Bij een open vraag is het antwoord van tevoren niet exact vast te leggen, omdat deze allerlei vormen kan aannemen (Biemond, Bos-Horstink, Soeting, Sugito & Uil-Hoogerwaard, 2015). Het zijn vragen waarbij studenten zelf een antwoord moeten formuleren (Van Berkel, Bax & Joosten-ten Brinke, 2017). Bijvoorbeeld “Geef een voorbeeld van afbreuk uit je eigen ervaring”. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van casussen. De student moet de casus lezen, analyseren of interpreteren en op basis daarvan één of meer vragen beantwoorden.
Wanneer gebruik je open vragen toets?
Open vragen zijn in het bijzonder geschikt voor de hogere cognitieve vaardigheden:
- vaststellen of studenten feitenkennis begrijpen en deze kunnen toepassen maar ook kunnen analyseren, synthetiseren en evalueren.
- Vaststellen of studenten een verband kunnen leggen tussen theorie en praktijk.
Online toetsen
Het toetsen op afstand (online toetsen) verschilt van het reguliere toetsen. Het grootste verschil is dat de student bij een toets op afstand niet fysiek aanwezig is. Dit maakt het bijvoorbeeld lastiger om betrouwbaarheid vast te stellen. In theorie kunnen studenten deze kennistoetsen ook thuis maken maar dan is er geen of weinig controle. De HU stelt vanaf periode D als noodoplossing tijdelijk proctored online examinering beschikbaar.
Alternatieve toetsvormen
De hogeschool is op zoek naar alternatieve vormen:
- Dat kan een mondeling tentamen via MS Teams zijn, maar een nadeel daarvan is dat het veel docentenuren kost om alle studenten individueel te spreken.
- Een ander alternatief is ‘timeboxing’: het instellen van een beperkte reactietijd waarbij studenten de online vragen meteen moeten beantwoorden zodat er geen tijd is om dingen op te zoeken.
- Je kunt ook er ook een take home tentamen of open boek tentamen maken. De docenten maken toetsvragen die meer inzicht en toepassingsgericht zijn. Dus de kennisgerichte vragen zijn dan beperkt. Hier lees je daar meer over.
- Of dat de toets formatief afgenomen wordt. Dit is op korte termijn misschien een oplossing maar maakt je vragen onbruikbaar voor toekomstig gebruik. Als dat niet erg is: toetsvragen in TestVision kunnen als formatieve toets aangeboden worden
Digitale middelen
De QUIZZES.NEXT- functie in Canvas biedt de mogelijkheid om ook open vragen op te stellen, zodat studenten kunnen oefenen. Als je wilt dat studenten elkaar peerreviewen, kun je ook de functie ‘opdrachten’ gebruiken. Hierin zet je dan open vragen klaar. Vervolgens kies je dan voor of zelf de peer toewijzen, of dit door Canvast laten doen.
In TESTVISION (LINK VAN WANDA) zijn ook open vragen mogelijk. Je moet ze dan wel zelf nakijken na de toetsafname. Testvision kun je zowel summatief als formatief gebruiken.
Door de coronacrisis worden toetsen online afgenomen en steeds meer zonder surveillance. Aangezien studenten dan op hun laptop of computer hun toets maken vraagt dit extra aandacht voor de betrouwbaarheid: is het de student zelf die de toets maakt? Doen ze de toets wel alleen?Hieronder staan manieren om de betrouwbaarheid te vergroten bij open vragen tentamens. Het betreft maatregelen die getroffen kunnen worden zowel bij constructie van de toets, bij het uitvoeren van de toets als na afloop van de toets.
Natuurlijk hebben de maatregelen effect op de betrouwbaarheid, maar betrouwbaarheid optimaliseren is nooit een doel op zich. Dat kan zelfs doorslaan naar een negatieve impact op de validiteit van de toets. Ook dient bij elke maatregel te worden afgewogen of deze naar verhouding efficiënt/effectief is gelet op de inzet van tijd en middelen voor toetsing binnen het gehele toetsprogramma.
- Werken met een brede vragenbank, waardoor de studenten niet allemaal dezelfde vragen krijgen. Bijvoorbeeld variëren in getallen/ kleine aanpassingen in de casuïstiek?
- Ad random vragen laten toewijzen. Bij het samenstellen van de toets kun je gebruik maken van een toetsmatrijs. Hiermee kan je bijvoorbeeld zorgen dat over onderwerp A een student een willekeurige vraag krijgt geselecteerd uit een pool van 3 vragen en over onderwerp B ook, et cetera. Hiermee krijgt elke student dus in feite een unieke toets.
- Terugkeer naar vragen niet mogelijk maken.
- Tentamentijd beperkt houden.
- Hogere orde vragen stellen (inzicht, toepassen, analyseren, evalueren, creëren van taxonomie van Bloom).
- Probeer vragen zo te construeren, dat meerdere antwoorden mogelijk zijn. Hoe breder het antwoordkader/ de variatiemogelijkheden, hoe meer zin ook Ephorus heeft. Bijvoorbeeld door studenten zelf voorbeelden te laten geven van XX.
- Iets wat mogelijk helpt is studenten een integriteitsverklaring laten tekenen voorafgaand aan het tentamen. Dit heeft geen juridische waarde maar maakt studenten wel bewust van wat er van hen verwacht wordt.
- Is aantoonbaar dat student de opdracht zelf heeft uitgevoerd? Authenticiteit aantonen door bijvoorbeeld foto van student bij start en einde en door foto met een geldig legitimatiemiddel (rijbewijs, ID-kaart of paspoort) aan begin. De student moet vooraf instructie krijgen, dat bij het tonen van een legitimatiemiddel het BSN afgeplakt of op een andere manier onzichtbaar moet worden gemaakt.
- Evt. achteraf Ephorus gebruiken als daar aanleiding toe is (kan wel in Gradework, niet in Testvision).
Bronnen
Biemond, I., Bos-Horstink, M., Soeting, J., Sugito, A., & Uil-Hoogerwaard, W. (2015). Toetsontwikkeling in de praktijk. Hoe maak ik goede vragen en toetsen? Wilp: Teelen Kennismanagement B. V.
Erkens, T. (2017). Toetsen met open vragen. In Van Berkel, H., Bax, A. & Joosten-ten Brinke (2017) Toetsen in het hoger onderwijs (4de herziene druk, pp. 145-159). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Kloppenburg, R. (2012). Van competenties naar toetscriteria. Utrecht: Hogeschool Utrecht.
Molkenboer, H. (2015). Toetsen volgens de toetscyclus Deel 1. Enschede: Bureau voor Toetsen & Beoordelen.