkveld, maar neemt ook een bredere verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een duurzame samenleving (van adaptieve professional naar normatieve reflectieve professional).  

Een change agent werkt vanuit een set aan waarden. De HU-waarden met betrekking tot duurzaamheid zijn onder meer:  

  • Erkenning voor een systeembenadering van ecologie, samenleving en economie. Dit impliceert een bewustzijn dat een gezonde economie afhankelijk is van een gezonde samenleving. En dat beide weer afhankelijk zijn van een bloeiend ecosysteem. Dit bewustzijn vertaalt zich voor de change agent naar een ordening van belangen. Economische belangen zijn dus ondergeschikt aan sociaalmaatschappelijke en ecologische. 
  • Erkenning voor het belang van betrokkenheid. Dit impliceert dat change agents hun werk doen vanuit een bredere betrokkenheid met een (lokale) gemeenschap of met de natuur. Deze betrokkenheid vraagt om een bewustzijn van de eigen rol in het grotere geheel en om de capaciteit om op een respectvolle doch actieve en weerbare manier deel te nemen aan de maatschappelijke dialoog over duurzame vraagstukken.  
  • Erkenning voor het belang van toekomstige generaties. Dit impliceert dat change agents werken vanuit hoop, het besef dat sommige dingen goed zijn om te doen ongeacht of ze een specifiek resultaat boeken, en dat ze het belang van toekomstige generaties meewegen in de keuzes die ze maken. 

Het opleiden vanuit deze waarden vraagt ook om aandacht voor didactische en pedagogische keuzes. Het SDG-huis kan daarbij helpen. Om de student als change agent op te kunnen leiden is het belangrijk dat de docent een voorbeeldrol pakt en zelf ook een change agent wordt.