Stel: je hebt een volledige toets of opdracht samengesteld. De toets bestaat bijvoorbeeld uit een aantal gesloten vragen en een aantal open vragen. Je telt alle punten op die de studenten maximaal kunnen behalen. Daarna sta je voor een lastig vraagstuk: hoeveel punten moet een student minimaal halen voor een voldoende?
Het minimaal aantal punten dat studenten moeten behalen voor een voldoende, wordt de cesuur of de zak/slaaggrens genoemd. Er zijn twee methoden om de cesuur te bepalen:
- De absolute cesuur, waarbij het aantal punten voor een voldoende vooraf wordt bepaald.
- De relatieve cesuur, waarbij het aantal punten voor een voldoende achteraf wordt bepaald, op basis van de scores van alle studenten.
Beide methodes kun je combineren. Hier lees je meer over de beide methodes en het combineren ervan: Cesuurbepaling.
Bronnen
Teelen Kennismanagement (2015). Toetskwaliteit in de praktijk. Hoe maak ik goede toetsen met gesloten en open vragen? Wilp: Teelen Kennismanagement
Wijnen, W.H.F.W. (1971). Onder of boven de maat; een methode voor het bepalen van de grens voldoende/onvoldoende bij studietoetsen. Lisse: Swets & Zeitlinger.